Jasper Brinkman: ‘Oranje was vaak een mentale strijd voor mij’

Drie jaar paste hij zijn hele leven volledig aan op het hockey. Was hij onderdeel van het Nederlands elftal. Maar telkens voor een groot toernooi viel Jasper Brinkman weer af. Onlangs beëindigde de 27-jarige verdediger zijn interlandcarrière. En ergens geeft dat hem wel een opgelucht gevoel.

‘Het vreet aan je als je telkens net tekort komt. Dat je steeds als het erom gaat er niet bij hoort. Het hoort bij topsport, dat weet ik wel. Maar op een gegeven moment belemmert het je in het hele leven. Krijg je elke training en wedstrijd het gevoel dat je nog iets extra’s moet laten zien. Dat is uiteindelijk niet goed voor je.’ 

Op een koude en donkere zondagmiddag geeft Brinkman een moedig kijkje in zijn ziel. Achter het clubhuis van Bloemendaal vertelt hij zijn tijd in Oranje. Natuurlijk, hij genoot van het trainen en spelen op het allerhoogste niveau. Maar het is duidelijk dat de afgelopen jaren wel wat met hem hebben gedaan.

Zijn Oranje-verhaal begint in 2021. De solide verdediger van Bloemendaal, gezegend met een prima corner en een uitstekende hoge bal, was een van de vele gelukkigen met wie bondscoach Jeroen Delmée van start ging. Ook ‘Jappie’, zoals zijn teamgenoten hem liefkozend noemen, trad toe tot het rijk der internationals. Hij debuteerde in de Pro League, scoorde en deinde lekker mee op het ritme dat hij al kende van zijn teamgenoten bij Bloemendaal.

So far, so good. 

Brinkman (met masker) afgelopen zondag tegen Amsterdam. Foto: Koen Suyk

Tot de eerste tegenslag, toen hij begin 2023 reserve was op het WK. Dichterbij een toernooiselectie zou de cornerspecialist nooit komen. In datzelfde jaar viel hij af richting het EK, afgelopen zomer gebeurde hetzelfde op weg naar de Olympische Spelen. Een derde dreun op rij. Telkens kreeg Brinkman dezelfde boodschap. Hij was net niet goed genoeg. Zijn corner was zeker Hoofdklasse-waardig, maar kwam internationaal gezien tekort. In de defensie verloor hij de concurrentie van wereldtoppers als Joep de Mol, Floris Wortelboer en Jip Janssen.

In september sprak Brinkman af met de bondscoach. Vlak voordat de trainingsgroep bekend werd gemaakt. ‘Een evaluatiegesprek, waarin we ook vooruit zouden kijken. Natuurlijk gaat het dan over hoe het liep. Dat ik nooit een zekerheidje was, vaak op het laatste moment buiten de groep viel.’

Je weet dat de selectie een nieuwe fase ingaat. Gaat mijn situatie dan veranderen? Ik wist het antwoord al een beetje. Waarschijnlijk niet. Jasper Brinkman

‘Ik had er vooraf natuurlijk ook wel over nagedacht. Je weet dat de selectie een nieuwe fase ingaat. Dat er nieuwe jongens aankomen. Gaat mijn situatie dan veranderen? Dat vroeg ik mezelf af. Ik wist het antwoord al een beetje. Waarschijnlijk niet.’

Voordat hij een keus moest maken, wilde hij het oordeel van hoofdcoach Jeroen Delmée en assistent Eric Verboom horen. ‘Uiteindelijk hebben zij de knoop doorgehakt. Ze bevestigden wat ik dacht. Dat het inderdaad niet makkelijker ging worden. Ze gingen me niet meer oproepen.’

Jasper Brinkman scoort voor Oranje in de Pro League en wordt geknuffeld door Joep de Mol. Foto: Willem Vernes

Even rust in het hoofd

Vanzelfsprekend kwamen die woorden even binnen. ‘Maar omdat ik ook al twijfels had over mijn toekomstige rol, was het geen vervelend gesprek. We gingen dezelfde richting op. Het levelde, was geen verrassing. Ja, het was inderdaad beter om te stoppen. Ik heb Jeroen en Eric aan het eind ook bedankt voor de afgelopen jaren. Dat meende ik. Het was ook echt heel mooi. Maar dit geeft ook rust. Ergens was het een opluchting. Dat begrepen ze ook wel. Ik wil niet eindeloos iets nastreven wat niet lukt en mezelf daarbij op de tweede plek zetten.’

Want de afgelopen drie jaren vroegen dus ook veel van de verdediger, die ooit begon bij HBS. ‘Alles in mijn leven stond natuurlijk in het teken van hockey. En dat kwam vooral door Oranje. Dat kan heel mooi zijn. Maar voor mij had dat dus meerdere kanten. Als je aan de onderkant van de groep zit, ben je misschien vaker aan het vechten voor je plek. Dat doet wel wat met je. De momenten bij het Nederlands elftal waren voor mij vaak een mentale strijd, waardoor je minder relaxed bent. Een strijd die ook wel hoort bij topsport. Eentje waarin je je niet wilt laten kennen. Maar thuis was ik vaak moe en minder vrolijk. Ook omdat je de beloning voor je opofferingen mist.’

Natuurlijk nam die druk toe richting de bekendmaking van een selectie. Wéér een schifting, een examen. ‘Die momenten werden steeds stressvoller. Dat bouwt zich op als je een paar keer bent afgevallen. Zou ik er deze keer wel bijzitten? Natuurlijk zit je even stuk als je dan negatief nieuws krijgt. Maar daarna was ik ook altijd wel weer blij dat die fase weer voorbij was. Even niets. Geen strijd. Niet jezelf bewijzen. Rust in het hoofd.’ 

Jasper Brinkman (midden), naast Thierry Brinkman, Maurits Visser, Floris Wortelboer en Jorrit Croon na de Pro League-winst in 2023. Foto: Willem Vernes

Leven zonder zijn droom

Dat is ook het gevoel dat nu bij Brinkman overheerst. Hij is vooral blij met zijn mooie jaren bij Oranje. Ging met het Nederlands elftal naar India en Argentinië. Won met zijn team de Pro League. Maakte de weg naar het historische olympisch goud van Parijs voor het allergrootste deel mee. En eindigde op 34 interlands. ‘De pijn en het balen ligt achter mij. Het is echt goed zo. Ik ben dankbaar voor alle momenten die ik wél heb meegemaakt. Ook omdat ik een andere weg in kan slaan. Sinds vorig jaar ben ik aan het werk, bij een consultancybedrijf. Omdat ik nu minder op het veld sta, kan ik daar meer uren maken.’

Als zijn teamgenoten op maandag en dinsdag trainen met Oranje, zit Brinkman achter zijn bureautje op de Zuidas. Twee compleet verschillende werelden, op slechts tien minuten fietsen van elkaar. ‘Ik weet niet of ik nu gelukkiger ben. Daarvoor was mijn tijd bij het Nederlands elftal te mooi. Maar ik voel wel minder druk. Ben wat minder aan het nadenken, ook op het veld. Het klinkt misschien tegenstrijdig. Want het was altijd mijn droom om international te worden. Maar ik merk nu dat het leven zonder Oranje ook heel leuk is.’


Wat vind jij? Praat mee...