Zijn teamgenoten waren al even onderweg, maar Jip Janssen speelt pas sinds deze week weer mee met Oranje. De cornerspecialist is hersteld van een blessure aan zijn vinger die hem in de eerste twee Pro League-blokken aan de kant hield. Dat de verdediger er weer staat, bewees hij met zijn rake corner tijdens de zege op Duitsland (2-0). Maar een strafbal liet hij nog even zich voorbijgaan.
Ji-hip, Ji-hip, Ji-hip!
Hij speelde pas zijn tweede interland voor eigen publiek in 2023. Maar Janssen heeft aan populariteit niets ingeboet. Als de Kamponger zich dinsdagavond maar enigszins richting de tribunes begeeft, wordt hij toegeroepen door tientallen kinderen. Die willen zijn stick, zijn handtekening, een selfie, maar vooral de aandacht van de goalgetter van Oranje.
Onder het afdak van het stadion, beschut tegen de zomerse regen, kijkt hij met een tevreden lach toch vrij kritisch terug op de 2-0 zege op Duitsland. ‘We lieten niet heel mooi hockey zien en maakten best wel wat schoonheidsfoutjes. Op het einde kostte het veel energie om fatsoenlijk op te bouwen. Vooral als zij rondspeelden, was het voor ons sleuren. Dat ging ten koste van het hockey. Maar we zijn er blij mee hoor. In eigen stadion van Duitsland winnen, dat blijft genieten. En eh…zij winnen ook vaak lelijk, toch?’
De boosdoener van zijn afwezigheid
Janssen zegt het rustig. Eerder kalm dan opgetogen. En dat komt door het hogere doel. Inderdaad, het EK in augustus. ‘We willen gewoon meer. Het stopt niet hier. Dit is een mooi tussenstation. De bedoeling is om iedere wedstrijd beter te spelen en daarmee hebben we richting het EK nog wel wat tijd te gaan.’ Hij loopt de laatste weken nog eens na. ‘In Eindhoven speelden we over het algemeen hartstikke goed, met jonge jongens die daar opstonden. Echt mooi om te zien hoe sommige boys daar de stap hebben gezet naar het herenhockey. Door gasten als Max de Bie en Floris Middendorp hebben wij straks een luxeprobleem richting de EK-selectie.’
‘Daarna kwam in Londen de kerngroep terug, speelden veel jongens daar hun eerste wedstrijdjes weer. Was het wennen. Vervolgens ging het hier in het Wagener ook niet vanzelf. We speelden best goed, maar dat zagen we niet altijd terug in de uitslagen. Inmiddels hebben we weer wat wedstrijden in de benen. Ik denk dat het wel te verklaren is, hoe het tot nu toe is gelopen.’
Over wedstrijden in de benen gesproken. De Pro League-teller van Janssen tijdens deze maand staat pas op twee. De boosdoener is zijn rechterwijsvinger, die tijdens het hockeyen aan zijn middelvinger is vastgezet met tape. Janssen zou eigenlijk al drie weken geleden in Eindhoven als een van de weinige spelers van Kampong zijn opwachting maken tijdens de eerste Pro League-duels van deze zomer.
Zijn vingerblessure – die hij in de play-offs al opliep- bleek echter toch wat hardnekkiger dan gedacht. ‘Er is iets verkeerds geschoten in mijn vinger. En die wijsvinger is nou eenmaal belangrijk. Die geeft veel sturing en richting. Dat gevoel ben ik nu een beetje kwijt. Ik heb nog wel wat pijn. Ik kan ‘m wel buigen, maar nog niet volledig. Komt wel goed hoor. Bij het EK is het weer zoals het moet zijn.’
De dubbel tegen Spanje in Londen liet Janssen ook nog even schieten. Pas in Amsterdam was-ie er weer bij, in de twee wedstrijden tegen Duitsland. ‘Ben ik heel blij mee’, klinkt het tevreden. ‘In eigen land, een vol Wagener, dat blijft natuurlijk gaaf. Lekker spelen, ritme op te doen.’ En te scoren dus. Hij zwiepte de tweede corner van Oranje heerlijk in de touwen.
De strafbal
Janssen had een tweede goal kunnen maken, als hij dinsdag aan het eind van de wedstrijd een strafbal had opgeëist. De verdediger is normaal gesproken de belangrijkste specialist vanaf de stip bij Oranje. Maar ditmaal liet hij het over aan Thijs van Dam, die overigens miste. ‘Ik heb nog niet zoveel vertrouwen’, zegt Janssen voorzichtig. ‘Normaal leg je je vinger langs je stick en geef je daarmee richting bij een strafbal. Vandaag waren mijn hoge ballen ook niet zo precies. Dat komt door die vinger. Daarom zag ik nog even af van die strafbal.’
Van Dam en Jasper Brinkman zijn dan de volgende twee op het lijstje bij het Nederlands elftal. ‘Het was aan hen. Zij mochten samen bepalen, wie ‘m wilde nemen.’
Ji-hip! Ji-hip! Ji-hip!
De kinderstemmen zwellen weer aan. Ze zijn er nog. Ze hebben keurig gewacht op hun held, die hen daarna alle aandacht gunt. De publiekslieveling doet weer helemaal mee. Nu alleen de strafballen nog.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.