Jorrit Croon: ‘Als je van elkaar houdt, kunnen dromen uitkomen’

Hij kon zijn ene voet nauwelijks voor de andere zetten na afloop van de gewonnen olympische finale tegen Duitsland. Moest zelfs een stukje geduwd worden in een karretje. Jorrit Croon was total loss, maar ook heel dankbaar na het ontvangen van zijn gouden plak. ‘Ik sta stijf van de pijnstillers.’

Zijn ogen liggen diep in zijn kassen. En toen moest de nacht van de Oranjemannen nog beginnen. Het is een uitputtingsslag geweest voor Croon, die in de kwartfinales tegen Australië zijn enkel blesseerde. ‘Ik kan niet meer lopen. Dat kon ik eigenlijk al niet toen in de kwartfinale die klapper maakte. We hebben er alles aan gedaan om mij in het veld te laten staan, zo goed en kwaad als dat kon. Ik heb zoveel pijn gehad. Maar ik ben niet de enige hoor.’

Die keiharde botsing met een Australische verdediger kostte Croon bijna de rest van het toernooi. ‘In eerste in instantie wilden we kijken wat ik in de halve finale kon. Maar ik voelde me steeds iets beter. Daardoor deed ik vandaag ook mee, al kon ik echt niet meer voluit gaan. Ik wilde zo graag, maar weet niet meer hoe het is gelukt. Ben zo kapot. Zo stijf van de pijnstilling en verdoving. Je gooit er nogal wat in voor zo’n wedstrijd. Misschien zelfs te veel dan goed voor me is. Maar man, wat is het de moeite waard.’

Een kus aan het publiek van Jorrit Croon. Foto: Willem Vernes

Tranen en flarden

Alle offers werden dus gebracht op weg naar het goud. Het nemen van een shoot-out zat er alleen niet in voor Croon, die normaal gesproken wel op het lijstje staat bij Oranje. ‘Ja, ik had er eentje moeten nemen. Eigenlijk weet ik niet meer helemaal wat er is gebeurd…’

Dan breekt de middenvelder. Staan de tranen in zijn ogen. Gaan er flarden van de wedstrijd aan hem voorbij. Momenten die hij nog niet kan plaatsen, nog in de juiste volgorde moeten komen. ‘We hebben zo’n ongelooflijk mooi team. Dat dit de bekroning mag zijn van de afgelopen drie jaar…Ik geloof het nog niet helemaal. Heb het idee dat ik nog een wedstrijd moet spelen.’

De woorden komen met horten en stoten, tussen de emoties door. ‘We zijn met elkaar een nieuwe weg ingeslagen, drie jaar geleden. Niemand had toen gedacht dat dit het resultaat zou zijn. Ik ben zo ongelooflijk trots op het team, de staf. Ook op de jongens die er nu niet zijn. Iedereen die iets heeft bijgedragen aan dit succes. We hebben echt laten zien dat we een team zijn. Dat wanneer je elkaar vastpakt, van elkaar houdt en voor elkaar door het vuur gaat, dromen uitkomen. We hebben de beste keeper van de wereld, de beste captain, met Jonas de Geus de beste speler. En we hebben Duco Telgenkamp…Ik zou iedereen kunnen opnoemen.’

Trots. Het woord komt bijna om de zin weer naar boven bij Croon, die dit toernooi zijn team echt bij de hand nam, op alweer zijn derde Spelen. Hij beseft ineens dat hij de eerste minuten van zijn 26ste verjaardag in het uitverkochte TeamNL-huis gaat vieren. ‘Ik vind het allemaal ongelooflijk. We zijn een team geworden dat nooit opgeeft. Vecht voor elke meter. De titel olympisch kampioen, die ik voor de rest van mijn leven mag dragen…Dat zal dit team altijd verbinden.’


1 Reactie

  1. jack-jacobs

    👑


Wat vind jij? Praat mee...