Oranje moet wennen aan lange rustperiode: ‘Kon thuis een wasje doen’

Lachend loopt ze, met haar sokken in de slippers, over het zonnige terras van het spelershotel in Amsterdam-Zuid. Alweer een rustdag voor international Margot van Geffen, die met Oranje zo’n lange periode moet overbruggen tot de kwartfinale en terugblikt op de drie groepsduels. ‘Onze goede fases moeten langer duren.’

Op het moment van het gesprek is het rustdag twee van vijf, voor de kwartfinale van dinsdag. Of dat inmiddels een beetje went? ‘Mwah, medium’, zegt Margot van Geffen eerlijk. ‘Ik vind het eigenlijk het fijnst als je om de dag een wedstrijd hebt. En dat is nu niet zo. Al heeft het ook voordelen. Gisteren kon ik na het bezoek aan de parahockeyers even naar huis. Ik woon hier vlakbij, op drie minuten fietsen. Kon ik even thuis lunchen en een wasje draaien.’

Het hoort bij de luxe van de immense pauze, die voor Van Geffen niet helemaal nieuw is. Op het WK van 2018 in Londen moest Oranje vier dagen wachten voordat het na de poulefase aan de knock-outs kon beginnen. Net als nu hoefde Nederland de tussenronde niet te spelen. ‘Toen zijn we zelfs een paar dagen de stad uitgegaan. Een ander hotel, naar een musical toe. Door die verandering van omgeving voelde die periode minder lang.’

Van Geffen is bezig aan haar derde WK. De eerste twee won de Brabantse middenvelder. Foto: Willem Vernes

Beamertje aan en kletsen over corners

‘Maar ik vermaak me goed hoor’, haast de 32-jarige routinier zich te zeggen. ‘We hebben vandaag (vrijdag, red.) een pittige training op het programma staan. Daarna gaan we met een aantal yogaën. Verder kijken we ook hier veel hockey. Beamertje aan en lekker kletsen over het spel. Krijg je discussies of het wel of geen corner was. Mooi toch?’ Hier klinkt niet alleen een topsporter, maar ook een liefhebber. ‘Gisteren hebben we nog India tegen Nieuw-Zeeland gekeken. Op een gegeven moment was de tussenstand zo, dat er shoot-outs konden komen tussen India en China, omdat zij gelijk stonden in de poule. Spektakel, daar hoopten we  op. Ging helaas niet door, was wel mooi geweest.’

Woensdag sloot Oranje zelf de groepsfase af met een 3-1 zege op Chili. ‘Uiteindelijk ben ik blij dat we in de poule drie keer hebben gewonnen. Ik vind het wel jammer dat we in elke wedstrijd een tegengoal hebben gekregen. Da’s echt een puntje van aandacht’, stelt Van Geffen. ‘We moeten sneller omschakelen en onze verdedigende duels beter spelen. Nu balen we soms net te lang van een gemiste kans. Daar pakken ze ons op, zoals ook tegen Chili gebeurde. Er is geen man overboord, maar dat mag wel scherper richting de kwartfinale.’

De middenvelder geeft haar ploeg een ruime voldoende voor de eerste drie duels van het toernooi. ‘Al vind ik ook dat de goede fases – waarin we goed samen spelen en tegenstanders wegtikken – langer moeten duren. Als dat maar een kwart per wedstrijd is, doen we onszelf tekort.’

Met generatiegenoot Eva de Goede na de 3-1 tegen Chili. Foto: Willem Vernes

Ik was moe, speelde niet lekker en miste plezier Margot van Geffen over haar aanloop naar het WK

Ze vond haar eigen spel ‘zeker een voldoende waard’. ‘Helemaal als je kijkt naar mijn voorbereiding’, klinkt het eerlijk. ‘Daar was ik niet op mijn best. Had minder energie dan normaal. Was moe, speelde niet lekker en miste plezier. Dat had ook een wisselwerking op elkaar.’

Een open blik: ‘Ik was ook wat bang dat het misschien niet meer kwam. Dat extra zetje. Dat heb ik ook tegen het team gezegd: jongens, ik voel ‘het’ nog niet. Komt wel zeiden ze. En ze hadden gelijk. Dankzij hun vertrouwen, de combinaties in het veld en ook door het publiek. Daardoor sta ik er nu wel weer helemaal.’

Dat merkt ze meteen aan haar eigen spel. ‘Ik ga duels beter in. Win ze vaker. Da’s ook een gevolg van elkaar. Ik kan het team ook beter aanjagen. Dat komt anders over, als je zelf minder energie hebt.’

Het bespreekbaarder maken van onzekerheden past bij de opener cultuur binnen de spelergroep. ‘Misschien is daarin wel wat veranderd’, zegt Van Geffen. ‘Had ik zoiets vroeger vooral tegen mijn beste maatjes in de groep gezegd. Of wilde ik het zelf oplossen. Als je van elkaar weet hoe je ervoor staat en waar je over twijfelt, dan is die verbinding met de hele groep er sneller.’

In de achtervolging tegen Ierland. Foto: Willem Vernes

Het land waar het 40 graden wordt

Een WK in eigen woonplaats, met fans, bekenden en waar tussendoor zelfs tijd is voor een huishoudelijke klus. Je zou er bijna aan voorbij gaan dat de climax van het toernooi in Spanje plaatsvindt. ‘Dat is een heel raar gevoel’, erkent Van Geffen. ‘Deze opzet heb ik nog nooit eerder meegemaakt. Ergens vind ik het ook wel jammer dat we – als we de kwartfinale winnen – hier weggaan. De sfeer is zo fantastisch, dat je hier meer wedstrijden wil spelen.’

Een beetje dagdromend en voortuitdenkend: ’Laten we er dan dinsdag maar extra van genieten. De dag daarna is het de bedoeling dat we naar Spanje vliegen. Ik hoorde dat het daar veertig graden wordt in het finaleweekend. Da’s wel pittig.’ 

Binnen tien seconden is Van Geffen terug op aarde. ‘Maar eerst, na al die rustdagen, die kwartfinale winnen. Dat is het belangrijkste.’


Wat vind jij? Praat mee...