Van Dam: ‘Wij hadden meer de wil om te winnen dan België’

Nederland smeet zondag met z’n krachten in de laatste interland van het jaar. Het energieke Oranje schudde in de FIH Pro League de gehavende wereld- en olympisch kampioen België met 2-1 van zich af. Thijs van Dam, maker van de openingsgoal, constateert dat Nederland op wilskracht een bewogen jaar goed afsloot.

Oranje ging vrijdagavond, toen na het nemen van shoot-outs van de Belgen werd gewonnen, al tot het gaatje. Maar no way dat de tank daardoor zondag leeg was. ‘Er zat best nog wat in hè’, grinnikt Van Dam in de mixed zone van de hoek van het stadion.

Een paar meter daar vandaan geeft Tim Swaen zijn eerste, ontwapenende interview als international. Staat Jeroen Delmée heel relaxed de pers te woord, alsof hij dit team al jaren coacht. Iets verderop hangt het journaille aan de lippen bij Thierry Brinkman, die z’n spiksplinternieuwe aanvoerdersband nog om heeft.

In die mooie, bonte verzameling van hoofdrolspelers in de Derby der Lage Landen vertelt Van Dam trots over het spectaculaire eerste kwart, waarin Nederland een 2-0 voorsprong nam. ‘Wij wisten dat België na vrijdag een tandje bij zou zetten. Het beste team ter wereld, dat op shoot-outs verliest van een nieuw Oranje…dan weet je dat ze iets willen laten zien.’

Van Dam in duel met Florent Van Aubel, gelegenheidsverdediger bij de Red Lions. Foto: Bart Scheulderman

Waarom Nederland gretiger was

Het antwoord van Nederland? Ook een versnelling hoger schakelen. ‘Zeker in het begin ging dat heel goed’, zegt Van Dam, die vandaag ook werd ingezet als middenvelder. ‘Als ik even kritisch mag zijn: er had nog wel meer ingezeten. We kregen kansen, maar eindigden ook een paar keer net voor de cirkel. Als we iets rustiger waren geweest, iets meer het overzicht hadden gehouden, dan was waren dat geen halve maar echte kansen geworden. Het was nu iets te veel flipperkast-hockey.’

België vocht zich terug in de wedstrijd, maar Nederland hield stand. ‘Ik denk dat wij meer energie en gretigheid hadden. Meer de wil om echt te winnen.’ Dat kan Van Dam wel verklaren. ‘Zij hebben een succesvol jaar achter de rug. Nu staan ze hier in een leeg stadion. Vrijdag in de regen, vandaag was het vier graden. Wij staan hier met een jonge en gretige groep, hebben negen debutanten. Dat zit je er anders in.’

Kortom: ze wilden meer dan graag, die spelers in de compleet veranderde selectie van Delmée. ‘We hebben verdedigd met ons leven’, zegt Van Dam met trots. ‘Handen en sticks op de grond. Laag zitten. Veel afpakken. Daardoor trokken we ‘m over de streep.’

Van Dam en Koen Bijen geven België weinig ruimte om op te bouwen. Foto: Willem Vernes

Het verschil met de zomer

Die wil om te winnen. Die was er afgelopen zomer natuurlijk ook. Ze gingen immers niet voor niets naar Tokio. En toch is het gevoel anders bij Oranje. Weer komen die woorden energie en gretigheid om de hoek kijken. En ook spelplezier. ‘Die dingen spatten er meer vanaf dan toen. Dat zal het publiek vinden en dat merk ik zelf ook. We hebben minder kwaliteit. Er zijn zoveel goede spelers gestopt, dat los je niet zomaar op. Maar je ziet ook hoe ver je kan komen met keihard werken. Al moeten we niet doen alsof dit het allerbeste België was. Dat was het niet. Maar er stond wel een goede versie van het Nederlands team op het veld.’

Vooral binnen de lijnen is de sfeer optimistischer bij Oranje, erkent Van Dam. ‘Daarbuiten was het in de zomer ook leuk, hoor. Maar in het veld kwam het er toen niet uit. Het is frustrerend als je veel kwaliteit en ook hoge verwachtingen hebt en het niet lukt. Nu speelden we eigenlijk zonder verwachtingen. Een jong team, dat niets te verliezen heeft. Alleen heel graag zichzelf wil laten zien.’ Nog even nadenkend over zijn woorden: ‘Eigenlijk is het niet te vergelijken.’

Een groepsknuffel na een doelpunt in het succesvolle eerste kwart. Foto: Willem Vernes

2021, het jaar waarin het alle kanten opging

Die analyse past bij het afgelopen jaar, dat voor Van Dam als international een rollercoaster was. ‘Het was een droom van mij om mee te doen aan de Olympische Spelen. Maar ik voel nog niet de trots dat ik daar gestaan heb, omdat het teleurstellend uitpakte’, klinkt het eerlijk.

‘Maar… het is ook het jaar waarin ik voor het eerste Europees kampioen ben geworden. Hier, in eigen huis. Dus ja, hoe moet ik dit jaar precies benoemen? Eentje met hoogte- en dieptepunten en óók nog de start van het nieuwe Oranje. Het is dus echt alle kanten opgegaan.’


Wat vind jij? Praat mee...