Sabine Plönissen (27) hockeyde tot haar 24ste in de verdediging van middenmoter Hurley. Via Amsterdam speelde ze zich in de kijker bij het Nederlands elftal. Inmiddels staan er negen interlands op haar naam en maakt ze zich op voor haar eerste grote toernooi: het wereldkampioenschap.
Maandag 6 juni, 10.00 uur. Met bondscoach Jamilon Mülders is afgesproken dat hij op dit tijdstip naar alle speelsters van de trainingsgroep een e-mail stuurt met daarin de WK-selectie. Maar Oranje is pas net op Schiphol geland, na het tweeluik met Engeland. Hun vlucht van zondagavond was vertraagd. Plönissen moet dus nog even geduld hebben, net als de rest van het team.
Maandag 6 juni, 11.00 uur. Plönissen ligt thuis op bed. Ze is moe van de vlucht, maar moet wakker zien te blijven. Dit is het nieuwe tijdstip waarop Mülders de e-mail verstuurt, heeft hij beloofd. Maar opeens plaatst de bondscoach een bericht in de groepsapp. Dat het opnieuw iets later wordt.
De spanning wordt Plönissen te veel. Dat concurrent Ireen van den Assem, haar oud-jeugdtrainer bij Rotterdam, intern al heeft aangegeven dat ze het wereldkampioenschap aan zich voorbij laat gaan, heeft haar gedachtenkronkels niet opzij gezet. Ze geeft haar telefoon aan haar huisgenoot. ‘Zeg het maar wanneer de mail is binnengekomen’, draagt ze haar op. Maar even na 11.00 uur verschijnt er een glimlach op het gezicht van haar huisgenoot. Plönissen is geselecteerd voor het WK.
Wachten op de WK-selectie
‘Ik had de afgelopen jaren niet verwacht dat ik dit nog zou meemaken’, vertelt Plönissen. ‘Het is bizar hoe mijn carrière is gelopen. Toen ik hoorde dat ik tot de WK-selectie behoor, was ik er helemaal sprakeloos van. Het moest nog even bij me landen. Ik ben heel blij dat ik toch nog een groot toernooi mag gaan spelen. Ik zag het als mijn laatste kans.’
Woensdagochtend checkte Plönissen in bij het spelershotel in Amsterdam. Daar verblijft Oranje de komende twee weken, voordat het – bij plaatsing voor de halve finale – naar Spanje vliegt voor de ontknoping van het toernooi. Voor Plönissen is het lang geleden dat ze een toernooi speelde. De laatste keer was met Jong Oranje, een jaar of zeven geleden. Voormalig bondscoach Alyson Annan haalde haar vorig jaar bij de potentials en liet haar afgelopen najaar debuteren in het Nederlands elftal. Van de zeven WK-debutanten is Plönissen de enige international die nog nooit een eindtoernooi met het grote Oranje speelde.
‘Veel meiden hoor ik tegen elkaar zeggen dat ze hun eerste WK-wedstrijd gaan spelen. Voor mij is het überhaupt mijn eerste toernooiwedstrijd’, zegt de verdediger van Amsterdam. ‘Ik vind het heel bijzonder. Ik heb natuurlijk wel in de Pro League-gespeeld, maar dit voelt heel anders. Ik weet nog niet zo goed wat ik ervan moet verwachten. Ik laat het op me afkomen. Wat ik in ieder geval heel leuk vind, is dat het WK gedeeltelijk in Nederland wordt gespeeld, in het Wagener Stadion. De plek waar ik normaal gesproken voor Amsterdam speel en straks dus voor Oranje. Met die vertrouwde omgeving ben ik heel blij.’
Topsporter geworden bij Amsterdam
Zo’n drie jaar geleden was de carrière van Plönissen aanbeland op een T-splitsing. Op dat moment hockeyde ze vijf seizoenen bij Hurley, nadat ze was overgekomen van Rotterdam Dames 1, dat in de Overgangsklasse speelde, toen het één-na-hoogste niveau van Nederland. Bleef Plönissen, die alle nationale jeugdselecties doorliep, tot aan haar hockeypensioen voortkabbelen bij Hurley, in de grijze middenmoot van de Hoofdklasse? Of wilde ze nog één keer proberen het onderste uit de kan te halen?
‘Dat ik voor Amsterdam mocht uitkomen en om de prijzen mocht gaan spelen, dát vond ik al heel gaaf. De afgelopen drie seizoenen heb ik mij goed kunnen ontwikkelen. Vooral omdat ik nu in een team speel waarin iedereen dezelfde mindset heeft. Iedereen heeft het vizier op de play-offs gericht. Een heel duidelijk doel dus. Bij Hurley heb ik een superleuke tijd gehad en ook veel geleerd, maar het team was wel een beetje een mix van speelsters die er honderd procent voor wilden gaan, die wilden afbouwen en die ook van hun studententijd wilden genieten. Bij Amsterdam merk je dat hockey veel meer topsport is. Dat heeft mij erg geholpen’, vertelt Plönissen.
In de fout tegen Engeland
Het gat dat Lauren Stam – het hele seizoen aan de kant gebleven met de gevolgen van een hersenschudding – het afgelopen jaar achterliet in de verdediging van Amsterdam, gaf de ontwikkeling van Plönissen een extra duw in de goede richting. Opeens moest zij leiding gaan geven aan de achterste linie. Het kwam het spel van Plönissen ten goede, die haar beste seizoen bij Amsterdam doormaakte.
Op internationaal niveau speelde Plönissen ook een aantal sterke wedstrijden, maar ging ze ook opzichtig in de fout tegen Engeland, een dag voor de bekendmaking van de WK-selectie. In de as van de verdediging maakte ze een stopfout, waarna de Engelse speelster Elena Rayer haar op snelheid voorbij sprintte en scoorde.
‘Hoewel ik me nog steeds nieuw voel in het Nederlands team, was ik die week ineens één van de ervaren speelsters, omdat de internationals van Den Bosch en SCHC ontbraken en we met veel nieuwe meiden naar Engeland waren gereisd. Het was pas mijn vijfde interland. Terwijl ik me het liefst nog zoveel mogelijk wilde focussen op mijn spel, pakte ik daar de verantwoordelijkheid en was ik meer bezig met het leiden van de verdediging’, verklaart Plönissen het moment waarop ze zomaar een tegendoelpunt weggaf.
‘Ik had niet per se het idee dat ik gelijk afgeschreven was omdat ik een fout maakte. Als je achterin een fout maakt, is het meestal meteen cruciaal. Dat gebeurt soms. Ik krijg bovendien veel vertrouwen van Jami. Het was ook fijn dat ik een dag later meteen hoorde dat ik bij de WK-selectie zit. Zo kon het ook niet meer tussen mijn oren gaan zitten. Ik heb dat moment achter me gelaten. Ik heb onwijs veel zin in het WK en kijk er met vertrouwen naar uit. Hopelijk is dit het begin van iets nog veel mooiers.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.