Het is officieel zijn derde seizoen bij Schaerweijde. Maar middenvelder Casper Rietveld telt het als zijn tweede. Het vorige seizoen, waarin zijn ploeg degradeerde uit de Hoofdklasse, keek Rietveld in zijn geheel vanaf de kant toe. Hersteld van trombose en een spierscheuring wil hij met de huidige koploper van de Overgangsklasse direct weer promoveren. ‘Die ambitie moeten we durven uitspreken.’
Het begon met zijn linkerarm die dikker was. Pijn had Casper Rietveld er niet aan, hij kon er ook gewoon mee hockeyen. Maar helemaal lekker voelde zijn arm ook niet. Voor de zekerheid raadpleegde de middenvelder van Schaerweijde manager Anne Marie Dobbelaar, huisarts van beroep. Die schrok en stuurde Rietveld direct voor een echo naar het ziekenhuis. Daar bleek dat Rietveld trombose had tussen zijn sleutelbeen en schouder. Rietveld: ‘Een blessure die bij sporters en schilders voorkomt.’ Onmiddellijk rust en aan de bloedverdunners luidde het oordeel van de arts.
We schrijven de voorbereiding op het seizoen 2015/2016. ‘Drie maanden moest ik aan de bloedverdunners. Daardoor was het te gevaarlijk om te hockeyen. Dat was balen’, vertelt Rietveld.
Anders kunnen aflopen
Manager Dobbelaar was allang blij dat dit de enige schade was. ‘Het had echt heel anders kunnen aflopen voor Casper. Hij heeft geluk gehad’, zegt ze.
Rietveld weet dat een hartaanval of longembolie tot de mogelijke gevolgen behoren van trombose. Maar, zo zegt hij nuchter, ‘ik heb daar eigenlijk geen moment bij stil gestaan. Toen niet en daarna ook niet meer. Heeft ook niet veel zin. Dat is niet gebeurd. Ik ben er nu helemaal vanaf.’
Dat kon niet gezegd worden van het blessureleed. Tot de winterstop speelde Rietveld niet. Hij trainde vervolgens wekenlang keihard om fit te worden, maar al in de eerste wedstrijd na de winterstop ging het mis. ‘Ik scheurde mijn hamstring vijf cm in. Einde seizoen. Toen stortte mijn wereld wel even in, was ik even klaar met hockey.’
Ambitie uitspreken
Vanaf de kant zag Rietveld hoe zijn ploeg dapper streed tegen degradatie, maar het net niet redde. En dus moet de ploeg vanuit de Overgangsklasse opnieuw proberen de Hoofdklasse te bereiken. Tot nu toe ligt de formatie van trainer Bas Bogaard op titelkoers met een fraaie koppositie in de Overgangsklasse Poule A. ‘Vanaf het begin van de voorbereiding hebben we eigenlijk continu het goede gevoel gehad. Nu we in de winterstop bovenaan staan, moeten we ook durven uitspreken dat we voor de Hoofdklasse gaan. Het liefst rechtstreeks en anders via de play-offs.’
Hockey op Gran Canaria
Rietveld (22) doet zijn verhaal vanaf een bankje op het complex van Real Club Polo de Barcelona waar Schaerweijde zijn winterstage heeft. Diverse spelers zijn hier vaker geweest, maar alleen Rietveld speelde op het exclusieve complex echt competitie tegen Polo. En wel met U.D Taburiente afkomstig van Gran Canaria. ‘Via een voormalig trainer ben ik daar terecht gekomen’, vertelt Rietveld. ‘Mijn studie wilde destijds niet vlotten, ik wilde naar het buitenland en hij bracht me in contact met Gran Canaria. Ik heb daar een jaar gespeeld. Dat was een bijzondere ervaring. Ik was negentien jaar, ging voor het eerst het huis uit en sprak geen woord Spaans. Dan word je snel een stuk volwassener. Ook in het hockey. Ik had in Nederland een jaar in de Overgangsklasse gespeeld en kwam hier in de hoogste klasse. Dat niveau is qua hockey vergelijkbaar, maar het gaat er veel mannelijker aan toe. In Nederland zijn we van het passen en lopen. Die macho Spanjaarden willen eerst een paar man uitspelen en gaan er stevig tegenaan.’
Casper Rietveld van Schaerweijde in actie tijdens de training in Barcelona. Foto: Nacho Olano.
Uitwedstrijden waren ook bijzonder. ‘Wij speelden in de Spaanse competitie waardoor we voor elke uitwedstrijd moesten vliegen. Vliegen werd net zo gewoon als reizen met de bus. Om de kosten te drukken, zaten we soms direct na afloop van een wedstrijd wel eerst vijf uur in de bus.’
Met 22 jaar bij de oudjes
Na een jaar had Rietveld het wel gezien op het Spaanse eiland. Via een winterstage van Schaerweijde op Gran Canaria belandde hij bij de Zeister formatie. Daar heeft de student Psychologie het ‘geweldig naar zijn zin’. ‘Ik ben bijna elke dag op de club. We trainen drie avonden en ik geef ook nog drie keer training aan de B1. We hebben een goede, maar wel jonge groep. Met mijn 22 jaar hoor ik bij de partijen oud tegen jong al bij oud. Dat zegt genoeg. Ik hoop dat we deze ploeg de komende jaren bij elkaar kunnen houden, dan kunnen we nog veel bereiken.’
1 Reactie
JorisdeBeuker
Mooie avonturen hoor gast! Maaaar, wanneer kom je terug? #IJsselthuisgekkehuis