De Moor verrast met overgangsklasser Xenios, met 5 watervelden in vooruitzicht

In zijn eerste seizoen bij de mannen van Xenios promoveerde Marc de Moor direct naar de Overgangsklasse. Voor de voormalig hoofdcoach van Amersfoort en assistent van HIC bekend terrein. De promovendus staat momenteel op een tweede plek, met op het programma zondag het duel tegen koploper Helmond. De toekomst ziet er mooi uit, zeker met de verhuizing volgende winter naar het nieuwe complex met liefst vijf (!) watervelden in sportpark Sloten in Amsterdam-West.

Het Amsterdamse Xenios verzamelde in acht wedstrijden veertien punten, Helmond heeft er een meer. ‘Zondag gaan we uit van onze eigen kracht. Zoals we dat iedere week doen’, vertelt De Moor. De coach moet presteren, want het voelt de hete adem van Victoria en Leonidas met dertien punten. Een steek laten vallen na 8 speelronden in de Overgangsklasse A, kan zomaar drie of vier plekken schelen op de ranglijst. ‘Helmond is een sterke ploeg met harde werkers. Als onze beleving goed is, zie ik zeker kansen. Wij zijn aan elkaar gewaagd, maar wij gaan voor de winst.’

Het roer omgooien

Er is veel ambitie bij Xenios, hoewel De Moor de sfeer op de club vooral als ‘laagdrempelig, warm en heel sociaal’ ervaart. Een leuke mix van onder andere Amsterdamse studenten en families uit Badhoevedorp. Maar het vooruitzicht om vanaf volgende winter over vijf watervelden te beschikken, zorgt vanzelf voor nieuwe aanwas en een nieuw perspectief op de toekomst. Als het wil kan Xenios met zo’n complex de clubs in het hockeybolwerk in het Amsterdamse Bos (Amsterdam, Hurley, Pinoké) ooit bedreigen. Maar De Moor weet niet eens of dat zo’n visie bij de club past. Dat het vlaggenschip na de promotie alweer bovenin meedraait in de Overgangsklasse, is een prestatie op zich, zegt de coach enthousiast.

‘Toen ik hier vorig jaar kwam en het overnam van Rob Bianchi (voormalig bondscoach, nu met pensioen) hadden we een groep met best veel kwaliteit. Sociaal was het team altijd een collectief, met jongens die veel met elkaar omgingen buiten het veld’, analyseert De Moor zijn team. ‘Maar het was iets te frivool allemaal op het veld. Te individueel. Met jongens die te veel voor hun eigen actie gingen. Het was echt eersteklassehockey. Het was geen los zand, maar er moest wél meer structuur komen. Daarom hebben we ze op tactisch niveau bijgespijkerd en erop gehamerd dat ze minder met randzaken, zoals de arbitrage, bezig waren. Het is op het veld nu meer een team.’

De promotie van Xenios. Foto: Marc de Moor

Eigen kracht

In principe is het beleid van Xenios dat er maximaal twee spelers per jaar van buitenaf Heren 1 mogen versterken. Voor deze zomerstop had de ambitieuze De Moor dat begrip iets opgerekt, maar niet in die mate dat er een heel ander team staat. Hij verraste met de komst van de 18-jarige Engelse student Nikolaj Boorman. Die had de selectie van promotieklasser HIC net niet gehaald. Omdat de banden van De Moor met HIC (De Moor was drie jaar assistent bij het team dat bovenin de Overgangsklasse meedraaide) altijd nog warm zijn, was de connectie snel gemaakt. Volgens De Moor moet de jonge aanvaller uit Engeland nog veel leren, maar is hij een mooie versterking voor de komende jaren. De Brit blijft minimaal vier jaar in Nederland.

De aanpak van De Moor is tot nu toe succesvol. Zijn team, waar al spelers uit Jongens A1 en B1 meetrainen, strijdt als promovendus mee om de bovenste plekken. ‘We doen het op eigen kracht. Ons doel is nog steeds handhaving. Het niveau van de ploegen ligt zo dicht bij elkaar, dat je elke week niet weet wat je kunt verwachten.’ Hoewel nog vroeg in het systeem, lonkt bij een goede prestatie dit seizoen, misschien wel promotie naar de Promotieklasse. Met de vijf heerlijke watervelden in het verschiet, een aanlokkelijk perspectief. De Moor: ‘Dat zou voor ons een positief project zijn. Maar eerst maar eens presteren in de Overgangsklasse. Dat is echt al een hele klus.’


Wat vind jij? Praat mee...