Hij won olympisch zilver. Werd twee keer tweede op een WK. Pakte driemaal goud op een EK en groeide uit tot een cornerfenomeen. Mink van der Weerden (34 jaar) stopte afgelopen zomer met tophockey, maar stond zondag wel op het veld. De 191-voudig international maakte de cirkel rond bij zijn oude club HCAS, in de Overgangsklasse.
Zondagmiddag, 16.09 uur. Op het sfeervolle sportpark ’t Root kan je een speld horen vallen. HCAS uit het Brabantse Asten heeft net een corner gekregen. Het publiek, gebakken in de snoeihete zon, gaat er eens goed voor zitten. De flesjes water en zonnebrandcrème gaan even aan de kant. Het staat 2-2 in de wedstrijd tegen promovendus IJsseloever. Alle ogen zijn gericht op één man. Op de kop van de cirkel.
Want daar staat-ie.
Nummer 20, Van der Weerden. Zijn naam vers gedrukt op het tenue, dat hij als B-junior voor het laatst droeg. De deejay, die zijn liedjes draait bovenop een oude Landrover, voelt de sfeer goed aan. Komt-ie dan hè. Komt-ie, komt-ie dan hè, beukt uit de speakers, als cornertune. Een herenteam, dat aan het aantal kannetjes bier te zien vroeg speelde, laat zich horen. ‘Miiiiink. Mink-ieee’, schalt er over het sfeervolle complex.
De schorsing die voor de rentree zorgde
Het aangeven is goed. De stop ook. De sleep vliegt tegen het dak. 3-2. Het blijkt de winnende te zijn. Van der Weerden loopt juichend naar de middenlijn. Maar hij is niet de maker van de goal. De bal ging namelijk naar local hero Etienne Rudolf, een 25-jarige medewerker van een sportspeciaalzaak in Deurne die al jaren goed op schot is in de regio.
Het is ergens wel illustratief voor de rol die Van der Weerden bij zijn oude liefde vervult op de eerste competitiezondag van de Overgangsklasse. Hij treedt niet veel op de voorgrond. Twee van de vijf corners pusht het fenomeen, dat in april nog de EHL-finale speelde met Rot-Weiss Köln. Een keer is-ie heel dicht bij succes, als zijn sleep op de lat knalt. Vanaf links- en rechtsachter faciliteert hij vooral. Geeft scoopjes op maat. Hij moedigt aan. Complimenteert. ‘Lekker maatje!’, klinkt het bijna vaderlijk richting een teamgenoot die meer dan tien jaar jonger is.
Dat Van der Weerden zondag na zo’n twintig jaar weer voor HCAS speelde, heeft hij ook te danken aan Teije Bruinsma. Verdediger en normaal gesproken eerste cornerman in Asten. Bruinsma kreeg in de laatste wedstrijd van het vorige seizoen een derde gele kaart en was daardoor zondag geschorst.
De slopende ritjes uit Keulen
‘En daardoor moest ik invallen’, vertelt Van der Weerden na afloop op het veld. ‘Ik heb afgelopen week voor het eerst twee trainingen meegedaan. Ik heb nog geen idee hoe het verder gaat. Het zou ook kunnen dat ik hier in de veteranen ga spelen.’ Hij hockeyde de afgelopen drie jaar in de top van de Duitse Bundesliga. ‘Dat ritme was best wel slopend, vooral doordeweeks. ’s Avonds kwam ik na de training rond middernacht thuis na een autorit van anderhalf uur uit Keulen. Als je ook overdag nog iets wil presteren, gaat dat best lastig samen. Ik was soms kapot, al waren de zondagen nog wel heel leuk.’
Vervolgens duurde het even voordat zijn oude club aan de bel trok. Een tactische zet, vertelt Wil Hoebergen, die zich bij het gesprek voegt. Hoebergen is niet alleen teammanager van het huidige heren 1 van HCAS, hij was ook de zaakwaarnemer van Van der Weerden tijdens diens topsportloopbaan. ‘We wilden wachten op het moment dat Mink het gras weer wilde voelen. Het shirt lag al twee maanden klaar’, zegt het erelid van HCAS lachend.
‘Ach, ik was natuurlijk al wel eerder gepolst’, zegt Van der Weerden, die in het naburige Someren woont. ‘Omdat er in Duitse competitie een langere pauze zit tussen de eerste en tweede seizoenshelft, trainde ik hier al mee in de winter. Ik ken daardoor best wel veel jongens. Met Hugo Dekkers en Bodie Berenos heb ik nog samengespeeld bij Oranje-Rood. Dat schakelt wel makkelijk. Zij zeiken me ook wel af, daar kan de rest mooi op aanhaken. Ik deed altijd mijn looptrainingen hier en pushte tussendoor weleens wat corners als ik alleen trainde. Ik kon er echt niet onderuit om op de lijst te staan. En ja, toen wist ik al dat die schorsing van Teije eraan kwam. Dat de kans dus groot was, dat ze mij ook wilden inzetten.’
In de C-jeugd pushte Mink al zo hard, dat ouders niet meer wilden dat hun kinderen op de lijn stonden. HCAS-manager Wil Hoebergen
En daardoor was Van der Weerden weer even terug op HCAS. De club waar zijn corner een wapen werd. ‘Ik zie ‘m nog staan hier, als middelbare scholier’, zegt Hoebergen. ‘Zijn school was hier direct achter. Zo’n beetje elke middag stond hij hier met twee vrienden. De stopper en de aangever. In de C-jeugd pushte Mink al zo hard, dat ouders niet meer wilden dat hun kinderen op de lijn stonden. Dan gooide hij er weer zeven in tijdens een wedstrijd. ’
‘Het was vandaag mijn tweede wedstrijd in heren 1 hier’, grijnst de veteraan. ‘Jaha, bij die eerste was ik je coach’, haalt Hoebergen terug. ‘Uit bij Civicum, in de Tweede Klasse. Toen was je nog een B’tje. Ik weet nog dat-ie een bal met z’n backhand vol in de kruising knalde. Een prachtgoal. Snoeihard. Maar ja. Hij telde niet. De scheidsrechter vond dat een te gevaarlijk schot, op dat niveau.’
Het gesprek wordt even onderbroken door het dochtertje van Van der Weerden, die inmiddels het veld is opgelopen. Met haar stick in haar hand stapt ze op haar vader af. ‘Papa? Papa? Mag ik iets zeggen?’, klinkt het beleefd. Van der Weerden kijkt op. ‘Vond je het leuk, papa?’ De oud-internationaal straalt van oor tot oor. ‘Goede vraag. Ja, ik vond het heel leuk. Jij ook?’
De toekomst
Het is nog onbekend wanneer de familie Van der Weerden weer met elkaar op de fiets naar de club kan. Want, om het nogmaals te benadrukken: Van der Weerden zit op dit moment niet ‘vast’ bij het vlaggenschip van HCAS, de club waar je om het kwartier het carillon hoort van het klokkenmuseum dat ernaast ligt. ‘Ik zit nog middenin het beslissingsproces’, zegt de hoofdrolspeler lachend. ‘Ik vond het schitterend om hier te staan. Maar ik wil niet het commitment afgeven om er drie avonden in de week te zijn. Man, die gasten trainen superhard. Past er dan iemand bij die zegt: ‘ik kijk wel of ik zondag kom?’
Hij lacht, maar worstelde voorafgaand aan zijn rentree nog wel een beetje met zijn rol. ‘Ik wil geen stoorzender zijn. Als je volle bak gaat, de hele wedstrijd aanstaat en alles opeist, kan men denken: daar heb je hem weer. En als je niet zo goed bent, dan lijkt het misschien alsof je versleten bent. Maar goed, dat is het gevoel in mijn eigen kop. We moeten er een modus in vinden. Wat hebben zij nodig? Wat vinden we samen fijn? Kijk, volgende week trouwt mijn broertje. Ik vind het ook geweldig dat ik daar nu gewoon bij kan zijn, tijdens het seizoen.’
Hij geniet van die vrijheid, die bij zijn nieuwe bestaan hoort. ‘De avonden vullen zich nu supermakkelijk. Maar hoe wordt het straks als het eerder donker is? Misschien wil ik dan toch liever op een verlicht veld staan.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.