Vooruitblik OVK: Goedegebuure en de nieuwe werkelijkheid voor KZ

De Overgangsklasse staat aan de vooravond van een cruciaal seizoen. De invoering van de Promotieklasse zal, zéker na de winterstop, voor spektakel, spanning en sensatie gaan zorgen. Wie spelen vanaf 2018/19 in deze elitegroep, voor welke ambitieuze club valt deze illusie straks in duigen? Hockey.nl blikt deze week in een vierluik vooruit op dit nieuwe hockeyjaar. Vandaag aflevering 3: doelman Laurens Goedegebuure van Klein Zwitserland.

Wat geweest is, is geweest. Het was in de Eerste Klasse een glorieus seizoen voor Klein Zwitserland – met promotie en het winnen van de Silver Cup – maar vanaf zondag stapt KZ in een andere werkelijkheid.

Laurens Goedegebuure (30), de nieuwe doelman van de Hagenaars afkomstig van Hoofdklasser Amsterdam, heeft niet de behoefte achterom te kijken. Ten eerste maakte hij geen deel uit van dit succesteam, ten tweede keert hij terug op het oude nest om de club op weg te helpen naar een niveau, waarop de Steenbokken in zijn ogen thuis zou moeten horen. ‘Wij willen dit seizoen de Promotieklasse halen en wie weet slagen we erin op den duur door te stoten naar de Hoofdklasse. Dat is de uiteindelijke ambitie van de club, maar daarvan zijn we nog even verwijderd.’

Stoppen in de Hoofdklasse

De goalie hield zijn besluit om te stoppen met Hoofdklasse-hockey bewust lang stil. ‘Bij Amsterdam koos men voor de jeugd, daar had ik me bij neer te leggen. Daarbij had ik het eerlijk gezegd ook wel gehad met het reizen. Ik heb tien jaar in de Hoofdklasse gespeeld. Dat ik het laat bekend maakte, had ermee te maken dat ik niet weer in de verleiding wilde komen – na wat telefoontjes – om toch bij een Hoofdklasse-club nog eens ergens opnieuw te beginnen.’

Hoofdklasse-hockey vergt veel tijd en energie, zegt Goedegebuure. ‘Ik woon op vijf minuten fietsafstand van KZ, het is de club waar ik ooit ben begonnen en ik geloof erin dat de club kan terugkeren op het hoogste niveau. Daarnaast gaat onze dochter over een jaar waarschijnlijk op hockey. Ik verwacht daardoor sowieso wat vaker op KZ rond te lopen. Het is allemaal weloverwogen geweest, deze stap. Dat ik op een gegeven moment ‘ja’ zei tegen KZ, was in zekere zin best een opluchting.’

Ervaring en talent

Gesprekken met Jaap-Derk Buma, bestuurslid tophockey op KZ, en zijn huidige teamgenoten Govert Soeters en Wouter Rens (beiden ook mannen met ervaring op het hoogste niveau) gaven Goedegebuure de doorslag. ‘Wij beschikken over een kern met ervaring en een aantal talentvolle jonge spelers. We hebben een goed team, maar het is de uitdaging een stabiel collectief te worden. Daar wordt hard aan gewerkt. De Eerste Klasse ligt achter ons, daar kun je je veroorloven een bal van de stick te laten springen. De mindset moet meer op tophockey komen te liggen. Dat betekent harder trainen om elke keer het beste uit jezelf te halen, bijvoorbeeld qua sticktechniek, en zakelijker hockey spelen. De wedstrijden leren lezen en minder opportunistisch spelen. We willen immers richting de Promotieklasse. Lukt dit niet, dan degradeer je in feite weer naar het derde niveau van Nederland.’

Ander kaliber

Voor Goedegebuure is het ook aanpassen. Het niveau van de Hoofdklasse is heel duidelijk van een ander kaliber, zo weet hij intussen. ‘Voor iedereen is het nog wat zoeken. Bij Amsterdam wist ik wat de verdedigers voor mij deden in bepaalde situaties. Nu zie ik dingen in het veld gebeuren waarop ik niet of nauwelijks kan anticiperen door de onvoorspelbaarheid ervan. Gelukkig hebben we een coach die begint bij de basis, van daaruit werken we verder aan ons spel. We moeten geduld hebben, sommige veranderingen ontstaan na het opdoen van ervaring. Dat lukt je niet in een paar weken voorbereiding.’

Scherp blijven

De goalie, die vanwege een kuitblessure waarschijnlijk de eerste twee weken niet kan spelen, onderkent dat hij zelf ook scherp moet blijven om het team mede op te stuwen in de vaart der volkeren. ‘Als doelman word ik misschien wel minder uitgedaagd. Ik krijg minder te doen, mede ook doordat het tempo op Overgangsklasse-niveau lager ligt, maar het gevaar zit hem in de luwte.’