Hoe Fleur Gort het hockeygeluk terugvond buiten de Hoofdklasse

Als talent van HGC stroomde Fleur Gort (inmiddels 21) drie jaar geleden door naar Dames 1. Al tiener had de spits een droomstart bij de ambitieuze Hoofdklasser, maar een coachwissel veranderde haar wereld. Ze werd tribuneklant en koos voor Leiden, in het rechterrijtje van de Promotieklasse. ‘Ik hockey nu zonder stress.’

Ze werd uitgeroepen tot Hoofdklasse Speelster van de Week. Viel op met dribbels en een – voor haar zeldzaam – doelpunt. Schitterende aan de zijde van Eva Drummond, die in haar debuutjaar werd aangetrokken. Gort was een vaste keuze onder haar coach Robbert-Jan de Vos. ‘Ik kwam redelijk goed mee; was een gemiddelde speelster’, stelt de aanvaller. ‘Als jonkie was het natuurlijk wennen aan het tempo en het niveau. Fouten worden sneller afgestraft, iedereen is technischer. Door te kijken naar speelsters als Eva, de keuzes die zij in het veld maken en haar mentaliteit, leerde ik veel.’

Vanuit haar woonplaats Leiden pendelde Gort ook het jaar erop vijf keer per week heen en weer naar Wassenaar. ‘Met Margot van Geffen en een paar buitenlandse speelsters erbij hadden we een jaar later nog meer kwaliteit in de groep. Toch was ik altijd onderdeel van de selectie en pakte ik mijn minuten mee.’

Gort in duel met Rotterdam-speelster Emma van Santbrink, toen zij nog wél speelminuten maakte bij HGC

Haar glorieuze perspectief veranderde toen coach De Vos halverwege het seizoen het veld moest ruimen vanwege tegenvallende prestaties en werd vervangen door Suzan van der Wielen. ‘Zij had een andere visie op het spel. Daardoor speelde ik weinig tot niet meer. Dat was lastig. Ik trainde zo hard als ik kon om mijzelf te bewijzen. Liet veel voor het hockey, zeker omdat ik het combineerde met studie en werk. Tijd voor andere dingen was er niet. Om dan op zondag niet eens bij de selectie te horen of vooral op de bank te zitten, vond ik pijnlijk. Zeker omdat ik wist hoe gaaf het was om er wél bij te horen en tegen de top van het Nederlandse hockey te spelen.’

Gort verbeet zich. Zette alles op alles om het tij te keren. ‘Aan het begin accepteerde ik hoe het was. Trainde ik nog harder om te laten zien dat ik een plekje verdiende. Maar toen ik steeds maar weer buiten de selectie viel, ging ik steeds meer aan mezelf twijfelen. Hockey werd daardoor ook minder leuk. Niets voor het harde werken terugkrijgen, viel mij zwaar. Ik voelde constant druk. Een onaangenaam gevoel van stress, dat ik bij iedere training had.’

Weggestuurd van haar vertrouwde cluppie

Vlak voor het einde van de competitie, nu zo’n anderhalf jaar geleden, had ze een gesprek met haar coach. ‘Ze gaf aan dat het gat tussen de boven- en onderkant van de selectie moest worden verkleind. Dat ik daarom buiten de selectie voor het jaar erna viel. Omdat het zo laat in het seizoen was, viel het bericht ondanks de maanden ervoor rauw op mijn dak. Zeker omdat HGC mijn cluppie was, waar ik sinds de C’tjes speelde. Er was op de club geen Dames 2 of opleidingsteam. Daarom moest ik wel van club wisselen als ik wilde blijven hockeyen. Heel onwerkelijk na al die vanzelfsprekende jaren bij HGC. Ik dacht echt: wat moet ik nu?’

Met enige haast ging Gort alternatieven af. ‘Ergens wilde ik graag Hoofdklasse blijven spelen. Maar wéér vooral op de bank zitten, zag ik niet zitten. Bovendien waren de meeste teams al gevuld. Daarom kwam ik snel op Leiden uit. Zij waren net gepromoveerd naar de Promotieklasse en ik kon dan op de fiets naar de training. Ik deed een keer mee en werd meteen goed ontvangen. Ik kende een paar meiden uit de buurt, maar had nooit met een van hen samengespeeld. Toch voelde het direct goed. Ook met de coach, Jorge Nolte, had ik een klik. Hij sprak bovendien vertrouwen uit.’

Gort kreeg bij Leiden langzaam het vertrouwen terug

Gort trainde nog wel met het net uit de Hoofdklasse gedegradeerde Klein Zwitserland mee, maar koos uiteindelijk voor de optie het meest dichtbij huis. ‘In het begin liep ik weer tegen mezelf aan. Ik legde zulke hoge verwachtingen bij mij neer. Op een niveau lager behoorde ik ineens tot de beteren van het team. Dat moest ik laten zien ook. Vorig jaar werkte dat nog wel eens averechts.’

‘Fleur behoort dit seizoen tot de beste speelsters van de Promotieklasse’ Leiden-coach Jorge Nolte

Inmiddels heeft Gort haar draai gevonden, ziet ook Nolte. ‘Fleur kwam best onzeker en vooral gefrustreerd binnen. Ik zag in de eerste trainingen meteen hoeveel talent ze heeft, maar merkte ook dat die frustraties haar op het veld in de weg stonden. Zo was ze het regelmatig oneens met de scheidsrechter en liet dat duidelijk blijken in haar woorden, gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Daardoor speelde ze misschien op vijftig procent van haar kunnen. Ze verwachtte van zichzelf het wel even te laten zien in de Promotieklasse, maar zo werkt het niet. Ik heb hier regelmatig met haar over gesproken. Tegen haar gezegd dat het wel komt, dat fouten maken erbij hoort en ze de lat lager mag leggen. Dit seizoen heeft ze de schroom van zich afgegooid en hockeyt ze echt fantastisch. Fleur is supersnel en combineert dat met een geweldige techniek. Daarmee behoort ze in mijn ogen tot de beste speelsters van de Promotieklasse. Bovendien spat het plezier ervan af: ze is zoveel vrolijker dan vorig jaar.’

Gort (linksonder) voelt zich inmiddels als een vis in het water bij Leiden

Gort lacht. ‘Ik ben heel blij met mijn keuze. Natuurlijk ligt het tempo en het niveau in de Promotieklasse lager, maar ook in deze competitie word ik onwijs uitgedaagd en leer ik iedere week nieuwe dingen. Naar mezelf toe heb ik mijn verwachtingen bijgesteld en dat pakt goed uit. Nu ik geen nieuweling meer ben, laat ik mijzelf ook meer horen. En ik was nooit een scorende spits, maar word dat nu steeds meer. HGC mis ik, omdat het vertrouwd en gezellig was. Tegen en met de allerbesten ter wereld spelen, was heel gaaf. Maar nu ben ik ook helemaal op mijn plek bij Leiden. Ik hockey zonder stress en het is heel fijn dat ik mezelf nu wél in de wedstrijden kan laten zien. Uit mijzelf had ik deze stap nooit gezet.’


Wat vind jij? Praat mee...