Hoe het droomseizoen van MOP een enorme nachtmerrie werd

Het had een gouden seizoen kunnen worden voor MOP. Halverwege de competitie stond de Brabantse ploeg dik bovenaan in de Promotieklasse Dames. De Hoofdklasse lonkte. Maar uiteindelijk greep MOP niet alleen naast de titel, maar ook naast de play-offs. Een nederlaag in de laatste speelronde tegen HIC (1-0) zorgde ervoor dat de ploeg van Mark Dekker eindigde op een bizarre vijfde plaats, met lege handen.

Met verslagen koppies staarde een groepje speelsters voor zich uit. Spits Lisa van Ierland bleef minuten op de grond zitten, de handen voor haar gezicht geslagen. Routiniers Tess Olde Loohuis en Colette de Beaumont vielen elkaar met dikke tranen in de armen. De klap onder de Vughtse vrouwen was na de 1-0 nederlaag tegen HIC groot. Kansen waren er. Doelpunten bleven uit. Een playoff-droom spatte uiteen, voor de ploeg die de laatste speelronde als nummer drie – dus op een playoff-plek.

‘Op het fluitsignaal besef je: dit was het voor dit seizoen. Tot de laatste minuut dachten we: het kan nog. We hadden het in eigen hand, maar hebben het niet afgemaakt. Dat is echt, echt heel zuur’, zuchtte MOP-aanvoerder Kirsten Zennemers nadat de eerste tranen waren weggeveegd. ‘We zagen dit als halve finale. Als we verloren, was het klaar. Helaas is dat gebeurd.’

Diep verdriet bij Tess Olde Loohuis. Foto: Thijme Huurman

25 punten in de eerste seizoenshelft, 8 in de tweede

De eerste seizoenshelft ging MOP als een speer. Met 25 punten gingen de ploeg van de naar Oranje-Rood vertrekkend coach Mark Dekker lachend de winterstop in. Play-offs waren het doel, maar met zo’n uitgangspositie was een kampioenschap absoluut een reële optie. Over elf wedstrijden staan wij in de Hoofdklasse, voorspelde Olde Loohuis. Niemand die van die uitspraak gek opkeek met zeven punten meer dan nummer twee Huizen.

Maar zo vlekkeloos als het bij MOP verliep in het najaar, zo stroef ging het in de tweede seizoenshelft. Slechts acht punten sprokkelde de ploeg bijeen. Alleen degradanten KZ en Laren haalden minder punten. Zeven keer werd er verloren, slechts tweemaal gewonnen. Van een droomseizoen belandde MOP in een enorme nachtmerrie, met een 5-0 nederlaag tegen Victoria als dieptepunt.

Zennemers: ‘We hebben slechte wedstrijden gehad, maar we zaten gevoelsmatig niet in de put. We trainden goed. Drukten steeds een figuurlijke reset­-knop in en keken wat er beter kon. Deden soms wat aanpassingen in de tactiek. Dat werkte soms wel en soms niet. Tegen Klein Zwitserland twee weken geleden wonnen we eindelijk weer [nadat zes duels maar één punt opleverden]. Dat gaf een boost aan ons vertrouwen. We kunnen het gewoon, was het gevoel dat we aan die wedstrijd overhielden. Het voelde als een ommekeer.’

Vóór de wedstrijd tegen HIC was er nog volop vertrouwen bij Dekker en zijn speelsters. Foto: Thijme Huurman

Met datzelfde goede gevoel ging MOP als nummer drie de allesbeslissende wedstrijd tegen HIC in. De uitgangspositie om het seizoen nog enige glans te geven was gunstig. Met één punt voorsprong op de nummers vier tot en met zes was winst voldoende om de derde plek te behouden en dus een plekje in de play-offs te bemachtigen. Voor HIC was er bovendien niets meer te winnen. De Amstelveense vrouwen wisten al dat zij als nummer tien gedoemd zijn tot het spelen van play-outs.

Maar al na zeven minuten ging het mis. Zoals zo vaak in de tweede seizoenshelft kreeg MOP in no-time een tegentreffer om de oren. Het bleek zelfs het enige doelpunt van de wedstrijd.

Zennemers: ‘Die goal kwam weer te snel. We startten niet scherp. Misten de verbinding. Misschien kwam dat ook door spanning. We wisten dat het moest gebeuren vandaag. In de tweede helft kregen we die connectie wel weer en hadden we de overhand, maar ging de bal er niet in. Dat typeert de tweede seizoenshelft. We hebben er alles aan gedaan, maar het kwam er niet uit.’

De flow kwam niet meer terug

Coach Mark Dekker toonde zich nuchter na de ontknoping. ‘We hebben een waanzinnige eerste seizoenshelft gedraaid. Daarin vielen de wedstrijden vaak onze kant op en kwamen we in een flow. Na de winterstop zijn we daar nooit meer ingekomen. We kregen genoeg kansen, ook tegen HIC weer, maar die moet je wel killen. Onze strafcorner is heel goed, maar in de eerste seizoenshelft was het rendement hoger. Het zijn de details die het verschil maken.’

Dekker zei het rustig, bijna zonder emotie. Toch liet deze uitkomst hem naar eigen zeggen niet koud. ‘Natuurlijk doet het wat met je. Ik ben hier dag en nacht mee bezig. Met de hele staf en het team hebben we gekeken aan welke knoppen we konden draaien om de flow weer te pakken te krijgen. Zowel op hockeygebied als mentaal en sociaal. Ik zag ons zeker niet als titelkandidaat, maar het is wel heel zuur dat we op één overwinning na onze droomdoelstelling – het halen van play-offs – niet hebben gehaald.’

Voor de vertrekkende Colette de Beaumont en Kirsten Zennemers is het missen van de play-offs een bittere pil om te slikken. Foto: Thijme Huurman

Volledig verpest is het seizoen ook volgens Zennemers niet. ‘Dat we in de winterstop eerste stonden, was supermooi. Dat hadden wij allemaal en niemand om ons heen verwacht. Dat mogen we koesteren. Dat we ons doel niet gehaald hebben, is wel hard, maar verpest is een seizoen nooit.’

Coach Dekker wacht wél een hoofdklasse-avontuur

Voor Dekker wacht, in tegenstelling tot zijn speelsters, wél een hoofdklasse-avontuur. Bij de vrouwen van Oranje-Rood neemt hij het stokje over van Rob Haantjes. Zijn vertrek kondigde hij al begin april aan. Dekker: ‘Ik heb dit juist tijdig gedaan om rust te creëren. Ongetwijfeld heeft dit bericht helaas toch zijn invloed gehad op de ploeg. Tegelijkertijd is het wel hoe het in de hockeywereld werkt. Coaches en spelers komen en gaan.’

Voor Zennemers en haar ploeggenoten is het nu vooral uithuilen en het vizier op komend seizoen richten. ‘Iedereen verwerkt deze harde klap op zijn eigen manier. We gunden het elkaar heel erg om die play-offs mee te maken. Heel Vught zou leeglopen om te kijken. Dat missen, doet pijn . Nu gaan we eerst maar even laten bezinken wat er is gebeurd. Misschien trainen we deze week nog een keertje om de connectie met elkaar te houden. Maar die pijn, die zullen we nog wel een tijdje blijven voelen.’


Wat vind jij? Praat mee...