Een jaar geleden speelde Jip Blaas nog in Jong Oranje en maakte ze de nodige speelminuten bij hoofdklasser HDM. Toch koos de geboren Alphense voor een overstap naar het naar de Promotieklasse gedegradeerde Klein Zwitserland. ‘De tegenzin om te hockeyen werd steeds groter.’
Na de zomerstop vorig jaar begon de misère voor Blaas. Waar ze voorheen altijd uitkeek naar een training, voelde ze tegenzin. Ze kon het zelf niet verklaren. Hockey was tot dan toe altijd haar lust en leven.
Blaas (21): ‘Al van jongs af aan ben ik zenuwachtig als ik ga hockeyen. Zowel voor wedstrijden als trainingen. Altijd was dat een gevoel van excitement. Maar nu sloeg dat om in een onprettig soort spanning. Het kostte mij enorm veel energie om mezelf naar de club en de trainingen van Jong Oranje te slepen.’
De tegenzin nam alleen maar toe
Vrij snel nam Blaas een besluit. Ze stopte begin oktober bij Jong Oranje om te kijken of dat verschil maakte in haar gemoedstoestand. ‘Op dat moment was zoveel hockeyen te veel. Maar het gehoopte effect bleef uit. Sterker nog, de tegenzin werd alleen maar groter.’
Intussen kreeg Blaas als verdediger bij HDM nog altijd volop speeltijd. ‘Daar lag het niet aan. Ook het team was leuk. Ik woonde bovendien samen met twee ploeggenootjes, Pien van der Heide en Imme van Es. Hartstikke gezellig. En toch was mijn plezier in het hockey helemaal weg.’
Blaas nam een sportpsycholoog in de arm in de hoop dat ze met die hulp het tij kon keren. Tevergeefs. ‘Ik wilde niet zomaar opgeven, maar denk dat ik al te diep zat. Het was moeilijk. Juist omdat het mij niet lukte om de vinger op de zere plek te leggen. Ik sprak er wel over met mijn huisgenootjes, familie en andere vriendinnen, maar ook dat veranderde niets.’
Vroegtijdig einde bij HDM
Toen ze na de winterstop eerst haar knokkel brak en bij haar rentree nog altijd die weerzin voelde, nam Blaas een besluit. In april brak ze voortijdig haar seizoen bij HDM af. ‘Ik kon het niet meer opbrengen. Naar wedstrijden kijken deed ik nog wel, maar verder nam ik volledig afstand van mijn team. Een moeilijk besluit, maar wel eentje die lucht gaf.’
In de aanloop naar competitiejaar 2023-2024 twijfelde Blaas, begrijpelijkerwijs, over haar hockeytoekomst.
Blaas: ‘Ergens kon ik nog niet leven met het idee dat dit dan het einde van mijn tijd als hockeyster was. Ik vond het altijd zo’n geweldige sport. Ik besloot het nog een kans te geven en trainde mee met Cartouche, Victoria en Klein Zwitserland, dat toen al gedegradeerd was. Bij KZ voelde ik direct een klik met de andere speelsters die meetrainden. Daarbij sprak het mij aan dat vrijwel het gehele team en de staf nieuw was. Ook bij Victoria zag ik mezelf spelen, maar de reisafstand gaf de doorslag. Nu fiets ik in vijf minuten naar de club.’
Inmiddels is de Promotieklasse, waarin Klein Zwitserland uitkomt, zes wedstrijden onderweg. KZ staat met vier punten (vier keer een gelijkspel) voorlopig roemloos onderaan. Blaas: ‘Eerlijk gezegd verbaast mij dat niet. Aan alles merk je dat we een team in ontwikkeling zijn. We moeten elkaar letterlijk nog vinden op het veld. Het proces om een team te worden, heeft tijd nodig. Daar moeten we doorheen. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat we niet op de laatste plaats eindigen dit seizoen.’
Ineens een routinier
Blaas’ rol is een andere dan bij HDM. Waar ze bij haar vorige club in de achterhoede speelde, staat ze nu midden-midden. Ook is ze, ondanks haar 21 jaar, een van de routiniers. Alleen aanvoerder Meike Tjaberinga en keepster Anna-Louise Nijdam hebben ook hoofdklasse-ervaring in de selectie van KZ.
‘Dat is wennen, zeker omdat ik nog zo jong ben. Ik voel veel meer verantwoordelijkheid en neem ook vaker het woord dan bij HDM. Dat is niet iets dat onze coach mij oplegt. Het gebeurt gewoon. En hoewel die rol nieuw en onwennig is, vind ik het ook op een leuke manier uitdagend.’
De hamvraag is natuurlijk of Blaas weer plezier heeft in het spelletje. ‘Ja, ik heb het weer helemaal terug. Zeker sinds we echt aan de voorbereiding van de competitie zijn begonnen, kijk ik naar iedere training uit. Het liefst train ik elke dag. Ik weet niet hoe ik die omslag heb gemaakt, maar dat maakt ook eigenlijk niet meer uit. Bij KZ voel ik mij thuis.’
Zijn haar Oranje-ambities daarmee ook terug? Blaas: ‘Toen ik stopte bij Jong Oranje was dat een opluchting. Ik zie het nog niet zitten om nu weer aan Oranje te denken. Voorlopig richt ik mij dus helemaal op KZ. Natuurlijk zou een terugkeer naar de Hoofdklasse gaaf zijn. Maar wel met Klein Zwitserland.’
3 Reacties
Runa Honig
Als je niet goed weet hoe je het plezier in het spelletje bent kwijtgeraakt en vervolgens weer hebt teruggevonden, is de vraag wat je nu eigenlijk geleerd hebt van deze hele exercitie. Dat blijft bij mij hangen na het lezen van dit artikel.
robdux
Ik denk dat zij het achterste van haar tong niet laat zien. Als je het verder leest: stoppen met jong oranje, stoppen in de hoofdklasse. Zij heeft in de jeugd waarschijnlijk niet geleerd om met druk om te gaan. Wellicht omdat ze daar op laag niveau speelde. Verder zou het goed zijn als er bij de jeugd veel meer aandacht wordt besteed aan het mentale gedeelte.