Bij zijn jeugdliefde vindt Valentijn Charbon zijn hockeyplezier terug

Als grote belofte werd Valentijn Charbon vier jaar geleden naar Amsterdam gehaald. De spits en Jong Oranje-speler, die als achttienjarige al volop hoofdklasseminuten maakte bij Almere, leek een glansrijk hockeyleven op het hoogste niveau tegemoet te gaan. Ook bij Amsterdam ging het crescendo voor Charbon. Tot vorig seizoen. ‘Ik was al mijn plezier kwijt.’

In zijn eerste drie jaar bij Amsterdam was er voor Charbon geen vuiltje aan de lucht. Was hij als aanvaller tussen grote namen als Mirco Pruyser en Billy Bakker een volwaardig meedraaiend teamlid, pikte hij zijn doelpuntjes mee en haalde hij met Amsterdam (in 2022) de halve finale van de play-offs.

‘Ik had hele leuke jaren’, blikt Charbon terug. ‘Maar vorig seizoen sloeg dat gevoel volledig om. Ik zat er hockeyend wat minder in, waardoor ik aan het begin een wedstrijd buiten de selectie viel. Dat hakte er zo in dat ik in een neerwaartse spiraal belandde. Ik had wel eens eerder een mindere fase gehad, maar nu kwam ik er niet meer uit. Ik vond het steeds moeilijker om mijzelf op te laden voor de trainingen. Hockey kostte mij meer energie dan het opleverde. Door die mentale struggles was ik mijn plezier volledig kwijt.’

Valentijn Charbon pikte menig doelpuntje mee in zijn goede jaren bij Amsterdam. Foto: Willem Vernes

Openingen

Zijn loodzware seizoen deed de geboren Bussumer twijfelen aan zijn hockeytoekomst. De oplettende kijker zag dat Charbon steeds vaker buiten de selectie van het eerste viel en bij Heren 2 aansloot. Bovendien worstelde Amsterdam om het hoofd boven water te houden op het hoogste niveau. ‘Dat het met het team niet goed ging, maakte het allemaal nog zwaarder. Als kind droomde ik van het Nederlands elftal en spelen in de Hoofdklasse, maar op deze manier hoefde het voor mij niet. Ik dacht er serieus over om te stoppen.’

Charbon zette, op advies van zijn vader, de poort open. ‘Waar de ene deur sluit, opent zich een andere, zei hij tegen mij. Die gedachte gaf mij lucht. Stoppen met hockeyen zou mij de kans geven om andere dingen te ontdekken. Een stage van een jaar in Bali bijvoorbeeld. En sowieso meer focussen op het afmaken van mijn studie Creative Business. Eén ding wist ik zeker: ik moest mijn plezier en geluk ergens anders vinden.’

Zijn stick opbergen en naar het buitenland vertrekken, deed Charbon uiteindelijk niet. ‘Een prestatiecoach adviseerde mij om niet in één keer helemaal te stoppen. Ooit een comeback maken, zou dan wel erg moeilijk worden. Zelf vond ik het daarnaast best spannend om het hockey helemaal los te laten. Met ineens zoveel vrije tijd was ik bang voor een zwart gat.’

‘Ik beslis snel op gevoel. En dit voelde goed.’

De oplossing vond Charbon uiteindelijk dichtbij huis. Want nog voordat Laren, de club van zijn jeugd, uit de Hoofdklasse degradeerde, hing de huidige coach Allard van Heemstra aan de lijn. ‘Via via had hij gehoord dat ik stopte bij Amsterdam. Allard vroeg of ik een keer wilde komen praten. Tijdens dat gesprek was ik direct enthousiast. Ik ken Allard van toen ik als jeugdspeler meedeed met Heren 1, waar hij toen in zat. Meerdere jongens zijn oud-teamgenoten en vrienden, zoals Jordi Schramel en Sam Vlasman. Ik beslis snel op gevoel. En dit voelde goed.’

Laren-coach Allard van Heemstra speelde in het verleden zelf meerdere jaren in Heren 1. Foto: Willem Vernes

Bij Laren belandde Charbon in een warm bad. ‘Het team had natuurlijk best een klap gehad van de degradatie, maar ik ben direct in de groep opgenomen. Bijna de hele staf kende ik al. Ik heb in Jongens A1 zelfs het zoontje van de manager gecoacht. Vroeger werd ik vaak bij mijn ouders in Bussum opgehaald door Thomas Selles. Ik stond dan voor het raam te wachten totdat hij er was. Toen ik een keer bij mijn ouders was, kwam Thomas mij als vanouds ophalen en stond ik net als toen voor het raam te wachten. Het is of de geschiedenis zich herhaalt – en dat voelt heel vertrouwd.’

Dieptepunt

De prestaties van Laren – dat ten opzichte van vorig hoofdklassejaar weinig wisselingen kent – zijn tot nu toe wisselvallig. Met tien punten uit zeven wedstrijden staat de ploeg voorlopig op een zesde plek. De meest opvallende nederlaag was die van afgelopen zondag, toen Laren met 1-2 verloor van de tot dan toe nog puntloze promovendus HCAS.

‘Onze doelstellingen houden we liever binnen het team, maar laat ik het er maar op houden dat dit voor ons een dieptepunt was waarna het alleen maar beter gaat worden. Dat we een wedstrijd als deze hebben verloren, ligt zeker niet aan onzekerheid in het team na de degradatie van vorig jaar. Er is vertrouwen en we hadden tegen HCAS negentig procent balbezit, alleen scoorden we te weinig.’

Voor Charbon is het plezier er in ieder geval niet minder om. Want waar hij zichzelf een halfjaar geleden nog met moeite naar iedere training sleepte, is daar nu geen sprake meer van. ‘Ik geniet weer van hockey. Bij Laren heb ik een frisse start gemaakt, maar wel in een omgeving waarin ik mij volledig op mijn gemak voel met oude vrienden, met minder druk en een staf waarmee ik een klik heb. Amsterdam volg ik nog steeds op de voet en ik vind het alleen maar mooi dat ze het nu zo goed doen. Het is helemaal oké zo.’


Wat vind jij? Praat mee...