Floris de Bie kwam terug op het hockeyveld en is straks militair

Als jonge speler leek hij af te stevenen op een glansrijk hockeyleven. Scoren deed Floris de Bie aan de lopende band bij Kampong en ook in de nationale jeugdteams was hij vertegenwoordigd. Waar generatiegenoten als Floris Middendorp, Justen Blok en Tijmen Reyenga deze zomer olympisch goud binnensleepten, koos De Bie voor een andere route. Niet alleen door na een hockeypauze van twee jaar onlangs te beginnen bij promotieklasser Leiden, maar ook als militair werkstudent bij de Marine.

‘Het is niet zoals bij Kamp van Koningsbrugge hoor’, relativeert De Bie (23) zijn Defensie-avontuur direct met een lach. ‘Ik zit één dag per week op de kazerne in Hilversum bij de Sociaal Medische Dienst. Daar worden marine-militairen geholpen met ernstige medische klachten die daardoor teruggekeerd zijn uit een oorlogsgebied of ziek zijn. Wel word ik nog militair opgeleid: tien dagen in december. Dan komt er een overnachting in het veld, moet ik met een kompas lopen en word ik nog fysiek en mentaal getest tijdens oefeningen. Daarna mag ik eindelijk een uniform aan en ik kan meedoen aan verschillende militaire activiteiten, zoals op oefening op de Veluwe en oefenvijand spelen bij de Marechaussee.’

De Bie combineert zijn militaire opleiding met zijn studie en – sinds dit seizoen – weer hockey op topniveau, bij Leiden. Eigenlijk was hij een paar jaar geleden al gestopt met de sport waar hij zo talentvol in was.

‘Ik was nergens echt goed in’

‘Na mijn jeugd bij Kampong was er geen plek voor mij in Heren 1. Terrance Pieters en Jonas de Geus waren net gehaald en mij werd geadviseerd om eerst ervaring op te doen bij SCHC of Schaerweijde om daarna een keer terug te komen. Maar die clubs speelden toen geen Hoofdklasse en dat wilde ik wel.’

De aanvaller stapte daarom over naar, toen uiteraard nog hoofdklasser, HGC. Het halverwege afkappen van het seizoen vanwege covid zette De Bie aan het denken. ‘Ik wilde lid worden bij het studentencorps in Leiden en daar ook in een verenigingshuis wonen. Dat was moeilijk te combineren met hockeyen op topniveau. Ik besloot in de Promotieklasse te spelen, bij Cartouche, maar ook dat was geen doorslaand succes. Ik was op zoveel fronten actief – studie, studentenleven, hockey – maar nergens echt goed in. Het was te veel.’

Floris de Bie speelde twee seizoenen bij Cartouche

Cruisen door de Randstad

Hockeyen stond onderaan zijn prioriteitenlijst. Alleen in het zaalseizoen pakte De Bie zijn stick uit de kast, waar hij achtereenvolgens met Cartouche en HGC meedeed. Ook trainde de spits een paar keer met Victoria en Cartouche op het veld mee. ‘Maar voor mijn studie in Amsterdam reis ik al veel. Cruisen door de Randstad om voor hockey ook nog eens naar Rotterdam of Leidschendam te gaan, leek mij niet slim.’

Toch kroop het bloed waar het niet gaan kan. Nadat Leiden afgelopen seizoen promoveerde naar de Promotieklasse, rook De Bie zijn kans. ‘Als vijfdejaars heb ik het studentenleven wel zo’n beetje gezien. Daarnaast kan ik op de fiets naar de club. Ik belde de coach Marc de Moor, trainde een paar keer mee en toen was het snel beklonken. Ik kende niemand van het team, maar ben warm ontvangen.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Leiden Heren 1 (@lohcheren1)

Qua resultaten gaat het de promovendus nog niet voor de wind. Leiden haalde tot nu toe twee punten uit vijf wedstrijden. ‘Dat is natuurlijk niet denderend. Toch heb mijn plezier in hockey teruggevonden. Doordat ik zoveel hooi op mijn vork nam, was hockey een moetje geworden. Nu voelt het weer als mogen. Dus al lig ik iedere dag met spierpijn in bed, ik ben heel blij om weer op het veld te staan.’

Ooit weer Hoofdklasse?

Spijt van zijn eerdere keuzes heeft De Bie niet. ‘Ik was deze zomer op de Olympische Spelen met mijn hele familie. Als ik dan oud-teamgenoten zie, vind ik dat alleen maar heel leuk. Ik kijk met een mooi gevoel terug op wat ik als hockeyer heb meegemaakt, maar ook op de afgelopen jaren waarin ik ruimte had voor een leven buiten hockey.’

Vooruitkijken wil De Bie niet al teveel. Gaat hij vol voor Defensie na zijn afstuderen? Of komt er ooit nog een terugkeer naar de Hoofdklasse? ‘Dat Defensie College doe ik ook om mij te oriënteren op een leven als beroepsmilitair. De organisatie past bij mij. De directe benadering en het fysieke karakter. Ik denk ook dat ik de vaardigheden die ik nu opdoe, zoals presteren onder druk en functioneren in een team, op het hockeyveld kan gebruiken. Maar waar, wanneer en hoe, dat ik zie ik nog wel.’


Wat vind jij? Praat mee...