Zes jaar geleden speelde hij al een seizoen in de Hoofdklasse. Als broekie bij Qui Vive had Jelle Westendorp destijds weinig in te brengen. Op dit moment staat hij met Schaerweijde op de rand van het kampioenschap in de Promotieklasse en dus een terugkeer naar de hoogste competitie. ‘Ik ben er nu écht klaar voor.’
Westendorp (25) is op schot in 2022. In de afgelopen zes wedstrijden wist hij maar liefst negen keer te scoren. Een moyenne van anderhalve goal per duel, een droom voor iedere spits. Bovendien heeft de goalgetter, met nog vijf wedstrijden te gaan, nu al meer gescoord dan in de gehele eerste seizoenshelft en is hij intussen doorgedrongen tot de top drie van topscorers in de Promotieklasse.
‘Dat voelt heel goed inderdaad’, beaamt Westendorp. Daarna, bescheiden: ‘Het geeft ook aan hoe we als team de tweede seizoenshelft spelen. We zijn fris, gretig en hebben sinds de winterstop elke wedstrijd gewonnen. We hockeyen nu ook volwassener dan in de eerste helft van het seizoen. Toen wilden we nog wel eens in de stress schieten als we het gevoel kregen dat we onder druk stonden, terwijl dat niet altijd het geval was. Dan gingen we moeilijke ballen naar voren spelen. Dat doen we nu een stuk minder.’
Zesde spits
Het gat van Schaerweijde op runner-up Voordaan is dankzij deze zegereeks inmiddels vijf punten. De koploper treft niet alleen Voordaan, maar ook nummer drie HDM nog, maar heeft het kampioenschap in feite in eigen hand. ‘Daar doen we ook alles voor. Hoe vaak komt het nu voor dat je kampioen kan worden en daarmee naar de Hoofdklasse promoveert?’
Westendorps gedachten gaan terug naar Qui Vive. De club waar hij in 2016 neerstreek. ‘Ik was toen negentien jaar. Had in de jeugd landelijk gespeeld en een jaar Overgangsklasse bij Nijmegen Heren 1, in de tijd dat de Promotieklasse nog niet bestond. Bij Qui Vive kwam ik in een ploeg terecht die volledig op elkaar ingespeeld was. Ik voelde mij thuis op de club, maar ik moest vechten voor mijn plek in de wedstrijdselectie. Als zesde spits van Heren 1 heb ik ook veel speelminuten gemaakt in Heren 2.’
Toch werd hij geprikkeld door zijn teamgenoten: ‘Het jaar ervoor waren ze gepromoveerd naar de Hoofdklasse. Hun verhalen over dat kampioenschap waren altijd doordrenkt van plezier. De passie spatte ervan af. Vanaf toen wist ik: dat wil ik ook meemaken.’
Ambities achterna
Het Hoofdklasse-avontuur van Qui Vive was kortstondig. Al na één seizoen degradeerde de ploeg van Tim Oudenaller, ook coach tijdens de promotie een jaar eerder, roemloos. ‘Natuurlijk vond ik het jammer dat we geen Hoofdklasse meer speelden. Maar het spelen op een iets lager niveau gaf mij wel kans om mij te ontwikkelen. Tim had wel eens gezegd: ‘Je bent net een jonge hond die blind achter de bal aan gaat.’ Ik rende eerst vaak als een kip zonder kop over het veld, bijna zonder maar een bal te raken. In de jaren daarna leerde ik steeds beter hoe ik moest lopen en de bal kon krijgen om er vervolgens iets mee te doen.’
De ontwikkeling van Westendorp, die net zijn studie Sport, Management en Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam heeft afgerond, blijft niet onopgemerkt. Schaerweijde polste in 2018 al eens of Westendorp te porren was voor een transfer. Een jaar later maakt zijn eigen coach Oudenaller de overstap naar Zeist. ‘Ik besloot om mee te gaan. Schaerweijde sprak mij aan door de ambitie die ze hebben om zo snel mogelijk te promoveren naar de Hoofdklasse. Die mooie verhalen van mijn teamgenoten bij Qui Vive spookten nog steeds door mijn hoofd. Bovendien had ik zin in iets nieuws. Een andere omgeving. Nieuwe doelen.’
Plek veroverd
Westendorps eerste seizoen (2020-2021) bij Schaerweijde is maar van korte duur. Na zes wedstrijden staat de ploeg uit Zeist tweede, op evenveel punten als SCHC. Op basis van een beter doelsaldo promoveert niet Schaerweijde, maar SCHC naar de Hoofdklasse. ‘In dat jaar hebben we, na die extreem korte competitie wel veel samengespeeld. Ondanks het gemis aan wedstrijdritme zijn we als team gegroeid en vond ik mijn plek binnen de ploeg. Spelers als Jelle Phijffer en Casper Horn weet ik nu blindelings te vinden en vice versa.’
Westendorp ziet daarnaast zelf dat hij zich op meerdere vlakken heeft ontwikkeld. ‘Ik ken mijn rol binnen het team. Mijn kracht is om vanuit het middenveld aangespeeld te worden, een actie te maken en op snelheid de cirkel in te stomen. Soms trap ik nog wel eens in oude valkuilen. Dan wil ik té veel, té graag, ga ik té veel rennen. Even rust nemen, is dan nuttig. Goed ademhalen. Bespreken waar er spanning zit.’
In Zeist wordt-ie ‘Jason’ genoemd. Een gevolg van de aanwezigheid van nog een Jelle in het veld. Samen met zijn teamgenoten staat hij aan de vooravond van een rentree in de Hoofdklasse. Iets waar hij sinds de degradatie met Qui Vive nog altijd over heeft gedroomd. ‘De Promotieklasse is heel leuk, omdat je elke week kan verliezen en de wedstrijden vaak spannend blijven. Maar de Hoofdklasse is één van de beste competities van de wereld. Zes jaar geleden kwam ik als jonkie in een volwassen team. Nu ben ik een van de meer ervaren spelers. Toen was ik er misschien nog niet klaar voor. Nu wel. Aan alles voel ik: ik kan het aan.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.