Na leegloop is Engels nu de voertaal bij mannen van Laren

Medio juni stond de nieuwe trainer-coach van Laren, Nanco Jansonius, met een grote groep hockeyers op het veld. Toen hij na het zomerreces echt van start ging, bleek er een krater geslagen in de selectie. Tien van de achttien spelers gaven er de brui aan. Doordat het animo onder andere hockeyers niet groot genoeg bleek om op Laren te komen spelen, is Engels momenteel de voertaal in het team van Jansonius, dat uitkomt in de Promotieklasse. 

Noodgedwongen ging de club onder aanvoering van oud-speler Martijn de Jager (bestuurslid tophockey) over onze landsgrenzen op zoek naar versterking. En die kwamen er. ‘Alle respect daarvoor’, zegt Jansonius, ‘want ik geef het je te doen. Je moet niet alleen spelers vastleggen, maar ook zorgen voor werk of een studieplek, huisvesting en wat er allemaal nog meer bij komt kijken.’

En zo staat Laren straks onder meer op het veld met een Pool (Christian Sudol), een Ier (Fred Morris), een Belg (Sebastian Chapel) en twee Australiërs: Samuel Liles en oud-international Matthew Willis (31 interlands).

Jansonius: ‘Aangevuld met eigen jeugd en een aantal routiniers van vorig seizoen heb ik nu een selectie van veertien spelers en twee keepers. Dat is krap, ik hoop dat er nog een speler van niveau bij komt. Het is zaak dat iedereen fit blijft. Zo niet, dan vallen we terug op onze JA1 en gelukkig is dat een veelbelovende lichting. In principe vind ik echter dat Heren 1 zichzelf moet bedruipen.’

‘Het is wat het is’

De coach erkent dat hij de leegloop van de selectie niet had verwacht. ‘Drie jongens vertrokken naar een Hoofdklasser, zeven man besloot op een lager niveau te gaan spelen. Eentje stopte, twee naar Gooische, eentje naar Huizen, eentje naar Hurley, twee naar Almere en eentje naar HGC. Ik heb deze spelers gesproken en ze hebben tegen mij gezegd dat ze heel erg twijfelden over wat te doen, mede doordat ze het afgelopen seizoen niet als prettig hebben ervaren. Uiteindelijk gingen ze. Het is wat het is, we moeten verder.’

Gissen naar niveau

Wat Laren te wachten staat, is voor Jansonius een open boek. ‘Ik ben zelf twee seizoenen weggeweest uit de vroegere Overgangsklasse en in tussentijd is er veel veranderd. Hoe sterk mijn team ten opzichte van vorig seizoen of andere teams is, weet ik niet. Laren heeft zich op het nippertje geplaatst voor de Promotieklasse. In juni zei ik tegen de groep dat we dit seizoen, op basis van de statistieken van vorig jaar, op de negende plaats zouden moeten eindigen. Voor wat dat waard is trouwens, met zo’n grote verandering in de selectie is er geen peil meer op te trekken. Het is gissen naar het niveau ten opzichte van de rest.’

‘Allemaal zware potten’

Hard trainen en vooral beter worden, luidt voorlopig het credo voor Jansonius die de voorbije twee seizoenen assistent-coach was bij Rotterdam. Officieel had hij nog een contract voor een seizoen, maar Rotterdam toonde begrip voor zijn ambitie het liefst verder te willen als eindverantwoordelijke bij een club.

Rotterdam – Albert Kees Manenschijn (Rotterdam) en assistent coach Nanco Jansonius (Rotterdam)
(c) Willem Vernes Fotografie

‘Na een wedstrijd of drie kun je een beetje oordelen hoe de vlag erbij hangt in de Promotieklasse. Aanvankelijk dacht ik dat wij met onze eerste wedstrijden tegen HIC, Qui Vive en Schaerweijde een zware opening hadden, maar toen ik de rest van het schema bekeek, dacht ik: poeh, het zijn allemaal zware potten. Wel heel gaaf.’

Tot dusver speelde Laren drie oefenpotjes: met 4-2 verloren van hdm, 7-0 winst op Phoenix en een remise tegen het Belgische Herakles. ‘We hadden zaterdag en zondag een teamweekend en ik kan in ieder geval de conclusie trekken dat we een heel positieve groep hebben.’

Eddie Ockenden

Onduidelijk blijft, evenals vorig seizoen, of we de Australische krachtpatser Eddie Ockenden dit seizoen wél zien verschijnen aan de Eemnesserweg. ‘Vorig seizoen was er ook sprake van. Ik vermoed dat we hem wel op de spelerslijst plaatsen, maar we trekken ons plan alleen op basis van de spelers waarvan we zeker weten dat ze er zijn. Komt Eddie alsnog, dan is ‘ie uiteraard van harte welkom. Hij onderhoudt in ieder geval warme contacten met de mensen van Laren.’