Een kapotte meniscus aan zijn linkerknie, speling op zijn rechterschouder, een fractuur aan zijn linkerpols en nu een opgerekte achterste kruisband plus ingescheurde binnenste knieband aan zijn rechterknie. Zie hier een (zelfs incomplete) opsomming uit het medisch dossier van Cartouche-verdediger Steven Doorman.
Doorman somt de lijst op nadat hij zondag tegen SCHC (3-3) vanwege die blessure aan zijn rechterknie pas de eerste minuten van dit seizoen maakte. ‘Mijn lichaam heeft aardig te lijden gehad onder al die jaren hockey, maar ik vind het spelletje nog te leuk om te stoppen.’
Dus toen Doorman eind vorig seizoen geblesseerd raakte, was er voor hem ook geen twijfel over een nieuw revalidatie-traject. Zijn zoveelste. Hoewel hij van tevoren wist wat dat betekende: ‘Die jongens lopen hier lekker op het veld en ik zit in mijn eentje in het krachthonk op een hometrainer. Leuk is anders. Sterker, ik vind dat fitnessen verschrikkelijk, doe het echt alleen om weer te kunnen hockeyen.’
Het fietsen en de krachttraining waren hard nodig voor Doorman, omdat na overleg met de orthopeed werd besloten niet te opereren. ‘Enerzijds omdat ik er dan nog langer uit was en ik qua speling op de knie op ongeveer hetzelfde niveau zou terugkeren. Daarom hebben we besloten dat ik mijn bovenbeenspieren ging versterken. Helemaal geweldig is mijn knie dus niet en wordt hij ook niet meer.’
Revalidatie
Tijdens de maandenlange revalidatie mikte Doorman op een terugkeer rond 1 oktober. Maar, zoals de ervaren revalidatiepatiënt inmiddels wel gewend is, volgde eerst de onvermijdelijke terugslag, voordat hij de hometrainer definitief in de hoek kon zetten. ‘De afgelopen twee weken ging ik echter met sprongen vooruit. Daardoor kwam plotseling deze wedstrijd tegen SCHC in beeld. Een topwedstrijd, dus om die reden misschien niet ideaal om te starten. Maar in deze Promotieklasse moet je eigenlijk elke week aan de bak, dus dat was ook geen reden om te wachten. Om helemaal fit te worden, moet je ritme krijgen en minuten gaan maken. Dan maar zo snel mogelijk.’
Ik viel in een van de eerste duels op mijn knie. Ik dacht: oeps, daar gaan we. Daar moet mijn knie dus ook nog aan wennen.' Steven Doorman
En zo verscheen Doorman zondagmiddag rond half drie weer op het veld van sportpark Duivensteijn in Leidschendam-Voorburg in zijn donkergroene shirt met rugnummer 5. Hij sloeg rustig een paar ballen, maakte grapjes en groette wat bekenden langs de kant. Toen het beginsignaal klonk, zat hij op de bank, een plek waar hij normaal zelden komt. ‘Ik ben nog niet zo fit als ik zou moeten zijn, heb vandaag elke kwart een paar minuten gespeeld. Dat was al aanpoten. Je merkt dat op de hometrainer zitten en zelfs voluit trainen toch wat anders is dan een wedstrijd spelen op dit niveau.’
Doorman erkent na afloop dat hij meer gespannen was dan bij een ‘normale’ wedstrijd. ‘Ik heb sowieso wel wedstrijdspanning, zeker voor een belangrijke wedstrijd. Maar nu was het toch moeilijker, omdat ik vanuit een niet fitte gesteldheid in een keer weer moest meedoen. Ik viel in een van de eerste duels ook nog eens op mijn knie. Ik schrok, dacht: oeps daar gaan we. Maar dat ging gelukkig goed. Daar moet mijn knie ook weer aan wennen. Het voelt nu heerlijk en het was lekker om weer te spelen.’
Met Doorman langs de kant kende Cartouche een matige start van de competitie, waarin slechts zes punten uit vijf wedstrijden werden gehaald. Tegen koploper SCHC speelde Cartouche op karakter weliswaar met 3-3 gelijk, maar de zo vurig gewenste play-offs lijken nu al ver weg. Opvallend is vooral het grote aantal van zeventien tegentreffers. Coach Pieter Pieterse erkende na afloop dat Doorman wordt gemist. De verdediger zelf is daar bescheiden over: ‘Ik vind dat de andere jongens het uitstekend hebben gedaan. Dat we meer tegengoals krijgen, ligt er misschien meer aan dat het geheel iets minder loopt. We hebben nu vier keer gelijkgespeeld, nadat we achter stonden. Op zich is het goed dat we steeds terugkomen. Maar het lijkt ook alsof we pas ‘aan gaan’ als we achter staan. Dat moet anders.’
Over the hill?
Met zijn 29 jaar behoort Doorman tot de kern van ervaren rotten – waaronder ook Timmo Kranstauber en Floris Benschop – die Cartouche de laatste jaren steevast richting de playoff-plekken loodste. De suggestie dat die kern over the hill zou zijn, wijst Doorman resoluut van de hand: ‘We zijn inderdaad geen achttien meer en gaan geen jaren meer mee. Maar zolang de ervaren jongens nog kunnen brengen wat ze brengen en die jonge jongens op sleeptouw nemen, kunnen hier leuke dingen gebeuren. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat wij een selectie hebben die voor een plek in de top drie kan gaan. Kwaliteit genoeg. Het is niet zo dat wij de beste spelers uit de competitie hebben, maar als team kunnen wij echt wat neerzetten.’
Zeker met Doorman op het veld in plaats van op de hometrainer.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.