In de serie ‘Salariskloof’ duiken we in de wereld van (on)gelijke salarissen in het mannen- en vrouwenhockey. In deze aflevering: Bloemendaal droomt elk seizoen van de landstitel bij de mannen, maar de vrouwen moeten dit seizoen genoegen nemen met een plek in de Promotieklasse. ‘Gelijkheid tussen mannen en vrouwen heeft onze absolute prioriteit.’
De mannen van Bloemendaal hebben in het hockey dezelfde allure als Real Madrid in het voetbal. Ook dit jaar behoren zij weer tot de topfavorieten voor de landstitel. De vrouwen van Bloemendaal spelen sinds dit seizoen niet meer op het hoogste niveau. Zij zijn momenteel de nummer dertien van Nederland, als koploper van de Promotieklasse.
Als clubs zoals Amsterdam en Den Bosch erin slagen om hun budgetten zo te verdelen dat zowel hun mannen als vrouwen strijden om de landstitel, waarom zou Bloemendaal dit dan niet kunnen? Bloemendaal krijgt vaak het verwijt dat zij wel in het mannenhockey investeren, maar niet in het vrouwenhockey.

Tophockeybesuurslid Michiel Hilders met Bloemendaal-talent Teun Hogenhout. Foto: Koen Suyk
Gemiddeld stegen de salarissen van de speelsters van enkele honderden naar enkele duizenden euro’s per jaar
Oud-keeper Michiel Hilders trad twee seizoenen geleden als commissaris tophockey en sponsoring toe tot het bestuur van Bloemendaal, kort nadat Maria Verschoor en Josine Koning zich publiekelijk hadden uitgesproken over de ongelijke salarissen in het mannen- en vrouwenhockey. Eén van de eerste dingen die hij deed, was Verschoor uitnodigen voor een kop koffie. ‘Ik heb meerdere gesprekken met haar gevoerd, omdat ik dit onderwerp goed wilde begrijpen.’
Onder zijn vleugels besloot Bloemendaal het roer om te gooien. Het salarishuis van de vrouwen ging op de schop. Twee seizoenen geleden beschikte de club nog over internationale speelsters als de Argentijnse Maria Granatto, de Nieuw-Zeelandse Tyler Lench en de Duitse Sonja Zimmermann, die volgens Hilders vergelijkbare salarissen ontvingen als hun mannelijke collega’s. Het jaar daarop beschikten de vrouwen alleen nog over Nederlandse speelsters. Het beschikbare budget werd als gevolg daarvan gelijkmatiger verdeeld over de selectie. Dat resulteerde in een gemiddelde salarisstijging voor de speelsters van enkele honderden naar enkele duizenden euro’s per jaar.
Hilders: ‘Voor speelsters uit het buitenland legden wij, inclusief vliegtickets en huisvesting, een bedrag neer dat vergelijkbaar is met het salaris van een mannelijke international van Oranje. We hebben ervoor gekozen om dat duurzamer in te richten. Waarom zouden we zo’n hoog bedrag investeren in een buitenlander die vaak na één seizoen alweer vertrekt, terwijl we ook speelsters hebben die al vier of vijf jaar in het eerste elftal staan? Dat staat haaks op duurzaam beleid.’

De Spaanse hockeylegende Santi Freixa is assistent van André Morees bij Dames 1. Foto: Thijme Huurman
Wij betalen al onze twintig speelsters, wat geen enkele club in de Promotieklasse doet. Michiel Hilders, tophockeybestuurslid van Bloemendaal
De vrouwen degradeerden afgelopen seizoen naar de Promotieklasse. De club besloot om de geldkraan niet dicht te draaien, maar juist méér in Dames 1 te investeren, gedreven door de ambitie om snel en langdurig terug te keren op het hoogste niveau. Bloemendaal is, net als andere clubs, terughoudend met het openbaar maken van cijfers, maar stelt dat het huidige budget zeker niet onderdoet voor teams in de onderste helft van de Tulp Hoofdklasse.
‘Wij betalen al onze twintig speelsters, wat geen enkele club in de Promotieklasse doet. De technische staf, die bestaat uit André Morees en Santi Freixa, is van topniveau. Bovendien zijn de faciliteiten voor de vrouwen uiteraard gelijk aan die van de mannen’, vertelt Hilders.
‘Op het veld hebben we de programma’s volledig gelijkgetrokken. Zo trainen onze dames ook met hartslagmeters, onder begeleiding van een inspanningsfysioloog. Voor zowel de strafcornernemers als de keepers zijn er specialistische trainers beschikbaar. Ook buiten het veld bieden we onze dames en heren exact dezelfde faciliteiten aan: een gratis abonnement op de sportschool, de mogelijkheid om via de club betaalbaar een woning te huren in Amsterdam, auto’s voor vervoer naar trainingen en wedstrijden, en maaltijden die beschikbaar worden gesteld. Daarnaast beschikken beide teams over precies hetzelfde budget voor teamtrips en uitgaven tijdens de voorbereiding.’
Ook de contracten van Jong Oranje-internationals en van jeugdspelers die doorstromen naar het eerste elftal zijn gelijkgetrokken. Hilders: ‘We hebben inmiddels een uniform salarishuis. Dat betekent dat spelers en speelsters binnen een bepaalde categorie en onder vergelijkbare omstandigheden vergelijkbare salarissen ontvangen.’

International Jorrit Croon is het boegbeeld van de mannen van Bloemendaal. Foto: Koen Suyk
Het verschil met de mannen blijft groot
Natuurlijk, het meeste geld gaat nog steeds naar de mannen. Marc Lammers zei onlangs dat bij Den Bosch de verhouding tussen de begroting van de mannen en de vrouwen 58/42 is. Bloemendaal maakt de percentages niet openbaar. Maar feit is dat de verschillen groter zijn dan bij Den Bosch. Hilders: ‘Maar gezien de huidige positie en selectiesamenstelling van zowel onze heren- als onze damesploeg, is dat verschil vandaag de dag uitlegbaar.’
Het contract van een mannelijke international opzeggen en vervolgens het vrijkomende geld investeren in de vrouwen, dat is niet wat Bloemendaal gaat doen om het gat te dichten. De geschiedenis en de reputatie van Heren 1 wegen daarvoor te zwaar. Met 22 landstitels en 6 EHL-titels is Bloemendaal de meest succesvolle club in het mannenhockey.
Hilders: ‘Maar wij doen er wel alles aan om de budgetverschillen te verkleinen. Vaak wordt er gesproken over het anders verdelen van de taart, maar wij proberen door keihard te werken de taart juist te vergroten. Alleen dat heeft tijd nodig.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.