De vrouwen van Den Bosch moeten het donderdagavond in de bekerfinale tegen Tilburg (18.30 uur, live op hockey.nl) doen zonder Oranje-internationals Frédérique Matla, Joosje Burg, Rosa Fernig en Pien Sanders. Maar er is ook goed nieuws: stille kracht Imme van der Hoek is er sinds twee weken weer bij. De 27-jarige middenvelder herstelt van een zeldzame oogzenuwontsteking die haar tijdelijk bijna blind maakte aan haar rechteroog.
Van der Hoek is al jaren een vertrouwd gezicht in de hoofdmacht van Den Bosch en miste zelden een wedstrijd sinds haar debuut in 2016. Dit seizoen ontbrak ze echter week in week uit op het wedstrijdformulier. Niet een typische sportblessure, maar een onzichtbare vijand hield haar aan de kant: het eigen afweersysteem keerde zich tegen het zenuwstelsel en tastte de oogzenuw aan, met ingrijpende gevolgen. Wat begon als een vlekje in haar rechteroog, veranderde in een sluier die haar wereld deed vervagen.
‘Op een gegeven moment zag ik met rechts nog maar één procent’, vertelt Van der Hoek, die de afgelopen tijd door een medische achtbaan is gegaan. ‘Inmiddels is mijn zicht weer negentig procent, maar vermoeidheid kan dit direct negatief beïnvloeden.’

Imme van der Hoek wordt flink belaagd in het thuisduel met SCHC van afgelopen zondag. Foto: Bart Scheulderman
Sluipende nachtmerrie
Het begon allemaal in augustus 2024, op een plek waar sportdromen uitkomen: de Olympische Spelen in Parijs. Van der Hoek zat met vriendinnen op de tribune bij de halve finale tussen de Oranjevrouwen en Argentinië. Terwijl ze haar Bossche teamgenoten aanmoedigde, merkte ze dat haar zicht wazig werd, alsof er een vuiltje in haar oog zat.
‘Ik googelde even en belde met mijn huisarts, die me adviseerde naar een oogkliniek te gaan voor controle’, vertelt Van der Hoek. ‘Maar ja… Het was inmiddels de dag van de olympische finale tussen Nederland en China. Ik dacht: één dagje wachten kan vast geen kwaad.’
Tijdens de finale werd de waas alleen maar erger. En namen de zorgen van Van der Hoek toe. Via via vroeg ze de moeder van Carlijn Tukkers om een snelle check. Zij is oogarts en gaf haar het advies zoveel mogelijk plat te gaan liggen, uit voorzorg. Maar daar gaf Van der Hoek niet meteen gehoor aan. ‘De Oranjemeiden waren olympisch kampioen geworden en er was een feestje geregeld… Dat wilde ik niet missen.’

Imme van der Hoek (midden) met Danique van der Veerdonk links naast haar en Oranje-internationals Rosa Fernig en Pien Sanders. Foto: Instagram Imme van der Hoek
Falend immuunsysteem
Eenmaal thuis, ontdaan van de olympische roes, werd de ernst van de situatie pas echt duidelijk. Na een reeks medische onderzoeken in Tilburg , onder leiding van moeder Tukkers, volgde de diagnose: een oogzenuwontsteking veroorzaakt door een falend immuunsysteem. Een ziekte die zonder snelle behandeling kan leiden tot blindheid of zelfs verlamming van ledematen. Van der Hoek onderging meteen een plasmabehandeling, waarbij ziekmakende stoffen werden afgevoerd.
‘Ik ben niet iemand die bij een beetje ongemak meteen naar de dokter rent’, zegt Van der Hoek. ‘Maar als ik langer had gewacht, dan had ik veel meer risico op blijvend letsel opgelopen. Ik mag van geluk spreken dat ik geen ernstigere klachten heb gehad.’
Hoewel Van der Hoek haar zicht nu grotendeels terug heeft, zijn de medicijnen die haar immuunsysteem in toom houden een nieuwe uitdaging. Prednison, het krachtige ontstekingsremmende middel dat ze nog twee maanden moet slikken, verstoort haar topsportregime.
Van der Hoek: ‘Een van de bijwerkingen van prednison is een verhoogde hartslag. Al tijdens looptrainingen deze winter moest ik continu mijn hartslag laten meten. Soms zat ik, zonder het te voelen, al aan de tweehonderd slagen per minuut. Dan moet je stoppen, ook al voel je je prima. Dat is frustrerend. In het begin merkte ik dat mijn hartslag al omhoog vloog bij het neerzetten van wat pylonnen voor een oefening. Je vraagt je dan toch even af of je lichaam topsport nog wel aankan.’

Imme van der Hoek deelt in de feestvreugde tijdens de halve finale van de play-offs van vorig seizoen tegen Kampong (7-0). Foto: Willem Vernes
Beproeving
De afgelopen maanden zonder hockey en haar werk als fysiotherapeut waren een beproeving voor Van der Hoek, die op 20 maart in de halve finale om de Gold Cup tegen Amsterdam pas haar eerste minuten van het seizoen maakte. ‘Je staat er nooit bij stil hoe vanzelfsprekend een gezond lichaam voelt, tot het opeens niet meer zo is’, zegt ze. ‘Ineens kon ik niet meer autorijden, werken of sporten. Ik moest me laten helpen, iets wat ik niet gewend was. Het zijn de kleine dingen je mist, zoals de routine van een training of kletsen met teamgenoten over niks bijzonders.’
Gelukkig stond het team als een huis om haar heen. ‘Mijn teamgenoten zijn in de afgelopen negen jaar vriendinnen geworden, ik zie hen vaker dan mijn familie. Ze kwamen regelmatig langs, brachten een kleipakket mee om samen iets te maken. Dat hield me betrokken en gaf me het gevoel dat ik nog steeds bij het team hoorde. Ik heb ook veel steun gehad aan mijn collega’s van Backelandt Fysiotherapie: zij hebben mij geweldig geholpen in mijn terugkeer op het veld en op het werk.’
Haar herstelproces heeft haar kijk op het leven veranderd. ‘Normaal gesproken herstel je van een spierblessure met een duidelijk schema. Dit was anders. Er was meer onzekerheid. Nu voelt elke minuut op het veld als een cadeau.’
Voor de aanpak van oogarts Floor Tukkers koestert ze diepe dankbaarheid. ‘Ze heeft doorgepakt en ervoor gezorgd dat ik op tijd werd behandeld. Had ik langer gewacht, dan had ik misschien niet meer kunnen spelen. Dat besef ik maar al te goed.’
Oog voor eigen gezondheid
Toch blijft haar sportieve toekomst onzeker. Een auto-immuunziekte verdwijnt niet, en behandelingen met medicijnen blijven nodig om ontstekingen te onderdrukken. Van der Hoek gaat het medicijngebruik de komende tijd weliswaar afbouwen, maar zal wel twee keer per jaar een infuusbehandeling moeten blijven ondergaan. Of dit allemaal probleemloos gecombineerd kan worden met het bedrijven van topsport, blijft een vraagteken. Ook dat is een realiteit waar ze mee moet leren leven.
‘Ik geniet nu nog meer van het hockey en besef hoe bijzonder het is om onderdeel van dit team te zijn. Dat heb ik in de eerste competitiehelft echt gemist. Het team is altijd het belangrijkste voor me geweest. Dat is het nog steeds, maar nu met iets meer oog voor mijn eigen gezondheid.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.