Scoren tijdens je debuut. Daar had Bobbi Dijk (18) nooit van durven dromen. Toch lukte het de Rotterdamse spits afgelopen zondag. En niet tijdens zomaar een wedstrijd. Haar doelpunt in de play-outs tegen Push zorgde ervoor dat Rotterdam helemaal zeker was van nog een seizoen in de Tulp Hoofdklasse.
Als Rotterdam net klaar is met de ereronde op het complex van Push en iedere Zuid-Hollandse supporter de handen stuk heeft geklapt, komt de groep op het veld samen. Na een minuut klinkt er een luid gejuich uit het kringetje. Alsof het lijfsbehoud nogmaals gevierd werd. Maar er blijkt een andere reden voor het feestgedruis.
‘Even een shout-out voor Bobbi’, schreeuwt coach Brian Vervoort, terwijl hij zijn pupil in de spotlights zet. ‘Scoren tijdens je debuut. Dat is echt gruwelijk.’
Bobbi is Bobbi Dijk. Een jaar of twaalf geleden begonnen bij Barendrecht en als zestienjarige verkast naar grote buurman Rotterdam. Afgelopen weekend debuteerde ze dus voor het eerste team. ‘Dit is echt heel gaaf joh’, zijn haar eerste woorden na afloop van het duel. Haar lach verdwijnt geen enkel moment van haar gezicht. Ze straalt van oor tot oor.
‘Volgens mij juichte ik maar stom’
Na een minuut of acht tipte Dijk de 0-1 binnen. Met de 0-2 einduitslag van een dag eerder, was haar doelpunt een mokerslag voor Push. Drie doelpunten goedmaken, leek (en bleek) een onmogelijke opdracht voor de Brabanders. ‘Het ging echt heel goed’, vertelt ze terwijl ze even aan haar zilveren kettinkje frunnikt. Om haar hals draagt ze haar geboortejaar: 2006. De jonge spits gaat verder: ‘Ik haalde daarvoor al een strafcorner tot die ene bal kwam..’
Die ene bal was afkomstig van Isa van Spronsen. Zij onderschepte vlak over de middenlijn een scoop, dribbelde meteen door en zag in de cirkel de tiener vrij staan. Van Spronsen twijfelde geen moment en beukte de bal haar kant op. Wat er toen gebeurde, weet Dijk zelf ook niet helemaal. ‘Het was een snoeiharde klap. Hij was ook niet vlak over de grond. Hij stuiterde. Ik zette blind mijn stick ertegenaan. Ik weet zeker dat ik ‘m raakte. Maar ik heb echt geen flauw idee hoe ‘ie erin ging’, vertelt ze. ‘En volgens mij juichte ik ook maar stom. Ik deed maar wat. Ik had geen idee.’
Het zijn mooie momenten voor de tiener. En die heeft ze ook meer dan verdiend. Haar eerste jaar bij haar nieuwe club – in MO16-1 – ging voortvarend. Ze werd zelfs via de naselectie beloond met een plek in Nederlands Onder-16 team. Na een ramvolle hockeyzomer met Oranje ging het helemaal mis tijdens haar eerste competitiewedstrijd in MO18-1. Dijk scheurde haar kruisband af en kwam veertien maanden niet meer in actie.
Een dubbel debuut op Push
Vlak voor de winter van dit seizoen maakte Dijk weer haar eerste speelminuten. ‘Ik ben inmiddels wel weer terug op mijn oude niveau’, vertelt ze. ‘Dat denk ik tenminste. Ik maak gewoon weer goals. Ook voor mijn eigen team. Voor mijn gevoel ben ik terug. Misschien maakt dit het allemaal wel af’, vertelt ze. Ze begint over het veld van Push, dat voor haar bijna als magische grond gezien kan worden. Ze debuteerde op dit veld namelijk niet alleen voor Rotterdam, maar ze speelde hier ook haar eerste wedstrijd met Oranje U16. ‘Eigenlijk kon het niet beter. Dat ik hier nu weer sta, is echt heel bijzonder. Het voelt wel een beetje af nu.’
Ik heb de hele autorit gepraat. Non-stop gekletst. Dat doe ik altijd als ik zenuwachtig ben. Dan word ik heel erg druk. Ik denk dat ze blij waren dat het maar drie kwartier rijden was. Bobbi Dijk
Dijk hoorde woensdag dat ze kans maakte op speelminuten. Tot die tijd had ze helemaal geen rekening gehouden met haar debuut. Tuurlijk, ze deed wel eens mee met oefenwedstrijden de afgelopen maanden, maar verder dan dat was ze nog niet gekomen. ‘Brian vroeg me of ik paraat wilde staan. Julie van Dam had op de training namelijk haar vinger gebroken. Maar zij kon gelukkig toch gewoon spelen’, vertelt ze. ‘Dus heb ik zaterdag vanaf de tribune toegekeken. Maar ’s avonds hoorde ik dat Lisa van Baaren op zondag niet meer mee zou doen. Twee wedstrijden waren te veel voor haar. Dus mocht ik op zondag alsnog meedoen.’
Hoe graag ze het ook wil ontkennen, de zenuwen gierden door haar lijf. ‘Ik reed naar Push met mijn vader en mijn vriend’, vertelt ze. ‘Ik heb de hele autorit gepraat. Non-stop gekletst. Dat doe ik altijd als ik zenuwachtig ben. Dan word ik heel erg druk. Ik denk dat ze blij waren dat het maar drie kwartier rijden was. Tijdens de wedstrijd merkte ik er niet veel meer van. Ik kon de knop wel omzetten.’
‘Hier kon ik nog meiden uitspelen’
Bovendien is ze blij dat ze nu de kans kreeg. ‘Het was niet zomaar een wedstrijd. Geen potje in de Hoofdklasse’, vertelt ze. ‘Het ging om lijfsbehoud. Dat maakte het extra spannend. Maar aan de andere kant… Stel ik zou debuteren en we speelden tegen SCHC. Dan stond ik bijvoorbeeld tegenover Renée van Laarhoven. Nou’, stamelt ze. ‘Dat hou ik niet vol hoor. Hier kon ik de meiden nog uitspelen.’
Ze proefde even van waar ze al jaren van droomt. Spelen in de Hoofdklasse. Hoewel ze met haar doelpunt belangrijk was voor de ploeg, is ze nog niet zeker van een plek in de selectie van volgend seizoen. ‘Ik hoop echt dat ik de selectie haal. Het lijkt me zo gaaf om in dit team te zitten’, vertelt ze. ‘Dan kom je op tv. Al mijn vrienden en familie kunnen dan kijken naar Viaplay. Dat lijkt me echt supervet.’
Zaken voor later. Het seizoen van Dijk zit er nu echt op. De tiener heeft haar laatste wedstrijd met Rotterdam O18 – dat zich niet kwalificeerde voor het NK – al gespeeld. Haar tijd als junior is voorbij. Maar uitgehockeyd is ze nog lang niet. ‘Ik zit bij de Oranje-selectie van U18. Vanaf 11 juni gaan we weer trainen. Soms wel zes keer per week. Ik kan niet wachten. Ik hoop dat ik weer een eindtoernooi mag gaan spelen.’
Maar eerst wacht de afsluiting met Dames 1, allemaal op de dag van haar debuut. ‘Ze hebben me meegevraagd, dus dan ga ik maar mee. Ik ben gelukkig oud genoeg om te drinken’, lacht ze. Maar dan serieus: ‘Ik vind het leuk dat ik nog een jaar Hoofdklasse mee mag vieren. En ik hoop dat dit snel als mijn team mag gaat voelen.’
1 Reactie
robdux
Super leuk om zo je debuut te maken. Zes keer per week trainen met Oranje u18? Is dat tegenwoordig normaal?