Ja, hij zat er hard in. De bal die door Duitsland in het Pro League-duel met Australië richting het doel werd gebeukt. Een ouderwetse geslagen corner. Maar telde die ram van de kop ook? Hoofdklasse-scheidsrechter Lorijn de Kraker geeft antwoord op de Spelregelvraag van deze week.
‘Dit is voor een scheidsrechter een van de moeilijkste situaties om te beoordelen’, steekt De Kraker van wal. ‘Eerst de basis. De stelregel is dat een eerste geslagen doelpoging bij een strafcorner de doellijn moet passeren onder plankhoogte. Is dat zo? Dan is het een doelpunt. Anders is het een vrije slag voor de verdediging.’
‘Ook als de bal de doellijn boven plankhoogte zou passeren maar door bijvoorbeeld een verdediger of keeper aangeraakt wordt zodanig dat de bal onder plankhoogte de doellijn passeert, moet het doelpunt worden afgekeurd. Het bekende ‘bananenschot’ mag ook, zolang het maar niet gevaarlijk is voor de verdedigers en de bal de doellijn passeert onder plankhoogte. Sleept de aanvaller de bal of gaat de bal via een tip-in boven de plank het doel in? Dan is het een doelpunt.’
Tot zoverre het makkelijke deel van deze situatie. Over naar de analyse.
De Kraker constateert dat de strafcorner correct wordt aangegeven en buiten de cirkel wordt gestopt. ‘Dit geslagen schot moet onder plankhoogte de doellijn passeren. De bal is niet gevaarlijk, wordt door geen enkele verdediger onderweg aangeraakt en komt net boven de plank in het net terecht. Hij schiet omhoog door een combinatie van het net en het contact met de achterstaander. Conclusie: de bal is de doellijn niet op plankhoogte gepasseerd.’
‘En daarom is dit inderdaad geen geldig doelpunt. Het spel moet hervat worden met een vrije slag voor de verdediging.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.