Roberts weer fit na heupblessure: ‘Droom nog steeds van het WK’

Toen Mikki Roberts (23) eind mei voor het laatst op Hurley was, zat ze in een rolstoel. Een dag na haar heupoperatie wilde ze per se de mannen van Tilburg aanmoedigen in hun strijd om promotie. Zes maanden later liep ze weer zelf het Amsterdamse Bos in. Tilburg ging met 4-2 onderuit, maar Roberts vond zichzelf vooral een geluksvogel: ze mocht weer hockeyen. ‘Door het vele flatsen en slepen begaf mijn linkerheup het.’

Na ruim veertig minuten, bij een 3-0 achterstand, meldde Roberts zich op de kop van de cirkel. Tilburg had al een paar strafcorners gekregen, maar die had ze eerder aan zich voorbij laten gaan. Nu niet meer. Diep in het derde kwart kon ze het niet laten: twee keer pushte ze – met toestemming van de fysio – een kanonskogel richting Hurley-goalie Maartje Kaptein. Een soort oefensessie, want een serieuze corner slepen had ze al maanden niet meer gedaan. Scoren lukte niet, maar zes minuten voor tijd pushte ze wél overtuigend een strafbal binnen.

Een doekje voor het bloeden, want tevreden was Roberts na afloop allerminst. Niet over haar eigen optreden en niet over dat van het team. ‘We hebben de eerste helft van de wedstrijden er nu op zitten en hebben zes punten. Dan mag je niet tevreden zijn’, vertelt ze streng. ‘En dan kun je nog zeggen dat je strijdend het veld afgaat, alles geeft en dan toch verliest. Dan heb je er een soort van vrede mee. Maar dat is niet het geval. Het mag duidelijk zijn dat het veel beter moet na de winterstop.’

Mikki Roberts in de dug-out. Foto: Ewout Pahud

Tilburg mist strijdlust

Ze heeft gelijk. Tilburg liet het zondagmiddag tegen Hurley allemaal een beetje gebeuren. Pas toen de thuisploeg op een 4-0 voorsprong kwam, vocht de ploeg zich terug. Twee knappe goals volgden, maar dat was natuurlijk veel te laat. ‘Tilburg staat voor bikkelen. Dat weet ik, want ik loop er al heel mijn leven rond’, gaat ze verder. ‘We moeten voor elke bal gaan. En met kapotte knieën het veld verlaten. En dat missen we dit seizoen een beetje’, vertelt ze. ‘Er ontbreekt vertrouwen. En dat bouw je ook niet op, als je de hele tijd geen punten pakt. Als je kwalitatief niet beter bent, dan moet je in ieder geval harder werken dan je tegenstanders. Ik denk dat we dat wel proberen, maar niet op de goede manier.’

Ze rolt direct in een complete wedstrijdanalyse. Alsof ze de voorgaande tien wedstrijden ook telkens binnen de lijnen stond. Maar niets was minder waar. Maandenlang keek ze vanaf de zijlijn toe: luid aanwezig, tactisch meedenkend, beelden bestuderend, veel in gesprek met teamgenoten. Pas half november maakte ze haar eerste seizoensminuten. ‘Ik sta nu net zo lang in het veld als dat ik normaal op de bank zit.’ Lachend: ‘En ik zeg je, normaal zit ik niet zoveel op de bank.’

Mikki Roberts aan de bal. Foto: Ewout Pahud

Dat had en heeft alles te maken met haar linkerheup, die in het voorjaar begon op te spelen. Heel veel last had ze er niet van, maar toen ze haar klachten met de fysio van het Nederlands team besprak, werd er uit voorzorg toch een MRI gemaakt. ‘Dat was vooral met het oog op een eventuele drukke zomer.’ Roberts zat namelijk sinds 2025 weer bij de trainingsgroep van Oranje en was in de race voor een EK-ticket. Die droom spatte uiteen toen ze de scan zag.

Het slechte nieuws en een zomer zonder Oranje

‘Er zat een stuk bot los bij mijn linkerheup’, vertelt ze. ‘Dat was zo’n beetje het slechtste nieuws wat ik kon krijgen.’ Roberts moest onder het mes en haar werd verteld dat ze het hele kalenderjaar niet meer in actie zou komen. ‘De stand van mijn heupen is wat afwijkend. Dat weet ik, maar heb er geen last van. Maar door het vele slepen en flatsen is er een soort slijtage gekomen. Dan komt de linkerheup in een bepaalde hoek te staan, waardoor het kapot gegaan is.’

Tijdens het gesprek laat Roberts het verschil zien. Als ze haar rechterknie optrekt, komt het been niet verder dan een graad of negentig. ‘Kijk. En met links gaat ’ie veel hoger.’ Het contrast is duidelijk: haar linkerknie gaat veel verder omhoog. Waar een goed functionerende heup ook voor moet zorgen. Een mankement dat ze al haar hele leven kent, maar waar ze nooit hinder van had gehad. ‘Misschien vroeger, toen ik nog turnde,’ lacht ze. ‘Daar was ik echt niet goed in. Misschien lag het daaraan.’ Dan weer serieus: ‘Als ik geen sleper was geweest, waren de klachten misschien drie jaar later gekomen.’

Foto: Ewout Pahud

‘De domper was groot in mei. Mijn eventuele Oranje-droom viel echt even in duigen’, gaat ze verder. ‘Maar inmiddels ben ik weer heel blij dat ik gewoon weer kan hockeyen. Dat had ook anders kunnen zijn.’ Ze is druk met het vinden van haar ritme. ‘Ik mag nog niet zoveel flatsen en slepen. Dat moet ik doseren. Bovendien moet ik nog even wennen. Ik ben wel fit, maar heb een lange tijd niet gespeeld. Maar ik weet nog dat ik na mijn knieblessure in 2022 meteen weer corners kon pushen. Dat geeft vertrouwen. Het is net als fietsen. Die beweging zit er zo in, dat verleer je niet.’

Terug in Oranje?

Om zichzelf in de kijker te spelen van bondscoach Raoul Ehren en om ritme op te doen, traint ze de hele winter mee met Heren 1. ‘Toen ik hoorde dat zij doortrainden, heb ik me meteen gemeld. Ze trainen door met de groep die niet gaat zaalhockeyen, aangevuld met wat jeugd. Ik hoop dat het niet gaat vriezen of sneeuwen. Zodat ik heel veel mee kan doen.’ Ze grijnst. ‘Lekker man, met die gasten trainen.’ Als talentvolle coach van Tilburg JO18-1 weet ze precies wat haar te wachten staat. ‘Dat gaat zo snel. Dan moet ik continu op mijn voorvoeten staan. Me in iedere één-tegen-één vol vastbijten. En of ik wil of niet, ik ga ook zeker veel duels verliezen.’

Foto: Ewout Pahud

Een winterstop vol hockey dus niet alleen met het oog op Oranje, maar ook voor Tilburg. Want het gaat haar aan het hart dat haar groep op een elfde plek in de Tulp Hoofdklasse staat. ‘We hebben best wat potjes net verloren. Ik weet zeker dat we met wat meer vertrouwen, na de winter het wel de goede kant op kunnen laten vallen.’

En ondertussen hopen dat de bondscoach haar snel weer belt. Want ondanks haar twee caps, is Roberts vastberaden nu een échte international te worden. Een daadwerkelijk onderdeel van Oranje te zijn. ‘Ik hoop dat Raoul snel een keer naar een wedstrijd komt kijken. Maar dan moet ik eerst zorgen dat ik weer de beste versie van mezelf kan laten zien. Ik ga er alles aan doen om weer in aanmerking te komen voor de groep’, verzekert ze. ‘Het WK van komende zomer zit echt nog wel in mijn hoofd. Hoe vet zou het zijn als het lukt?’ Maar ze is ook realistisch. ‘Als ik straks de hele winter niet bij het Nederlands team ben, mis ik een groot deel van de voorbereiding. En daar ziet het er wel naar uit. In principe is het dus gewoon een nee. Maar ik blijf dromen van het WK. Je weet nooit. Bovendien is het goed om een doel te hebben, toch?’


Wat vind jij? Praat mee...