Waarom Danique Visser stopte: ‘Was het plezier helemaal kwijt’

Danique Visser (24 jaar) was een paar jaar geleden een van de grootste keeperstalenten van Nederland. Als potential mocht ze ruiken aan Oranje. Maar gelukkig was ze de laatste jaren niet. Afgelopen winter stopte Visser als eerste keeper bij Bloemendaal. Dat voelde als een bevrijding. ‘Op de trainingen was ik mezelf niet meer.’

‘Ik zat de afgelopen twee jaar in een dal. Soms had ik een opleving. Maar vaak worstelde ik. Deed ik nou wat ik leuk vond? Wilde ik dit allemaal? Of deed ik vooral wat logisch was? Wat mijn omgeving verwachtte?’

Ze neemt middenin haar moedige verhaal een slok van haar biertje. Het is een zaterdagavond, rond een uur of half zeven. Het eerste damesteam van Bloemendaal heeft net de kelderkraker verloren van Rotterdam (3-0). Visser was erbij, als toeschouwer. Aan de andere kant van het hek, in haar eigen kleding.

Ze kwam pas vlak voor de kelderkraker aan op ’t Kopje. Visser is namelijk ook assistent-coach bij Bloemendaal MO18-1 en haar pubers speelden uit op Amsterdam. Daar lag de prioriteit op deze zaterdag. Niet bij het team waar ze zeven jaar in de goal stond. ‘Dat is soms raar. Maar het voelt goed. Heel goed zelfs. Ook omdat mijn opvolgster al klaar stond. Daardoor durfde ik te stoppen. Had ik niet het idee dat ik de ploeg in de steek liet.’

Visser tijdens een van haar laatste wedstrijden bij Bloemendaal, thuis tegen Tilburg in november. Foto: Koen Suyk

‘Ik kwam amper van de bank’

Visser vindt het lastig om precies aan te geven wanneer ze in een neerwaartse spiraal belandde. ‘Ongeveer twee jaar geleden’, vertelt zij. ‘Toen begon de totale struggle met mezelf. Ik was gestopt met mijn studie. Wilde vol voor het hockey gaan. Dat leek toen een goede keuze. Ik trainde in dat seizoen als potential mee met het Nederlands elftal. Een gave ervaring. Maar ik merkte dat mijn ontwikkeling daarna stil bleef staan.’

Ze is enorm zelfkritisch. Noemt zichzelf een perfectionist. ‘Ik werd steeds ontevredener over hoe ik het deed. Voor mijn gevoel liet ik ballen doorgaan die ik ‘vroeger’ wel pakte. En daarover ging ik dan weer malen, waardoor het nog minder ging. Het zorgde ervoor dat ik niet meer blij was op het veld. Het keepen was niet meer leuk, maar zorgde juist voor stress. Zeker omdat we altijd onderin meespelen. Een foutje kan cruciaal zijn. Ik werd bang om het verkeerd te doen. Ik was het plezier helemaal kwijt.’

Het keepen slokte Visser helemaal op. ‘Ik deed niet anders meer. Had bijna geen sociaal leven meer. Ik woon op mezelf. Thuis kwam ik soms amper van de bank. Leefde alleen van training, naar wedstrijd, naar weer een training. En dat terwijl ik er eigenlijk helemaal geen zin meer in had. Het was een patroon waarin ik was terechtgekomen. Zo hoorde het, dus zo deed ik het. Bij de club zette ik een vrolijk gezicht op. Maar op de trainingen was ik mezelf niet meer. Het spel ging soms gewoon langs me heen.’

Visser in 2017, tijdens haar eerste seizoen als keepster bij dames 1 van Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

Breken met gewoontes

Zo ging het maandenlang. Op en af. Ze zocht en vond mentale hulp, maar bleef kwakkelen. ‘Na elke opleving volgde wel weer een terugval. Begin dit jaar overleed mijn opa. Dat hakte er zo in, dat ik weer in de put zat. Toen ik voor de zoveelste keer met tegenzin naar training ging, was het genoeg geweest. Ik ben in gesprek gegaan met de staf en gelukkig was er begrip. Het voelde gek om tijdens het seizoen een stap terug te doen. Maar was ook fijn om de knoop door te hakken. Niet meer de druk. De verplichting. Het eeuwige moeten.’

Ze slikt. ‘Het is heel verdrietig als iets wat je zo leuk hebt gevonden, zo vervelend wordt. Ik ben te lang doorgegaan. Ben mezelf kwijtgeraakt, ook omdat ik niet tegen de stroom in durfde te gaan. Te breken met die gewoontes. Dat is best moeilijk als iedereen van je verwacht dat je er ‘gewoon’ wel weer staat. Maar hockey op dit niveau is niet gewoon. Het vraagt niet alleen tijd maar ook mentale veerkracht. Het lukte me om dat jaren op te brengen. Nu was het op. Was ik op.’

‘Weet je wat me geholpen heeft? Die verhalen over meiden die ook met zichzelf in de knoop zaten. Die het soms ook niet wisten en twijfelden. Het verhaal van Thirsa Kho, die opeens stopte met tophockey. Of van Sabine Plönissen, die zo stoer sprak over haar sombere dagen. Ik ben hen dankbaar. Want dankzij hun openheid, voelde ik me niet alleen. De club en het team hebben mij ook gesteund. Zij bleven in mij geloven, ook op momenten waarin ik het vertrouwen in mijzelf kwijt was.’

‘Tijd voor mezelf’

‘Sinds het hoge woord eruit is, ben ik vrolijker. Voel me chiller. Ik keep nu bij dames 2, het team van mijn zus. Mis ik een bal, dan is dat balen. Maar dan komt dat fragment niet meer honderd keer terug in mijn hoofd.’ Haar ogen beginnen te twinkelen. ‘Ik voel meer ruimte. Heb de vrijheid waar ik twee jaar naar op zoek was. Ik ga weer studeren, toegepaste psychologie. En daar heb ik zin in. Het is tijd voor mezelf. Voor de Danique, die ik al een tijdje kwijt was.’

Langs de lijn met Rosalie Rosman, de huidige topscorer van Bloemendaal. Foto: Koen Suyk


Wat vind jij? Praat mee...