Docherty na 18 jaar terug bij KZ: ‘Hier begon mijn leven in Nederland’

Vijfentwintig jaar geleden was Nederland voor de in Schotland geboren Laurence Docherty (45) het beloofde land, dé hockeyhemel waar hij zijn droom achternaging. Hij streek neer bij Klein Zwitserland, ontmoette er de liefde van zijn leven, liet zich naturaliseren tot Nederlander en droeg het Oranjeshirt op de Olympische Spelen van 2008 in Peking. Nu is hij terug waar het ooit begon, als coach van Heren 1.

Met zijn rechterhand wijst de oud-middenvelder vanaf de houten bankjes bij het hoofdveld naar het clubhuis van Klein Zwitserland: het zwarte, houten chalet, dat rechtstreeks lijkt weggeplukt uit een bergdorp in de Alpen. Het is niet het modernste, maar zeker wel het charmantste clubhuis uit de Tulp Hoofdklasse. Toen Docherty hier in 2000 arriveerde, stond het er al en vijfentwintig jaar later staat het er nog steeds. ‘Waar zie je dit nog?’ zegt hij, terwijl zijn ogen glimmen. ‘Een clubhuis met zoveel karakter. Voor mij voelt dit als thuis.’

Voetbalcoach Louis van Gaal zei in 2003 bij zijn rentree bij Ajax dat de cirkel rond was. Datzelfde gevoel moet Docherty nu ook bekruipen bij zijn terugkeer op het oude nest. Klein Zwitserland is niet alleen de club waar hij doorbrak als hockeyer, ook privé vond hij er vaste grond onder de voeten.

Na achttien jaar keerde Laurence Docherty deze zomer terug op het oude nest, als trainer van Heren 1. Foto: Willem Vernes

Ik werd opgehaald van Schiphol door Hans Streeder, die toen assistent was. In de auto bleef hij maar tegen me praten in het Nederlands. Ik verstond er geen woord van. Laurence Docherty over zijn aankomst in Nederland, in 2000

Docherty werd geboren in Edinburgh. Als kind rugbyde hij, maar hockey trok hem uiteindelijk het meest. Hij speelde 48 interlands voor Schotland en viel in 2000 op het laatste moment af voor de olympische selectie van Groot-Brittannië. Daarna waagde hij de sprong in het diepe naar Nederland. De dag dat hij hier arriveerde, staat nog altijd in zijn geheugen gegrift: 17 augustus 2000.

‘Ik werd opgehaald van Schiphol door Hans Streeder, die toen assistent was. In de auto bleef hij maar tegen me praten in het Nederlands. Ik verstond er geen woord van. Voor ik het wist, zat ik midden in een soort sightseeingtour richting Den Haag’, zegt Docherty lachend, met een accent dat in de loop der jaren zijn scherpe Schotse randjes wel heeft verloren. Ergens hoor je nog wel dat hij geen geboren Nederlander is, maar de lange, Schotse klinkerklanken zijn er inmiddels wel uit.

Als hij terugdenkt aan zijn tijd bij Klein Zwitserland (2000–2007), verschijnt er direct een glimlach op zijn gezicht. Hij praat erover alsof het zijn eerste grote liefde was: ‘Het was fantastisch. Ik kwam in een heel warm bad terecht. Mijn teamgenoten namen me vanaf dag één op sleeptouw. Bijna allemaal jonge gasten, die me met open armen ontvingen, perfect Engels spraken en me Nederlands leerden. De club krioelde van de kinderen, stuk voor stuk even lief.’

Bevlogen praat Laurence Docherty over zijn terugkeer bij Klein Zwitserland. Foto: Willem Vernes

Hij ontmoette zijn droomvrouw en liet zich naturaliseren tot Nederlander

Het was een andere tijd dan nu. De gouden jaren met acht landstitels op rij (1977-1984) behoorden dan wel tot het verre verleden, nog altijd draaiden de Steenbokken mee in de top. Trainer Joost Bellaart, de architect achter vijf van de acht landstitels, was bij de komst van Docherty bezig aan zijn tweede termijn. Max Caldas, met wie Docherty een appartement deelde, was de ervaren routinier. International Taeke Taekema het gevreesde strafcornerkanon.

‘We bereikten drie keer de play-offs. Rond 2002 deden we een serieuze poging om Teun de Nooijer naar KZ te halen. Maar uiteindelijk koos hij ervoor om bij Bloemendaal te blijven. Had hij voor ons gekozen, dan hadden we ongetwijfeld serieus meegedaan. In 2005 vertrok Taeke naar Amsterdam en werd het langzaamaan minder’, blikt Docherty terug. Je hoeft niet eens goed te luisteren om te horen hoeveel de val van de club hem heeft geraakt. In 2007 degradeerde Klein Zwitserland, voor Docherty het moment om het boek na zeven jaar te sluiten. Hij maakte de overstap naar topclub Bloemendaal, waarmee hij in 2008, 2009 en 2010 de landstitel won.

Klein Zwitserland betekende voor hem meer dan alleen hockey. Hij legde er de basis voor de rest van zijn leven. Hij ontmoette er zijn droomvrouw, met wie hij nu drie zoons heeft, van negen, zes en drie jaar oud. Hij liet zich naturaliseren tot Nederlander en maakte de overstap naar Oranje. Hij kwam tot 78 interlands en speelde onder meer de Olympische Spelen van 2008 in Peking (vierde).

Zeven jaar lang speelde Laurence Docherty bij Klein Zwitserland (2000-2007). Foto: KNHB

Het was eigenlijk helemaal niet mijn plan om weer als coach op het veld te staan. Toch waren er een paar clubs waarvoor ik een uitzondering wilde maken. KZ stond bovenaan. Laurence Dochterty

Deze zomer, achttien jaar nadat hij vertrok, klopte zijn oude liefde onverwacht weer bij hem aan. ‘Het was eigenlijk helemaal niet mijn plan om weer als coach op het veld te staan. Ik heb één seizoen de mannen van Bloemendaal gecoacht en twee jaar langs de lijn gestaan bij HBS. Maar dat is inmiddels alweer een tijd terug. Ik zat eigenlijk midden in een ander hoofdstuk van m’n leven. Toch waren er een paar clubs waarvoor ik een uitzondering wilde maken. KZ stond bovenaan.’

Na een bewogen seizoen met Robert Justus, die vlak voor het einde vertrok, moet onder leiding van Docherty een nieuw tijdperk beginnen. Vorig seizoen lag de focus vooral op verdedigen. Achterin stond de organisatie als een huis: met slechts 52 tegengoals incasseerde Klein Zwitserland er zelfs minder dan Oranje-Rood, dat twee plekken hoger eindigde, als zesde. Maar aanvallend bracht KZ met 36 goals te weinig. De Duitse topspits Marco Miltkau – inmiddels vertrokken naar Bloemendaal – stond vooral op de eigen 23 meterlijn, ver weg van zijn jachtterrein: de cirkel. Te weinig kreeg het thuispubliek het aanvallende hockey te zien waar ze aan de Klatteweg zo van houden.

Docherty: ‘Achterin was het prima op orde. De structuur stond, de afspraken waren helder. Op die basis bouwen we voort, maar we gaan wel aan een paar zaken sleutelen. Het mag wel wat brutaler, vind ik. Als we geen risico nemen, komen we nooit in de buurt van hun cirkel. Ik wil aanvallend hockey zien, linie over linie. Natuurlijk, verdedigen blijft belangrijk. Maar het uitgangspunt is: hoe maken we doelpunten?’

Als trainer wil Docherty graag aanvallend hockey zien. Foto: Willem Vernes

‘Andere jongens moeten nu naar voren treden’

De hamvraag is natuurlijk of Klein Zwitserland zich komend seizoen voorzichtig weer met de top kan meten. Maar nogal wat gezichtsbepalende spelers zijn vertrokken: Marco Miltkau (Bloemendaal), Matthew Swann (Australië), Lucas Middendorp (Amsterdam), Albert Béltran (Australië) en Nick van Trigt (Rotterdam). Acht nieuwe gezichten, onder wie de Argentijn Joaquin Toscani en de Duitsers Tom Schneider en Linus Michler, maakten hun entree. Opvallend is ook de komst van Jochem Bakker, die vorig seizoen bij Rotterdam weinig meer aan spelen toekwam.

‘Swann was echt een bijzondere speler. Hem vervang je niet zomaar. Maar ik kijk ook naar wat er wél aan spelersmateriaal is’, zegt Docherty. ‘We hebben jonge gasten, die nu de kans krijgen om stappen te zetten. En er zijn jongens met meer ervaring die nu naar voren moeten treden. Leiderschap tonen, initiatief nemen. Dít is het moment om op te staan. Dan is dit misschien wel het begin van iets moois.’


Wat vind jij? Praat mee...