Hij was de grootste pechvogel tijdens het afgelopen WK. Alexander Hendrickx viel in de laatste groepswedstrijd van België uit met een scheurtje in zijn binnenste kruisband. Sinds een week staat de openhartige verdediger weer op het veld bij zijn club Pinoké, waar ze hem meer dan goed konden gebruiken.
‘En hij is weer terug, met nummer 16… Alexanderrr Hennndrickx!’, galmde zondagmiddag rond vier uur over het terrein van Pinoké. Hendrickx had een paar seconden eerder hoogstpersoonlijk voor de beslissing gezorgd tegen het opgeleefde HGC. Zijn 2-0, twee minuten voor tijd, leverde Pinoké de eerste zege op van 2023. Ze snakten naar een overwinning, die een week eerder bij de comeback van Hendrickx tegen Klein Zwitserland (2-2) nog uitbleef.
De schijnwerpers stonden zondag weer ouderwets gericht op de cornerbeul uit Antwerpen. Direct na het laatste fluitsignaal werd hij al naar de camera’s van Viaplay geleid. Met het zweet nog op zijn voorhoofd analyseerde hij met Teun de Nooijer zijn treffer. De gang daarna naar het clubhuis leverde hem schouderklopjes en high fives op, die de verdediger lachend in ontvangst nam.
Herinnering aan een litteken
‘Zo’n thuiswedstrijd, da’s lang geleden voor mij’, klinkt het tevreden. ‘Ik voel me goed’, terwijl zijn blik meteen naar zijn knie gaat. Zijn gewraakte lichaamsdeel, dat hem een voortijdig einde van het WK bezorgde. Er zit nog tape omheen. Een herinnering aan een recent litteken. ‘Die tape heeft de vorm van een kruisband’, vertelt Hendrickx. ‘Dat is puur als extra bescherming als er iemand tegenaan komt. Vorige week was het dikker ingepakt, dus ook dat gaat de goede kant op. Ze hebben het advies gegeven om de eerste maand hiermee te lopen. Nou, dan doe ik dat.’
Hij heeft geen last meer van zijn knie, die hem bijna twee maanden aan de kant hield. ‘Op de trainingen ben ik iets voorzichtiger in de een-tegen-een-duels. Daar gebeuren soms lompe dingen. Vorige week was er op de training bij de Belgische ploeg een jonge gast die vol doorliep op mij. Dan schrik je een beetje, maar dan geeft het ook vertrouwen dat je geen pijn voelt.’ Met een grijns: ‘In de wedstrijd neem ik wel gewoon alle risico’s hoor. Dan denk ik er niet eens over na.’
Zijn gedachten flitsen even terug naar India. Rourkela, om precies te zijn. In een kolkende hockeytempel hielden 20.000 man hun adem in toen Hendrickx bij de eerste corner van de poulewedstrijd tegen Japan omver werd gekegeld door een uitloper. ‘Toen gingen de lichten uit’, zegt de olympisch kampioen van 2021. ‘Ik weet nog dat ik wilde gaan staan en dat lukte niet. Daar wist ik dat het voorbij was. En het duurde nog een hele tijd voordat dat officieel bekend werd.’
Rookgordijn
Hendrickx vertelt hoe er een rookgordijn werd opgetrokken rond zijn blessure. ‘Ik kon de dag daarna niet eens wandelen. Maar de buitenwereld mocht nog niet weten dat het voor mij over was. Het idee daarachter was dat tegenstanders mijn corner zouden analyseren en niet die van Tom Boon. Achteraf was dat voor mij niet superprettig. De Belgische pers liep ook te gissen naar mijn situatie. Ze hadden gezien dat ik oefeningen deed met de fysio en toen was het nieuws dat ik weer in training was. Kreeg ik felicitaties, omdat het blijkbaar meeviel. Ik had zelf liever direct duidelijkheid gegeven.’
Extra pijnlijk: de ouders van Hendrickx waren juist die dag geland in India. ‘Ze hielden een tussenstop in Mumbai. Daar klapten ze de laptop open en zagen ze het gebeuren. Ik heb daarna in Bhubaneswar bij ze op de tribune gezeten.’ Uit de grond van zijn hart: ‘Op het moment dat het gebeurde heb ik wel een traantje gelaten. Uitsluitsel krijgen van de MRI, dat was ook zwaar. Maar het allermoeilijkste – om het netjes te zeggen – is toch wel het toekijken en er niets aan kunnen doen. Je ziet wat er fout gaat. Wat je zelf anders zou hebben gedaan.’
Na het WK, waar België de finale verloor van Duitsland, werkte Hendrickx toe naar de tweede seizoenshelft met Pinoké. Hij zag zijn teamgenoten worstelen en beide duels (Den Bosch en Rotterdam) zonder hem verliezen. ‘Misschien vond ik het hier nóg wel moeilijker om niet mee te doen. Bij Pinoké is mijn eigen bijdrage en impact groter dan bij mijn nationale ploeg. Ik probeerde een beetje advies te geven langs de zijlijn. Maar ik heb me niet met de corner bemoeid. Elke cornerman moet z’n eigen keuzes maken. Ik ga niet tegen Miles Bukkens zeggen: daar moet jij pushen. Hij heeft een goede corner met een vieze schijnbeweging erin. Hij is bezig met extra krachttraining in de gym en heeft een personal trainer. Je ziet dat-ie ook wat breder wordt. Ook daarin merk je dat hij de ambitie heeft om bij Oranje te komen.’
Het sneertje naar Oranje
Dat is een prachtig bruggetje naar de trainingsgroep van het Nederlands elftal, die twee weken geleden bekend werd gemaakt. ‘Toen ik zag dat er nieuwe namen aan Oranje waren toegevoegd was ik eerlijk gezegd wel verrast dat ik Miles niet zag staan. Ik vind het ook absurd dat de runner-up van vorig jaar en een play-offkandidaat van dit jaar geen spelers aflevert aan het nationaal team. Misschien heeft Jeroen Delmée met Miles een plan om ‘m langer in Jong Oranje te laten. Er is ook een WK voor die groep dat eraan komt.’
Het sneertje is voelbaar. Het gaat om erkenning van Pinoké. ‘Vorig seizoen hadden we Dennis Warmerdam nog. Maar die is weggelopen naar Bloemendaal’, zegt Hendrickx met een lach. ‘Ik zou twee, drie jongens van ons wel vinden passen bij de trainingsgroep van het Nederlands elftal. Nu moet ik ook namen noemen zeker? Nou… Miles kan in mijn ogen snel stappen maken, als-ie daar meedoet. Lonnie (Marlon Landbrug, red.) kan dat ook. Heeft al geproefd aan de Pro League en is dit seizoen ook goed bezig. En Hidde Brink staat goed te keepen. Vandaag hield hij ons ook weer op de been.’
Hij geniet van zijn terugkomst. Dat-ie er weer staat. Hendrickx loopt na het interview richting de kleedkamers. Weer een klap op de schouder. Wat zijn ze blij dat-ie terug is. De uitgesproken verdediger met zijn veelbesproken corner.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.