Hendrickx: ‘Er staat een heel ander Pinoké dan vorig jaar’

Eigenlijk liep hij redelijk tevreden het veld af bij Pinoké, Alexander Hendrickx. Natuurlijk, de Belg bracht zijn ploeg op voorsprong in de eerste finale tegen Bloemendaal, die na de nog latere gelijkmaker (1-1) toch nog in rook opging. Balen, maar hij was content met het spel dat zijn ploeg op de mat legde.

Hij was een gewild man, zaterdag in het begin van de avond aan de Jan Tooroplaan. Waar eerst de kleinste steekneusjes aandacht van hem wilden, stond vervolgens de pers voor hem klaar. Heel erg vond de Belg het niet. Hij moest zich namelijk ook nog melden bij de dopingcontrole. En zo was de zaterdagavond van Hendrickx alweer rustig gevuld. En kwam de finale van maandagmiddag alleen maar dichterbij. 

Eigenlijk had die gewilde man ook de man van de wedstrijd moeten worden. Hij was trefzeker uit de zevende strafcorner en opende daarmee tien minuten voor tijd de score. Hoe graag hij ook de wedstrijd wilde beslissen, Bloemendaal kwam langszij. Via een strafcorner van zijn landgenoot Arthur Van Doren. 

Foto: Willem Vernes

Gelukje voor Bloemendaal

En die corner van Van Doren zag Hendrickx vooral als een gelukje. ‘Wij hadden wat pech daar. De bal schiet onder Hidde (Brink, red.) door.’ Met grote armbewegingen legde hij het voorval uit. ‘Net onder z’n arm. Hij had net zo goed op zijn borst kunnen komen. Niks aan te doen. Ik ben vooral blij met het spel dat we op de mat hebben gelegd. Ik vond ons beter, maar zij kregen ook echt wel kansen.’ 

Hij haalde de finales van vorig jaar er nog even bij. En een bekend gezegde. ‘Niet alleen in Nederland, maar ook in België zeggen ze dat je eerst een finale moet verliezen, voordat je ‘m kan winnen. Zo ging het ook bij het Belgisch team. We hebben echt veel verloren, voordat we de top bereikten. België kan je best met Pinoké vergelijken.’

Hij is trots op zijn teamgenoten en ziet een gedragsverandering. Eentje die nodig was. ‘Vorig jaar zaten we in de euforie. Was alles de eerste keer. Waren we heel enthousiast, maar te jong. Waren we bijvoorbeeld terneergeslagen toen we die late tegentreffer om onze oren kregen. De jongens nu zijn veel meer gefocust bezig. Geven niet meer iedereen een handje op de club die ze kennen. Blijven in de eigen bubbel. Dat hebben we echt geleerd. Vorig jaar waren we blij om überhaupt in een finale te staan. Toen leerden we al snel wat het pijnlijke gevoel was na een verloren finale. Dat gevoel moeten we onthouden. En weer naar boven roepen als we maandag die wedstrijd in gaan. Want er staat een heel ander Pinoké.’ 

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door hockey.nl (@hockeynl)

De zeven corners van Pinoké

‘Er is nog niks verloren, maar ook nog niks gewonnen’, gaat de Belg verder, die vervolgens al zijn pogingen uit de strafcorner doorneemt. ‘De eerste corner werd goed gepakt en net niet perfect aangegeven. De tweede bal die ik mocht pushen leek schitterend van de lijn gehaald door Thierry Brinkman, maar dat bleek hij later met zijn voet te doen. Dat is balen, niemand had het op het moment zelf door. De derde optie werd niet gestopt’, somt hij op. ‘Daarna volgde er een reeks van drie corners, toen ik net twee minuten op de bank zat. Weer balen. Gelukkig was het daarna wel raak.’

Corners genoeg dus. ‘Ik ben al superblij dat we ze halen. In de twee halve finales tegen Kampong haalden we er maar één of twee. Ik wil er maandag wel weer zeven pushen hoor’, zegt hij met een knipoog. 

Dat is een mooi bruggetje naar het moment dat Pinoké clubhistorie kan schrijven. De ploeg won nog nooit een landstitel. Hoe groot schat Hendrickx zijn kansen? Dan blijkt de grote Belgische verdediger ineens bijgelovig. ‘Ik doe geen uitspraken die slechte karma op kunnen roepen. Als we maandag dit niveau kunnen evenaren en iets meer kansen afmaken, zou het heel mooi kunnen worden.’


Wat vind jij? Praat mee...