De magnumflessen met bier spoten zaterdagmiddag alle kanten op tijdens de huldiging van de mannen van Bloemendaal. Voor de derde keer op rij tilden zij Hoofdklasse-bokaal de lucht in. Tussen de hossende massa’s gingen we op zoek naar het recept van deze trilogie. ‘We presteren op zielsniveau met elkaar.’
Een foto met zijn vriendin en de beker.
Een foto met zijn zusje en de beker.
Nog een paar keer poseren voor een van de vele fotografen.
Hij was er maar druk mee, Thierry Brinkman. Die liet zich heerlijk onderdompelen in de vrolijke chaos die na de prijsuitreiking plaatsvond op het hoofdveld op ’t Kopje. Alles en iedereen wilde wat van de kersverse kampioenen, die als helden werden bejubeld.
Bij de aanvaller van Bloemendaal bungelde zaterdagmiddag een gouden medaille om z’n nek, nadat ook de tweede finale (3-0) van Pinoké werd gewonnen. Die kan hij thuis bij de plakken van 2019 en 2021 liggen. Drie keer achter elkaar was Bloemendaal de beste, want in het tussenliggende jaar werd de competitie vanwege corona afgebroken.
De kampioensfoto’s die amper veranderden
‘Het went absoluut niet’, zegt Brinkman, die alle drie titels meemaakte. ‘Al is het wel anders dan bij de eerste titel. Toen was er echt een gevoel van opluchting, omdat de club heel lang geen kampioen was geworden. Wat ik hier heel bijzonder aan vind, is dat we twee keer achter elkaar de dubbel (landstitel en EHL, red.) pakken. Dat is uniek volgens mij. Daar mogen we echt trots op zijn.’
Bloemendaal veranderde in de laatste jaren amper. De kampioensfoto’s van 2019 en 2021 lijken sprekend op die van nu, een enkele wijziging daargelaten. Liefst elf spelers staan nu op drie landstitels. Vrijwel allemaal zijn dat huidige of voormalige internationals. Kopstukken dus, de harde kern. Afgelopen seizoen kwam van buitenaf alleen Teun Beins erbij, van Oranje-Rood. ‘Komend seizoen blijft iedereen, behalve Florian Fuchs’, zegt Brinkman. Zoals bekend stopt de Duitser, die zaterdag meermaals op de schouders ging, met tophockey.
Iets verderop op hetzelfde veld heeft Floris Wortelboer de handtekeningenjagers aan zijn broek hangen. Ook hij maakte alle drie de kampioenschappen mee. ‘Wat dat zegt, drie op een rij?’, herhaalt de alleskunner op de flanken de vraag. ‘Nou, dat dit een unieke generatie is. Het geeft aan hoe goed we zijn als team. Dat zijn we dit seizoen het hele jaar door geweest. Ja, natuurlijk waren er ook mindere wedstrijden. Hier thuis, tegen Pinoké bijvoorbeeld’, memoreert ‘Wortel’ aan de enige nederlaag in de reguliere competitie.
‘Vanzelfsprekend’
‘Uiteindelijk stonden we soeverein aan kop. Maar dan moet je het in de play-offs nog wel even doen. Het lijkt soms van buitenaf misschien vanzelfsprekend. Maar de top in de Hoofdklasse wordt steeds breder. Er zijn superveel goede ploegen.’
Met een fonkeling in zijn ogen en de blik op het afgeladen veld: ‘Misschien is dit nog wel mooier na het coronajaar. Vorig seizoen stonden we hier in ons eentje, zonder publiek. Dat ga je na het afgelopen jaar wel echt waarderen hoor. Spelers als Fuchs en Wouter Jolie zeggen ook tegen ons dat we ervan moeten genieten. Voor je het weet, is het voorbij.’
Weer een paar meter verder lopen we Rick Mathijssen tegen het lijf. De zoveel-literfles nog in zijn knuist gedrukt. ‘Ik ga er niet mee spuiten, ik heb gewoon dorst’, zegt de coach met een beetje een pijnlijk gezicht. ‘Ik heb net tijdens het springen een kopstoot gekregen.’
En het is ook niet zo dat je een paar dure spelers neerflikkert en ‘dat ze dan wel gaan spelen’ Rick Mathijssen
Aan de blijdschap over de nieuwste landstitel, de tweede onder zijn leiding, doet dat niets af. ‘Het gaat erom dat je een team bouwt. Dat is de afgelopen jaren hier gebeurd, ook al voordat ik kwam. Het is niet zo dat er hier meer geld is dan ergens anders. En het is ook niet zo dat je een paar dure spelers neerflikkert en ‘dat ze dan wel gaan spelen’. Het is zaaien en oogsten en de druk is huge. We worden kampioen, dus kijkt iedereen naar ons.’
‘En kijk eens naar hen’, wijst Mathijssen naar Pinoké. ‘Echt complimenten naar hoe zij het hebben gedaan. Ook jaren gebouwd, met veel spelers uit de eigen jeugd. Zie waar het ze brengt. Ik ben bang dat we vaker last van Pinoké gaan krijgen.’
Mathijssen zag dat zijn ploeg het in de eerste finale zwaar had. ‘Het veldspel van Pinoké was toen beter. We hadden de rust en vertrouwen om de wedstrijd binnen te trekken. Vandaag was het meer dan terecht dat we wonnen. We hebben weinig weggegeven.’
De band buiten de lijnen
Brinkman: ’Het staat buiten kijf dat de groep goed is. Maar dat betekent nog niet dat je – zoals ik dat weleens noem – op zielsniveau met elkaar presteert.’
Een term die wel wat uitleg nodig heeft, weet de spits. ‘Ik bedoel daarmee dat je een band opbouwt door de jaren heen, die verder gaat dan binnen de lijnen. Het is fijn dat als je goed kan hockeyen, maar het is ook belangrijk dat je buiten het veld met elkaar praat. Dat de connectie goed is. Daar faciliteert Bloemendaal ook heel goed in.’
Brinkman heeft wel een voorbeeldje. ‘De club regelt voor jonge spelers woonruimte in Amsterdam. Toen ik hier nog maar net speelde, woonde ik met Jasper Brinkman, Maurits Visser en Floris Wortelboer in huis. Da’s inmiddels niet meer zo, maar ik zie ze nog wel vaak en we kennen elkaar goed. Het is toch speciaal dat je elkaar vijf, zes dagen ziet en op dag zeven het ook nog leuk vindt om iets samen te doen?’
Hij kijkt naar beneden naar zijn medaille. ‘Die extra band legt een basis voor dit succes. Daardoor ga je ook makkelijker in gesprek over wat je van elkaar verwacht en hoe gretig je bent. Je bent constant in elkaar aan het investeren.’
‘Je moet jezelf steeds opnieuw uit blijven vinden’, stelt Mathijssen. ‘Wij hebben ons na die eerste finale ook weer aangepast. Ook na dit kampioenschap gaan we weer kijken wat we willen toevoegen en behouden. Als we stilstaan en terrein verliezen, dan worden we van de troon gestoten.’
1 Reactie
rob-tettero
Thierry heeft helemaal gelijk maar er valt nog iets aan toe te voegen. De enorme groep vrijwilligers die dit alles achter het team tot een bruisend geheel weten te smeden is een giga warm bad. Waar een klein dorp plotseling heel groot door wordt.