Knötschke bij HDM terug op het oude nest: ‘Ik wil power zien’

Na een kort uitstapje als assistent bij Kampong keerde Ivar Knötschke deze zomer terug op vertrouwde grond bij HDM. Niet bij de vrouwen, met wie hij grote successen beleefde door twee keer de play-offs te halen, maar bij de mannen. Zijn ambitie: HDM binnen twee à drie jaar naar de bovenkant van het rechterrijtje brengen. ‘Daarvoor moeten we minimaal één gevestigde topclub, zoals Pinoké of Oranje-Rood, onder ons houden. Dat besef ik heel goed.’

Nog maar net had hij het nest na 28 jaar verlaten, om als rechterhand van Tim Oudenaller zijn vleugels uit te slaan bij Kampong. Maar toen trok HDM de stekker uit de samenwerking met de onervaren Engelse trainer Richard Smith, na een reeks tegenvallende resultaten. Dus klopte zijn jeugdliefde uit Den Haag afgelopen winter weer bij hem aan, met de vraag of hij vanaf het nieuwe seizoen terug wilde keren naar de Theo Mann-Bouwmeesterlaan, dit keer als trainer van de mannen. Knötschke kon de lokroep niet weerstaan.

‘Het voelt als een nieuwe uitdaging, maar dan wel in mijn eigen huiskamer. Ik ken sommige gasten al jaren. Met Cédric de Gier heb ik nog in Heren 3 gespeeld, toen hij een jochie van vijftien was. Ik heb de zaalteams gecoacht. Ik ben drie jaar lang assistent geweest bij Heren 1. Sander Groenheijde, Rick van den IJssel, Chris Taberima, die liepen er toen ook al rond’, somt Knötschke zijn cv bij HDM op, in het clubhuis net na de donderdagochtendtraining.

Van 2019 tot 2024 coachte hij de vrouwen, met als hoogtepunt de twee historische deelnames aan de play-offs. Dat succes evenaren bij de mannen zou een stunt zijn, die vrijwel onmogelijk te realiseren valt, weet hij. Maar hij ziet wel aanknopingspunten om stap voor stap terrein te winnen.

De donderdagochtendtraining van HDM begint ontspannen. Foto: Frank van der Leer/SportSnap

Ik wil dat toeschouwers denken: wow, wat een fitte ploeg! Wat een power, wat een snelheid! HDM-trainer Ivar Knötschke

Topfit zijn. Keihard het duel inkletsen. Met razendsnelle omschakelingen de tegenstander totaal uit z’n voegen spelen. Als het aan Knötschke ligt, is dit voor HDM de komende jaren het recept om weer eens te klimmen op de ranglijst. Sinds de promotie in 2022 zwoegde de ploeg vooral in het moeras onderin de Hoofdklasse, met de negende plaats als beste prestatie, net boven de degradatiestreep.

‘Ik wil dat toeschouwers denken: wow, wat een fitte ploeg! Wat een power, wat een snelheid! We moeten elke wedstrijd vol energie aanvliegen. Tegenstanders moeten denken: shit, wat is het vervelend om tegen HDM te spelen. Dat is het HDM dat ik wil zien’, zegt Knötschke, die benadrukt hoe fysiek hockey tegenwoordig is. ‘Hockey is een vechtsport aan het worden. In die strijd willen wij mee. Fysiek kunnen we een topvierploeg worden, maar technisch hebben we nog wel wat stappen te zetten.’

Onder het oog van performance trainer Dario van Klaveren moeten de spelers van HDM topfit worden. Foto: Frank van der Leer/SportSnap

Op de trainingen wordt het gaspedaal ingetrapt

De contouren van het HDM dat Knötschke voor ogen heeft, begint deze donderdagochtend op de training al vorm te krijgen. De training is nog maar halverwege of een groepje van zes spelers staat al voorovergebogen, uitgeteld met de handen op de knieën. Er wordt keihard getraind. ‘Nog één keer, jongens’, roept Dario van Klaveren, sinds jaar en dag de performance trainer van HDM. Niet veel later storten de spelers zich voor de zoveelste keer op de sprintoefening, jagend op volle snelheid van pion naar pion. Hier worden hockeyers gesmeed tot atleten.

De eerste twee weken van de voorbereiding lag de nadruk op het terugvinden van het balgevoel, vertelt Knötschke. Sinds week drie wordt het gaspedaal ingetrapt. Het gemak waarmee vorig seizoen de sportschool weleens werd overgeslagen, iets wat aanvoerder Cédric de Gier benoemde in de week na het vertrek van Richard Smith, is onder Knötschkes bewind verleden tijd. De nieuwe trainer mag dan wel een vriendelijke uitstraling hebben, de oud-docent in hem trekt de teugels wel aan.

Longen als paarden

Bedoeling is dat de spelers van HDM komend seizoen longen als paarden hebben, zodat ze bij omschakelingen als een wervelwind over het veld kunnen blazen. Knötschke: ‘Wij gaan niet het seizoen in met het tiki-taka van FC Barcelona. Daar missen we de kwaliteiten voor. Ik wil dat we vanuit de omschakeling de tegenstander pijn gaan doen. Daarom trainen we op de afstanden die we tijdens de wedstrijd moeten overbruggen als we half court staan.’

‘We hebben spelers nodig die als machines over het veld razen. Wij hebben weinig gasten die een één-tegen-één op snelheid winnen, dus moeten we het vanuit een omschakeling met passes oplossen. Dat vereist de vaardigheid om de bal snel te verplaatsen. Ik wil niemand zien lopen met de bal, maar juist zónder bal.’

De spelers van HDM worden op de training afgebeuld. Foto: Frank van der Leer/SportSnap

Stel dat straks bij een andere club de geldkraan dichtgaat, dan schuiven wij misschien wel een plekje op HDM-coach Ivar Knötschke

Groot is het verschil met het traject dat Knötschke aflegde met de vrouwen. Toen vaste play-offdeelnemer Oranje-Rood in 2020 afscheid nam van haar beste speelsters, was hij vol vertrouwen dat HDM het vierde ticket voor de play-offs kon veroveren, ook al moest het een grote sprong maken vanaf de achtste plaats in het afgebroken coronaseizoen. Die missie slaagde het daaropvolgende jaar meteen. Het seizoen daarna zelfs opnieuw.

Bij de mannen is er heel wat meer voor nodig om de stap naar de top vier te maken. ‘Dan moet er twee ton bij. Het vacuüm dat ik bij de vrouwen zag ontstaan, dient zich voorlopig niet aan bij de mannen’, zegt Knötschke, die blij is met jonge talenten Merijn Maas, Guus van den Boezem, Tycho van Klaveren en Pepijn Schras. Samen met de vaste kern van achterin de twintig, aangevuld met de komst van Floris van der Kroon (Bloemendaal) en Sam Spencer (Den Bosch), staat er een mooie basis voor de komende jaren, vindt hij.

‘Hier wordt niet veel betaald, maar je ziet sowieso dat het geld in het tophockey afneemt. Kijk naar wat er met HGC is gebeurd. Kijk naar andere clubs. We hebben jongens voor twee, drie jaar vastgelegd. Gasten die het vooral tof vinden om samen op het veld te staan. Wij leunen minder op geld. Stel dat straks bij een andere club de geldkraan dichtgaat, dan schuiven wij misschien wel een plekje op. Wij kijken rustig omhoog, maar stap voor stap.’