Ondanks de coronapandemie zit Niklas Wellen goed in zijn vel. De 138-voudig Duits international is fit en heeft het naar zijn zin bij Pinoké. Met de overstap vorig jaar zomer naar de ambitieuze club uit het Amsterdamse Bos ging voor de 26-jarige Wellen een langgekoesterde wens in vervulling. ‘Ik wilde altijd al graag in Nederland spelen.’
‘In de zomer van 2018 had ik het plan om mijn master in het buitenland te doen’, vertelt Wellen. Op dat moment speelde de aanvaller voor Crefelder HTC, waar hij al sinds zijn zestiende in het eerste team speelde. ‘De ploeg viel echter in die zomer uit elkaar. Spelers vertrokken of stopten ermee. Ik was destijds aanvoerder en besloot te blijven om het team zo goed als mogelijk bij elkaar te houden. Nadat de ploeg er bovenop was gekomen, maakte ik vorig jaar februari bekend te vertrekken.’
Uiteindelijk besloot ik naar Pinoké te gaan. Dat was voor mij de meest opwindende keuze. Niklas Wellen had over belangstelling in Nederland niet te klagen
Voor Wellen was het duidelijk waar hij wilde spelen in de Tulp Hoofdklasse. ‘Ik ben geloof ik door iedere club uit Nederland gebeld. Ik wilde in Amsterdam wonen, dus de Amsterdamse clubs en clubs uit de omgeving kwamen voor mij in aanmerking. Uiteindelijk besloot ik naar Pinoké te gaan. Dat was voor mij de meest opwindende keuze. Vanaf de eerste dag ben ik goed opgevangen en heb ik mij welkom gevoeld’, legt Wellen uit.
Die opwinding zit hem in de ambitie van Pinoké. De club beschikt dit seizoen over de sterkste mannenselectie in de clubgeschiedenis en wil daarom strijden om de playoff-plekken.
Hooggespannen verwachtingen
Naast Wellen werd afgelopen zomer ook de Belgische international Sébastien Dockier aangetrokken. Opgeteld bij het jonge talent, de routiniers die al jaren in het eerste team spelen en de andere buitenlandse toppers zoals het Belgische strafcornerkanon Alexander Hendrickx en de Argentijnen Agustin Mazzilli en Martin Ferreiro zijn de verwachtingen bij Pinoké hooggespannen.
‘Het is een goede groep met talent en kwaliteit, kortom met veel potentie. Met de Belgische en Argentijnse internationals hebben we een team dat goed bij elkaar past’, zegt Wellen.
Andere rol dan bij Crefelder
De rol van Wellen en de andere buitenlanders is onder meer om het ontwikkelingsproces van de jonge spelers bij Pinoké te versnellen. ‘Voorheen had ik bij Crefelder de rol van leider. Relatief gezien had dat team minder kwaliteit dan Pinoké. Bij Crefelder hing het af van een of twee topspelers. Dat is bij Pinoké niet het geval. De rol die ik Pinoké heb is daarom anders dan bij Crefelder. Als ik met de jonge spelers praat, accepteren ze wat ik zeg en nemen ze alles van mij aan.’
Daarnaast probeert Wellen een Duits accent in het spel van Pinoké te leggen. ‘Als in Nederland een aanval over rechts begint, dan blijft de bal ook op rechts, terwijl in Duitsland dan nog weleens van kant wordt gewisseld. Er is ook oog voor de andere kant van het veld. Daarin is het Duitse spel gestructureerder dan het Nederlandse. Maar, het Nederlandse spel van give-and-go ligt mij wel’, legt Wellen uit.
Pinoké op vijfde plaats
Nadat het vorige seizoen voortijdig was beëindigd, ging het nieuwe seizoen volgens planning in september van start. Echter, de competitie werd na de zevende speeldag, begin oktober, stilgelegd. Op dat moment bezette Pinoké een vijfde plaats en stond de ploeg in punten gelijk met nummer vier HGC.
‘Hoewel de eerste zeven wedstrijden oké waren, kwam er niet geheel uit wat er in zat’, bekent Wellen. ‘We hebben belangrijke wedstrijden tegen concurrenten als HGC en Oranje-Rood gewonnen, maar we verloren ook ongelukkig van Den Bosch in de eerste wedstrijd van het seizoen. Die wedstrijd hadden we kunnen winnen, gezien de kansen en de hoeveelheid corners die we hebben gehad. Maar, het was ook de eerste wedstrijd van het seizoen met een nieuw team dat aan elkaar moest wennen. Dat we verloren van Bloemendaal en Kampong, dat kan gebeuren. Deze twee ploegen zijn in mijn ogen de topfavorieten voor de titel.’
Tevreden over eigen prestatie
Over zijn eigen spel in die eerste zeven wedstrijden was Wellen tevreden. De Duitser begon bij Pinoké in de spits, zakte daarna een linie om vervolgens weer in de aanval te eindigen. ‘En daar voel ik mij het meest comfortabel. Al met al ben ik tevreden over mijn eigen prestaties. Ik heb me wel voorgenomen om meer in scoringspositie te komen. Ik heb twee doelpunten gemaakt in zeven wedstrijden. Dat heeft onder meer te maken dat ik op het middenveld heb gespeeld, maar ik hoop in de tweede seizoenshelft meer kansen te creëren en doelpunten te maken.’
‘We zijn op de goede weg’, zegt Wellen over Pinoké. ‘We treffen straks Klein Zwitserland, Almere en Tilburg. Daar moeten we punten tegen pakken en daarna spelen we nog tegen onze directe concurrenten. Die duels zullen bepalend zijn wie er aan de play-offs gaan meedoen.’
Doortrainen
De competitie lag dan sinds begin oktober stil, Wellen trainde de afgelopen maanden flink door. Bij Pinoké in groepjes van vier en sinds kort weer met het complete team. Daarnaast ging Wellen een aantal keer met het Duitse nationale team aan de slag in Mannheim, waar werd getraind in een blaashal.
‘Ik heb de gehele periode kunnen doortrainen en daar was ik wel blij mee’, zegt Wellen. ‘In Duitsland konden de spelers niet trainen bij hun club (vanwege de strenge lockdown, red.). Ik had het voordeel dat dát bij Pinoké wel kon. Het was anders in groepjes van vier, minder leuk zo zonder contact, maar je moet het beste uit de situatie halen. Bij het nationale team kon ik, nadat we allen waren getest, vol trainen. Op dit moment voel ik me zonder meer goed en fit.’
Ambities met Duitsland
Niet alleen op clubniveau maar ook op internationaal niveau heeft Wellen ambities. Voor Duitsland staan naast duels in de Pro League ook het EK en de Olympische Spelen op het programma.
‘Ik denk dat Duitsland er op dit moment goed voor staat’, zegt Wellen. ‘We hebben in Mannheim hard getraind en onszelf ontwikkelt. Het ontbrak ons alleen aan wedstrijden. In maart als we voor de Pro League tegen Nederland spelen, weten we waar we staan. Ik kijk ernaar uit.’
Geen topfavoriet
Wellen: ‘We zijn niet de topfavoriet, maar we zullen zeker meedoen om de medailles. De kwaliteit en het talent is er. Australië en België zijn de grote favoriet voor olympisch goud. Als wij een goede dag hebben en een topprestatie kunnen leveren dan zijn wij moeilijk te verslaan.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.