Het verschil was levensgroot tussen de erbarmelijke eerste en de spetterende tweede helft. Bijna kwam Pinoké nog naast Amsterdam in een stomende en verloren derby (4-3), die tot de allerlaatste seconde spannend bleef. Een wisselvallige generale repetitie, op weg naar de EHL.
Tien seconden voor tijd. Een harde hoge stuiterbal van Pinoké-verdediger Alexander Hendrickx richting de achterlijn. Zijn teamgenoot Miles Bukkens kan ‘m nog net binnen houden. In de aanname passeert hij een verdediger. De bal gaat mee de cirkel in. Mirco Pruyser, de volgende Amsterdammer stapt in. De bal op zijn voet. Corner.
Nog twee seconden te spelen.
Het Wagener trilt van ongeloof. Bukkens kijkt heel even naar de scheidsrechter. Is het echt een corner? Dan volgt een sprint waar Usain Bolt trots op zou zijn. Eentje van ultieme blijdschap, van een meter of vijftien. De vuisten gebald, de ellebogen trots naar achteren. Alsof ze net opnieuw de play-off-finale hadden gehaald.
Bukkens kan zelf na afloop, ondanks de nederlaag, wel grinniken om zijn vreugde-explosie. ‘Je moet dingen positief benaderen. Vieren. Daar hebben we het in team over. Zo geef je jezelf energie en neem je dat juist weg bij de tegenpartij. Vorige week tegen HGC was ik ook zo aan het juichen. Toen maakten we ‘m nog. En ik dacht dat het nu opnieuw zou gebeuren.’
Niet naast de schoenen lopen
Maar dat succesje bleef, ondanks de opzweep-poging van Bukkens, dus uit. De laatste corner van Alexander Hendrickx ging er niet in. Daardoor werd het uiteindelijk toch een zure en verloren middag voor Pinoké, dat vooral voor de pauze ontzettend teleurstelde.
Bukkens is de eerste om dat te beamen. ‘Het was heel slecht’, klinkt het met een zucht. ‘We speelden niet met lef. Durfden de bal niet naar voren te spelen. Ik weet niet waar het aan lag, maar we stonden niet aan. Ik denk dat ik voor rust twee ballen heb geraakt. Tsja. Dan kom je niet in de wedstrijd. Kan je geen kansen en strafcorners creëren.’
De aanvaller heeft geen enkele reden om naast zijn schoenen te lopen. Figuurlijk, maar ook zeker letterlijk niet. Bukkens geeft zijn interviewtje vlak na de wedstrijd, beneden in de gang bij Amsterdam, op blote voeten. ‘Ik ben mijn gewone schoenen vergeten. Dus trek ik straks als ik naar boven ga, mijn hockeyschoenen maar weer aan. Daar wil ik het liefst nog even mee wachten. Die staan nog in de kleedkamer.’
In diezelfde kleedkamer hebben de spelers van Pinoké elkaar vlak na de wedstrijd goed de waarheid verteld. ‘Kijk, we praten veel over hockey. Over hoe we alles willen doen. Maar we moeten niet alleen kletsen. We moeten het laten zien. Gaan doen. Ja, na rust ging het vandaag beter. Gingen we wél die diepe ballen spelen. En dan zie je, dat werkt.’ Weer een diepe zucht. ‘Het is zo jammer dat er eerst iets tegen moet zitten, voordat er bij ons wat gebeurt. Tegen HGC was dat ook zo. Hadden we zomaar met 3-0 achter kunnen staan. Pas nadat zij veel kansen kregen, kwamen wij in de wedstrijd. Dat moet beter richting de EHL.’
De afkorting die Pinoké in de greep houdt
EHL. Daar heb je ‘m. De afkorting die deze weken het populairst is bij iedereen die Pinoké een warm hart toedraagt. Donderdag is het zover. De eerste keer dat de Steekneuzen in eigen land een Europacup-toernooi spelen. Dat doen ze voor eigen publiek. Althans, bijna.
Pinoké organiseert het evenement en heeft veel festiviteiten op zijn eigen terrein. De wedstrijden worden echter afgewerkt in het Wagener Stadion. ‘Dus wat dat betreft was het goed om dit te ervaren. We hebben vrijdag ook hier getraind. Dus we weten nu weer hoe het veld is. De laatste keer dat we hier hadden gespeeld, was alweer even geleden. Vorig seizoen, in de play-offs.’
Pinoké slaat donderdag af tegen Racing Bruxelles. Maar zijn ze daar na de wisselvallige vertoning tegen Amsterdam eigenlijk wel klaar voor? ‘Dat zijn we sowieso’, klinkt het ad rem. De bravoure komt weer terug bij Bukkens. ‘Het is nieuw, iedereen kijkt ernaar uit. De knop gaat om, zeker weten. Dan gaan we iets heel anders laten zien dan vandaag. Bruxelles heeft een goed team, maar als we met lef spelen, kunnen we ze pakken.’
Hij droomt even weg. ‘Ik keek vroeger op mijn laptop naar clubs die EHL speelden. Amsterdam. Oranje Zwart, toen nog. Het is superbijzonder om internationaal te laten zien wat je kan met je club. En ook wel chill. Ze kennen je minder goed, weten niet precies wat je doet.’
En dat dus op het terrein dat zondag nog het hol van de leeuw was. ‘We hebben het vandaag in de voorbereiding net zo aangepakt als in de EHL. Verzamelen op onze eigen club, spelen op Amsterdam. Zo gaan we dat donderdag ook doen. Maar dan met een beter resultaat. En in een vol stadion. Goed?’
Daar gaat-ie. Op zijn blote voeten. Het Europese avontuur tegemoet.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.