Met een daverende klap zorgde Menno Boeren voor de beslissing in de heerlijke topper tussen zijn Rotterdam en Bloemendaal. Vier minuten voor het einde beukte de middenvelder de 4-3 tegen de touwen. Een bevrijdend doelpunt dat volgde op een moeilijke eerste seizoenshelft, waarin Boeren en Rotterdam behoorlijk wat tegenwind hadden.
Het was een vrolijke chaos, zaterdag rond de klok van acht uur op het hoofdveld van Rotterdam. De Spanjaard Marc Recasens legde met een grote glimlach en enthousiaste gebaren aan zijn fans – onder wie zijn ingevlogen vader – uit hoe hij een fraaie backhandassist gaf bij de 3-1. Iets verderop deelden Joaquin Menini en Guus Jansen handtekeningen uit aan de Rotterdamse jeugd. Pepijn van der Heijden dacht nog hardop na over zijn prachtige openingsgoal, zijn eerste veldgoal in de Hoofdklasse. ‘Ik wist zelf ook niet dat ik dit kon’, zei de international dolgelukkig.
En natuurlijk stond Boeren daar ook. Het kind van de club dat het goudhaantje was van deze prachtige zaterdag. Hij lachte zijn tanden bloot bij ieder interview dat hij moest geven. Het was zijn dag. ‘Ik scoor normaal bijna nooit’, zegt Boeren. ‘Toevallig vorige week toen we met 10-0 wonnen. Maar vandaag was het natuurlijk anders.’ Een lach van ongeloof: ‘Ik kom ook niet zo vaak in de cirkel.’

Boeren loopt blij weg na zijn winnende goal. Foto: Bart Scheulderman
De klachten van Justen Blok over de forehand van Boeren
En ja, ook Boeren had genoten van die waanzinnige pot hockey, met een fantastisch eerste en laatste kwart. Toeschouwers – en gelukkig waren dat er zaterdag veel in Rotterdam – kwamen in die fasen oren en ogen tekort om al het moois te aanschouwen. Zes minuten voor tijd leek er vrij weinig aan de hand voor de thuisploeg, die met een 3-1 voorsprong de slotfase inging. Totdat Bloemendaal wel heel erg hard op de Rotterdamse poort begon te rammen en binnen een minuut terugkwam tot 3-3.
‘Ook ik dacht dat we ‘m over de streep zouden trekken na onze 3-1’, puft Boeren nog na. ‘Als je landskampioen wil worden, mag dit je niet gebeuren. En er kwam bij ons opeens een rem op. We speelden te veel om geen fouten te maken. Daar moeten we wel van leren.’
Hij had, door alle felicitaties en interviews, nog geen tijd gehad om zijn goal terug te zien. Dus daar wilde Boeren maar al te graag even de tijd voor nemen. ‘Wat pakt Steijn (van Heijningen) ‘m hier goed af’, klinkt Boeren bewonderend. ‘Mooi hoe hij op snelheid toch het overzicht houdt.’ Hij kijkt met grote ogen naar de beelden, die nog geen half uur oud zijn. Een fragment dat hij waarschijnlijk nog talloze keren zal bekijken. ‘Ik heb ruimte en krijg ‘m lekker mee. En dan met de forehand in de korte hoek. Ik krijg kippenvel als ik dit zo zie.’ Lachend: ‘Ik krijg vaak van Justen Blok te horen dat ik geen sterke forehand heb. De laatste weken ben ik daar meer mee bezig geweest. Hij kwam na de wedstrijd ook direct naar mij toe. Vond ik wel mooi.’
Dit bericht op Instagram bekijken
Praatsessies in de winterstop
Het was dus een avond waarop Rotterdam de hockeywereld weer eens liet zien dat het fantastisch kan hockeyen. ‘We deden het op intuïtie. Spelen met overtuiging. We zijn nu vrij in onze kop.’ Die laatste woorden beschrijven feilloos het verschil van Rotterdam in de eerste seizoenshelft en hoe de ploeg na de winter presteert.
Rotterdam morste voor de winterstop namelijk geregeld punten. Veel te veel eigenlijk voor een titelkandidaat. In de eerste elf duels speelden ze zes keer gelijk en verloren ze één duel. Gevolg: Rotterdam is veroordeeld tot een inhaalrace en staat ondanks vier zeges in 2025 nog altijd vijfde.
‘Het ging stroef’, stelt ook Boeren. ‘We moesten weer aan elkaar wennen. Hadden nieuwe spelers en een nieuwe coach.’ Die coach – Erik van Driel – wilde vooral wat meer zekerheden inbouwen, zodat Rotterdam defensief minder kwetsbaar zou zijn. Gevolg: de ploeg vergat soms te doen waar ze zo goed in zijn. Keihard en op volle snelheid aanvallen. ‘Inmiddels hebben we de match gevonden.We hebben goede gesprekken gehad. Met Erik erbij, maar ook als groep met elkaar. Dat zorgt ervoor dat we een topduel als vandaag wel winnen, en ook van Kampong en Oranje-Rood.’

Pepijn van der Heijden zet Rotterdam op voorsprong tegen Bloemendaal. Foto: Bart Scheulderman
Het vervolg in Oranje
Niet alleen voor Rotterdam was de eerste seizoenshelft soms zwaar. Ook moest Boeren zelf een bittere pil slikken. Hij speelde tot eind 2023 in Jong Oranje, waar hij aanvoerder was. Mocht in de zomer van 2022 met een aantal andere talenten al ruiken aan het grote Nederlands elftal. Maar het vervolg in Oranje laat nog op zich wachten. Boeren zette nog niet die volgende droomstap, die team- en generatiegenoten als Pepijn van der Heijden en Olivier Hortensius wel hebben gezet, toen in september veel nieuwe talenten doorstroomden.
‘Ik was wel teleurgesteld dat ik toen niet bij de trainingsgroep zat’, zegt de middenvelder eerlijk. ‘Ik hoopte erbij te zitten, al weet ik ook dat er veel concurrentie is op mijn positie. Maar ja, als je vrienden gaan, wil je zelf natuurlijk ook graag mee. Dat was een beetje pijnlijk. Ik hoop dat ik ooit de kans krijg.’
Dan komt de lach weer terug. ‘Misschien helpt het wel, een keertje een goaltje meepikken.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.