Oud-international Mirco Pruyser (142 interlands, 80 doelpunten) – tegenwoordig spitsentrainer bij Amsterdam – belandde de afgelopen weken door een reeks blessures onverwacht weer binnen de lijnen. Zijn neusje voor de goal bleek nog altijd messcherp: in zes wedstrijden prikte hij vier keer raak. ‘Die gasten moesten er wel om lachen.’
Elke donderdagochtend spreekt Pruyser (36) met de aanvallers van Amsterdam over waar ze moeten lopen, hoe ze slim ruimte kunnen creëren en met welke techniek ze het verschil kunnen maken voor de goal. Maar de afgelopen zondagen bracht hij zijn theorielessen in de praktijk. Hij trok een Amsterdam-shirt aan, nam de spitspositie in en schoot uit alle hoeken en standen raak. Soms moet je als spitsentrainer gewoon zelf even laten zien hoe het moet.
‘Ik ben het nog niet verleerd, nee,’ grijnst de voormalige topspits van het Nederlands elftal, die erbij was op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro (2016) en Tokio (2021). ‘Fysiek was het behoorlijk pittig. Het spel gaat tegenwoordig razendsnel en bij het druk zetten merkte ik dat ik eigenlijk net iets tekort kwam. Maar zodra ik de bal kreeg, vooral in de cirkel, kon ik gelukkig nog steeds het verschil maken’, glimlacht de doorgewinterde veteraan. Ook al nadert hij de veertig, hij liet de afgelopen weken duidelijk merken dat leeftijd in de cirkel geen rol hoeft te spelen.
Het leek de afgelopen weken wel alsof de klok was teruggedraaid naar de periode tussen 2008 en 2023. In die jaren maakte Pruyser maar liefst 215 competitiedoelpunten en groeide hij uit tot topscorer aller tijden van Amsterdam. Zelfs twee jaar na zijn afscheid van het tophockey blijkt de afmaker in hem nog altijd springlevend. Zijn zesde zintuig voor waar de bal gaat vallen, werkt nog altijd feilloos. Het torinstinct lijkt onaantastbaar.
In de thuiswedstrijd tegen Hurley heeft Mirco Pruyser gescoord uit de draai. Foto: Bart Scheulderman
Van spitsentrainer naar invalspits
Na een prachtige carrière – waarbij hij pas op zijn 26ste debuteerde in Oranje, maar toch tot 142 interlands kwam – deed Pruyser twee jaar geleden een stap terug en sloot hij aan bij Heren 2. Vorig seizoen begon hij aan een nieuw hoofdstuk in het tophockey, als spitsentrainer van Amsterdam. Elke donderdagochtend stond hij op het veld, knedend en schavend aan de Amsterdamse aanvalsmachine. Zo droeg hij bij aan het sprookjesachtige seizoen dat uitmondde in de felbegeerde landstitel, de eerste in dertien jaar.
Dit seizoen vroeg coach Rick Mathijssen of hij Pruyser op de allerlaatste plek van de spelerslijst mocht zetten. Voor het geval dat. Want in het tophockey weet je nooit hoe snel blessures kunnen toeslaan en hoe hard het team behoefte heeft aan een vangnet. Pruyser: ‘Daar heb ik ja tegen gezegd. Ik dacht nog: ach, misschien val ik één keertje in als er echt veel geblesseerden zijn. Niet dus. In de eerste zes wedstrijden werd er meteen een beroep op me gedaan.’
Nog voor het seizoen goed en wel begonnen was, viel de ene na de andere speler al weg. Nieuwe aanwinst Lucas Middendorp kampte met een voetbreuk. De Schotse vleugelspeler Lee Morton eveneens. Ook aanvaller Sam Steins Bisschop haakte geblesseerd af. En dus trok Pruyser op donderdagochtend zijn staftenue uit en zijn trainingsoutfit aan. ‘Op donderdag begin ik altijd met een technisch blok voor het hele team. Daarna geef ik spitsentraining aan de aanvallers. Maar nu hield het daar voor mij niet op: ik trok een hesje aan en deed mee aan het eindpartijtje.’

Als spitsentrainer wijst hij de spelers op de verschillende technieken die er zijn om te scoren. Als invalsspits bracht hij die technieken direct in praktijk. Thuis tegen Hurley (5-1) nam hij de bal in de cirkel aan en schoot hij uit de draai raak, strak in de korte hoek. Thuis tegen Den Bosch (8-6) stond hij precies op de juiste plek en wipte hij de bal slim langs de keeper. En uit tegen HDM (1-2) scoorde hij zelfs niet één, maar twee keer. Eerst dook hij naar de bal om ‘m al vallend binnen te slaan, een fraaie demonstratie van zijn doelgerichtheid. Even later draaide hij weg van zijn tegenstander en schoot hij met zijn backhand raak. Een krachtig bewijs dat zijn neusje voor de goal nog altijd messcherp is.
‘Het waren allemaal verschillende soorten goals’, lacht Pruyser. ‘Precies wat ik die gasten als spitsentrainer steeds probeer bij te brengen. Ze moesten er wel om lachen. Ze vonden het top dat ik meedeed. We hebben samen veel lol gehad.’
‘Nu moeten die gasten het weer zonder mij doen’
Maar na al die weken waarin hij zijn klasse nog één keer toonde, lijkt het hoofdstuk van Pruyser als speler zich weer langzaam te sluiten. Niet voor niets heeft hij gekozen voor een ander leven. Afgelopen zondag ontbrak hij in de verloren wedstrijd tegen Klein Zwitserland. Hij was met vrienden golfen in Marbella, een trip die al langer gepland stond. Bovendien stroomt de ziekenboeg leeg. Hij vermoedt dat zijn laatste invalbeurt al achter de rug ligt. Het is tijd om het stokje weer over te dragen aan de nieuwe generatie.
‘Ik had niet verwacht dat het meteen zes wedstrijden zouden worden. Maar ik ben blij dat ik iets heb kunnen bijdragen. Over het algemeen zijn we de competitie goed gestart. Nu moeten die gasten het weer zonder mij doen. Ik heb er alle vertrouwen in dat ze dat kunnen.’

Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.