Telgenkamp en het leven na Parijs: ‘Voelde me drie weken een voetballer’

Geen naam ging na de gouden Olympische Spelen meer over de tong dan die van hem. Hij maakte de winnende shoot-out in de finale tegen Duitsland. Haalde daarna voor het oog van de wereld zijn gram bij keeper Jean-Paul Danneberg. Het hele land had een mening over Duco Telgenkamp, die nu weer ‘gewoon’ de spits is van Kampong. 

Er is altijd wel wat met Telgenkamp, aan het begin van een Hoofdklasse-seizoen. Twee jaar geleden maakte hij vlak voor het sluiten van de markt een spraakmakende overstap van HDM naar Kampong. Vorig seizoen sloot hij aan als EK-topscorer, maar kwakkelde hij met zijn amandelen, die hij afgelopen winter liet knippen. En zondag, in de tweede competitieweek, had-ie nog last van een tik tegen z’n hoofd. ‘Ik botste dinsdag op de training tegen een medespeler aan. Je zou het een lichte hersenschudding kunnen noemen. Maar het is helemaal verantwoord dat ik hier sta, hoor. De dokter weet ervan’, vertelt de spits na het 3-3 gelijkspel tegen Rotterdam. Daarin kreeg hij wel wat kansjes, zonder echt zijn stempel te drukken.

Hij vertelt het in alle rust. In de catacomben van Kampong. Af en toe hobbelt er een bekende langs, maar verder is het stil. Een enorm contrast met de laatste keer dat we Telgenkamp spraken, op 8 augustus tijdens die onvergetelijke avond in Parijs. Toen was hij tien minuten eigenaar van olympisch goud, in de eindstrijd waar hij zo’n markante rol speelde. Hingen de journalisten over elkaar heen om zijn uitspraken te horen over zijn beslissende shoot-out en het inmiddels beroemde bezoekje aan Danneberg. 

Telgenkamp zondag bij Kampong, in duel met Justen Blok. Foto: Bart Scheulderman

‘Geen spijt’ na de confrontatie met Danneberg

‘Wat een heksenketel was dat’, zindert Telgenkamp nog even na. ‘Wat een ongelooflijke dag. Wat een wedstrijd. Wat een feest. Prachtig. Die dag zijn we iets geworden wat je altijd met je meedraagt. Het zorgt ervoor dat we als groep voor de rest van het leven met elkaar zijn verbonden. Zoals met deze jongen die hier voorbijloopt’, zegt hij lachend richting Thijs van Dam, die naar de kleedkamer sjokt. ‘Wij zijn de lichting van 2024. Pas de derde mannenploeg die goud won. Dat is toch fantastisch.’

Natuurlijk is de nog steeds pas 22-jarige spits blij met het resultaat. De winst. Het goud. De mooiste podiumplek. En wat daarna gebeurde, doet daar niets aan af. Nog heel even terughalend: vlak nadat Telgenkamp de winnende maakte, liep hij naar de Duitse goalie Danneberg. Tikte heel even pesterig tegen zijn helm. Legde de vinger op de lippen, vlak voor de neus van de keeper. Niet de meest sportieve actie, dat besefte Telgenkamp kort daarna ook wel.

Maar hij peinst er niet over om de geschiedenis te veranderen, als hij dat zou kunnen. ‘Ik heb er geen spijt van. Als het op dat moment niet was gebeurd, had ik ‘m later opgezocht. Dat zat er die dag in, doordat hij vooraf en tijdens de wedstrijd een reactie uitlokte. Er was al wat opgebouwd. Na afloop heb ik wel direct mijn excuses aangeboden. Toen was het ook snel weer oké. Natuurlijk waren ze bij Duitsland pissig dat ik dat deed. Maar ze waren ook boos omdat ze verloren hadden. Door wie ik ben, maak ik die shoot-out. En hoort ook dit erbij.’

Ik heb zelf een mening. Ik durf iets te zeggen. Te vinden. Te doen. Dan moet je er niet van opkijken als dat reacties oplevert. Dan zou ik wel een heel erg simpele gozer zijn. Duco Telgenkamp

De Danneberg-affaire riep een stortvloed aan reacties op. Het Algemeen Dagblad wijdde er een dag later zelfs een stelling aan, waarop duizenden mensen stemden. ‘De provocatie van hockeyspeler Telgenkamp is een smet op de gouden medaille’. (Daar was 51 procent het mee eens.) Er werden columns aan gewijd, in allerlei media items en artikelen. Het leek of het spuugincident van Frank Rijkaard naar Rudi Völler op het WK voetbal van 1990 een opvolger had gekregen. 

Hij heeft het vaak moeten uitleggen. Waarom hij Danneberg nog opzocht. ‘Maar de mensen die dat vroegen, reageerden bijna nooit negatief. Niemand die naar mij toekwam en zei: dat had je niet moeten doen. Dat zweer ik. Ik had wel duizenden DM’s na de finale, met negatieve reacties. Maar dat was vooral in het Duits. Dat versta ik toch niet. Mij heb je er niet mee hoor. Die berichtjes worden verstuurd in the heat of the moment. Ik neem die haat niet persoonlijk.’

Telgenkamp weet ook dat die berichtjes het gevolg zijn van zijn gedrag. ‘Ik heb zelf een mening. Ik durf iets te zeggen. Te vinden. Te doen. Dan moet je er niet van opkijken als dat reacties oplevert.’ Lachend: ‘Dan zou ik wel een heel erg simpele gozer zijn. Zo werkt het niet. Als je iets doet wat misschien niet volgens de norm is, gaat men reageren. Positief en negatief. Ik kan iedereen de hand schudden en in de ogen kijken.’

Het akkefietje tussen Duco Telgenkamp en keeper Jean-Paul Danneberg, uitgemeten in de Duitse boulevard-krant Bild

Verdubbeling op Insta en herkend worden op Bonaire

Miljoenen Nederlanders zagen hoe Telgenkamp opviel in de finale. Hij wordt sindsdien geregeld herkend op straat. Zelf op vakantie, op Bonaire, of all places. Zijn aantal Instagramvolgers verdubbelde naar dik vijftienduizend. ‘Maar ik ben geen megacelebrity die niet meer uit huis kan. Het zijn vooral leuke, lieve mensen die op me afkomen. Soms willen bedrijven en tv-programma’s wat van me en dan beslis ik met de mensen om me heen wat ik daarmee doe. Ik ga alleen op iets in als ik me er goed bij voel. Het gaat me niet om mijn bankrekening en aanzien.’

Het goud en al die aandacht tijdens de Spelen, heeft de 29-voudig international niet veranderd, stelt Telgenkamp. ‘Ik ben mezelf, overal. Heb nog steeds dezelfde vrienden waarmee ik afspreek, leuke dingen doe. Ik praat nog steeds hetzelfde en ga niet naast mijn schoenen lopen. Zo ben ik ook niet opgevoed.’

Na een huldigingsweek en twee weken vakantie, meldde Telgenkamp zich net als de andere vier gouden jongens van Kampong weer bij de training. ‘Nu is het weer back to normal. Dat wisten we van tevoren. We moeten ook niet doen alsof we gek zijn. Het verschil is groot. Dit gebeurt een keer in de vier jaar. Verder maak je die grootsheid nergens mee. Niet bij de competitie, zelfs niet op een EK of WK. Veel mensen kijken daar niet naar, die zien alleen hockey op de Spelen.’

Telgenkamp kust zijn goud in Parijs. Foto: Willem Vernes

‘Heel even als een voetballer’

Die constatering doet natuurlijk ergens ook een beetje pijn. ‘Maar het is niet dat ik daar nu pas achter kom. Een aantal jaar geleden besloot ik volledig voor het hockey te gaan. Ik wist prima wat daar te halen was. Qua aanzien, qua publiciteit, qua alles. Dat is niet opeens anders na de Spelen. Ik heb me heel even – drie weken – voetballer mogen voelen in Parijs. Dat was prachtig, maar ik kan hier ook genieten. Van lekker samenspelen met mooie gasten. Als je dat kan doen, ben je toch ook gezegend?’

Achter hem, in die gang onder het clubhuis van Kampong, gaan twee squashers de baan op. Ze kijken niet op of om als Telgenkamp langsloopt door het verlaten halletje. Het normale leven is weer in volle gang voor de man die in Parijs nog zo vol in de schijnwerpers stond.


Wat vind jij? Praat mee...