Tjep Hoedemakers, snelheidsduivel van Rotterdam

Tjep Hoedemakers ontpopt zich tot een van de smaakmakers bij Rotterdam. Donderdag maakte de aanvaller de winnende (1-0) tegen Pinoké. Op karakteristieke wijze.

Tjep this out!

Dit bericht is een waarschuwing voor alle verdedigers. Als je tegen Rotterdam speelt en Tjep Hoedemakers als directe tegenstander krijgt, kijk dan goed uit. Houd de ruimtes klein en als je ervoor kruipt, zorg dat je de bal hebt. Want als hij vertrokken is, ben je waarschijnlijk gezien.

Hoedemakers schiet op doel tegen Pinoké. Foto: Bart Scheulderman

Een typische Tjep-actie. Zo noemt hij zijn goal tegen Pinoké en de schitterende rush die hij twee weken geleden maakte tegen Kampong. Het recept is even simpel als effectief: met de bal, kei- en keihard over zijn directe tegenstander denderen. Het liefst over een zo groot mogelijke afstand.

Rushes

‘Ik ben niet de meest technische speler’, is het eerste dat Hoedemakers zegt als zijn rushes ter sprake komen. ‘Van die snelheid, daar moet ik het wél van hebben. En als ik die ruimte krijg, dan maak ik daar gebruik van. Tegen Pinoké zag ik Thijs (van Dam, red.) gaan en ik kon aansluiten. Een fijne counter.’

Een stralende Hoedemakers na de zwaarbevochten zege van donderdag. Foto: Bart Scheulderman

De counter is het specialiteit van het huis geworden bij Rotterdam. ‘Het spel is daarop ingericht. Dat past bij ons. Niet alleen bij mij, ook bij de andere aanvallers en middenvelders’, aldus de geneeskundestudent, die eerder dit jaar een opvallende bijrol vervulde als coronatester van de selectie. Een taak die nu overigens in handen is van de teamarts.

Richting de 35 per uur

Maar hoe snel is Hoedemakers eigenlijk? ‘Dat weet ik niet precies. Bij sprinttesten doe ik altijd mee in de top. Maar hoeveel kilometer per uur ik haal?’

Rotterdam-coach Albert Kees Manenschijn doet een poging. ‘Ik denk dat Tjep richting de 35 kilometer per uur gaat als hij op topsnelheid ligt. Ik vind het lastig om aan te geven hoe uitzonderlijk dat is. Maar het is duidelijk dat hij tot de allersnelsten van de Hoofdklasse behoort. Er zijn niet veel die zo’n snelheid kunnen halen. Hij schijnt er lol in te hebben om op zo’n vaart het veld over te gaan.’

Coach Albert Kees Manenschijn, geflankeerd door Kai de Jager (links) en Thijs van Dam (rechts). Foto: Bart Scheulderman

Die snelheid leidde ook donderdag dus weer tot een goal, die Hoedemakers uitbundig vierde. ‘Ja, ik was heel erg blij’, lacht de spits. ‘Ik zat namelijk niet helemaal lekker in de wedstrijd. Aannames en passes lukten niet. Die actie en de goal geven je weer zelfvertrouwen.’

‘Tjep is volwassener geworden’, stelt Manenschijn. ‘Zijn keuzes zijn beter en hij pakt meer ballen af als we aanvallend druk zetten. Hij is niet meer zo wisselvallig. In de afgelopen jaren is hij van een jong talent een goede speler geworden.’

Potentials

Niet voor niets behoort Hoedemakers tot de groep potentials: een schaduwteam voor het Nederlands elftal. Wat moet hij volgens Manenschijn nog doen om een volgende stap te maken? ‘Langdurig dit niveau aanhouden. En ervoor zorgen dat hij zijn ultieme kwaliteiten altijd kan benutten. Hij moet zelf zorgen dat hij in die situaties komt. En als een team laag staat en zoneverdediging speelt, moet hij zijn spel en handelingssnelheid aanpassen. Meer met het hoofd hockeyen, misschien.’

Hoedemakers mag zijn snelheidsvleugels zondag alweer uitslaan. Dan staat de neo-klassieker met Amsterdam op het programma.