Waarom het tweede goud voor ‘Wortel’ ook een speciaal tintje heeft

Als enige speler van Bloemendaal stond Floris Wortelboer zondagmiddag na de gewonnen finale van het ABN Amro Hockey Weekend handtekeningen uit te delen. Niet zo gek. Hij was immers de enige olympisch kampioen op het veld. Het is voor de verdediger nog even wennen aan het leven na zijn sprookjeszomer in Parijs. Ook aan deze tweede gouden plak zit een bijzonder verhaaltje vast.

Zondag was het exact een maand geleden dat hij met de Oranjemannen hockeyhistorie schreef. De gewonnen finale tegen Duitsland. De shoot-outs. De euforie. De ontlading. De exposure. De betekenis van die winst. Voor het eerst in 24 jaar een olympische gouden plak voor het Nederlandse mannenhockey. De derde pas in de hele hockeygeschiedenis. Het was fantastisch, imponerend en onvergetelijk. Op 8 augustus kreeg ‘Wortel’, de beste speler van Oranje in de poulefase, een gouden medaille omgehangen.

Dat gebeurde op 8 september ook. Al was de setting net wat anders. Geen afgeladen, knaloranje tribunes in het Yves-du-Manoir, maar pak ‘m beet tweehonderd toeschouwers in het stadion van Rotterdam. Geen keurig NOC*NSF-pak, maar gewoon in het korte broekje met de scheenbeschermers nog om. En het was niet een olympische eindstrijd tegen Duitsland, die hij net achter de rug had. Maar de finale van het voorbereidingstoernooi, waarin Klein Zwitserland eenvoudig met 4-0 werd gepoetst.

Met een dikke smile loopt Wortelboer voorop richting de prijsuitreiking van de ABN-Cup. Foto: Thijme Huurman

Van de bubbel weer naar Bloemendaal

Wortelboer, gezegend met een ijzersterk gevoel voor humor, kon de lol er wel van inzien. ‘Toch best bijzonder. Twee keer goud in een maand. Al is de ene net wel wat mooier dan de ander. Deze had ik ook nog nooit gewonnen, dus dat is best leuk.’

Na die eerste gouden plak belandde ook Wortelboer in die onvergetelijke bubbel van huldigingen en feestelijkheden. Daarna ging-ie op vakantie naar de Spaanse kust, wat weer een halve teamtrip was. ‘We gingen met mijn vriendin (Sanne Koolen, olympisch kampioen bij de dames, red.), Joep de Mol en zijn vriendin en Thijs van Dam en Pien Sanders. Hebben daar met elkaar nagenoten van een bizar mooie zomer. Konden continue alles uit Parijs samen herbeleven. We waren elkaar echt nog niet beu. Nu wel. Nee, geintje hoor.’ 

Op 29 augustus begon het gewone leven weer. Was hij als olympisch kampioen weer een clubhockeyer, die op trainingsweekend ging naar Friesland. Hij is momenteel de enige golden boy op het veld bij Bloemendaal. Jorrit Croon zit immers nog in de lappenmand en Thierry Brinkman is vertrokken naar Den Bosch. ‘Het was even schakelen en wennen’, zegt Wortelboer. ‘En het is ook weer heel leuk. Een nieuwe groep, nieuwe coach en daardoor een nieuwe dynamiek. Maar als ik heel eerlijk ben, had ik nog wat wat langer willen genieten van de zomer. Ik heb iets minder dan drie weken vrij gehad. Misschien voelt dat kort, al is het ook logisch dat je weer wat moet doen.’

Wortelboer op stoom tegen KZ. Foto: Thijme Huurman

Nateren en (weer) studeren

Hij sprak er recent nog over met Brinkman, die natuurlijk in hetzelfde schuitje zat. ‘We weten: we hebben zoiets moois bereikt. Het gaat niet heel veel mooier worden. Daar ben je nog een beetje van aan het nagenieten. Is denk ik ook wel logisch. Het doel, waar we zolang naar toeleefden, hebben we gehaald. Dat genieten lukt ook wel, al draait de wereld wel verder. Ben ik – tussen het nateren op de Spelen door – weer gaan studeren. Daar moet je je na het behalen van zo’n mooie prestatie, ook weer even toe zetten. Aan de andere kant: op het veld vond ik het meteen weer heel erg leuk.’

Het ABN-toernooi is altijd de onofficiële aftrap van het Hoofdklasse-seizoen. Een mini-reünie, waar bijna ieder team aan meedoet. Het was een van de eerste momenten waarop de gouden internationals zich weer publiekelijk lieten zien. Ze werden zondag dan ook om de haverklap gefeliciteerd met hun olympische zomer. ‘Je merkt nu pas wat de Spelen teweeg hebben gebracht in Nederland. De aandacht voor onze prestatie is zo anders dan op een WK of EK. Echt veel mensen hebben het gezien.’ Bescheiden erkent Wortelboer dat hij vaker herkend wordt. ‘Dat is bijzonder. Maar ik ga me echt niet anders gedragen, hoor.’

Als kervers olympisch kampioen in Parijs. Foto: Willem Vernes

Die nuchtere Brabander mocht zondag de voorbereidings-cup in ontvangst nemen. Hij was aanvoerder bij Bloemendaal, een positie die vrij kwam na het vertrek van Brinkman. ‘Ik doe dat samen met Jorrit. Maar die ligt er natuurlijk even uit. Ik vind het wel mooi, het is tijd voor ons om dat te doen. Dat ambiëren we ook. We hebben een paar jaar meegelift op het leiderschap van anderen. Nu is dat voor ons een heel mooie uitdaging.’ 

De nieuwe eigenaar van het tweede goud

Terwijl Wortelboer dit allemaal vertelt, heeft hij die laatste gouden medaille niet meer om. Vlak voor het interview ging-ie op de foto, met een G-hockeyer, die ook een toernooitje speelde op Rotterdam. Hij kreeg voor het plaatje de ABN-plak van Wortel omgehangen en mocht ‘m uiteindelijk houden. De jongen straalde van oor tot oor. De mensen die het zagen kregen een brok in de keel van dit gouden gebaar.

‘Toen ik vanochtend hier aankwam, zag ik al dat er een G-toernooi werd gehouden. Ik vind het heel mooi dat hockey voor iedereen is. Dat G-hockeyers ook plezier beleven aan de sport. Die jongen vroeg er niet om. Ik kende hem niet. Weet ook niet waar hij hockeyt. Maar ik hoop dat hij er blij mee was.’ 


1 Reactie

  1. peter-de-ruiter

    Mooie kerel!!


Wat vind jij? Praat mee...