Hij stond er het hele seizoen. Pushte – en sloeg een heel enkele keer – tot zondag liefst 37 keer met scherp. Maar zijn allerlaatste corner van dit hockeyjaar was de belangrijkste. Ook toen er in de beslissende finale tussen Kampong en Rotterdam tienduizend ogen waren gericht op Jip Janssen, hield hij het hoofd koel.
Precies 120 tellen stonden er op de klok, toen er nog een strafcorner kwam voor Kampong. De laatste van het seizoen, dat voelde iedereen. De laatste kans ook voor de thuisploeg om de wedstrijd te beslissen in de reguliere tijd. Ja, ze waren het grootste deel van de wedstrijd beter. Maar ze stonden wel op een 1-2 achterstand.
En omdat precies die score ook een dag eerder in Rotterdam op de borden stond, leek de fantastische wedstrijd uit te draaien op shoot-outs. Tot die ene kans. Toen Silas Lageman de voet vond van Rotterdam-verdediger Pepijn van der Heijden. Janssen stond in het veld, natuurlijk.
Binnen een fractie van seconden lag de bal via aangever Jonas de Geus en stopper Lars Balk voor de stick van Janssen. Die had die dag al vaak laag gesleept, maar hij probeerde nu iets anders. Janssen pushte de bal knetterhard in de kruising. Zijn coach Tim Oudenaller had ‘m geadviseerd om voor een hoge sleep te gaan, vertelde Janssen na afloop. Hij moest ook iets anders ondernemen om de fantastische Rotterdam-goalie Derk Meijer te kloppen. Want die had wel heel vaak het antwoord op de sleeppogingen van Janssen, die zondag tien keer mocht aanleggen.
De magische cornerkiller
Maar die laatste onderlinge strijd won Janssen. Die was niet bezig met de druk die er op zijn schouders lag. ‘Misschien is het gek. Maar voor mij voelt dat niet zo. Ik ben bezig met routines. Doe wat ik altijd doe. Ook op zo’n moment. Er gaat dan eigenlijk niet zoveel door mijn hoofd. Was er veel geluid? Ik hoorde het niet. Ik zit dan in mijn eigen wereldje.’
Na afloop, in het gangetje onder het clubhuis, geeft Janssen een prachtig kijkje in zijn modus. Die van de magische cornerkiller. Een afmaker. Iemand die een klus heeft en die wil voltooien. ‘Het kost tijd om je zo af te sluiten. Dat lukt niet zomaar. Het gaat ook niet altijd goed. Ik mis natuurlijk ook weleens een corner op een belangrijk moment. Maar ik kan wel heel bewust bezig zijn met die ene bal.’
Hij vertelt het koelbloedig, maar natuurlijk kwamen bij Janssen ook de emoties los na afloop van de finale. In extase zette Kampong de kleedkamer op de kop, toen er buiten na de prijsuitreiking een storm uitbrak. ‘Eigenlijk vind ik dat het allermooiste. Het feestvieren met het team. Met de jongens die er allemaal zo hard voor gewerkt hebben. Met gasten die ik al zo lang ken. Het is extra mooi om kampioen te worden met je vrienden.’
Foto’s van een veldslag
‘Want heel van deze gasten ken ik al jaren. Kennen elkaar al jaren. Dan word je hecht. Dat komt natuurlijk omdat je een aantal jongens ook ziet bij het Nederlands elftal. Jonas de Geus en Terrance Pieters ken ik bijvoorbeeld al sinds Nederlands A. Met Boet en Jelle Phijffer hockeyde ik al in de jeugd op Kampong. Dat soort jongens zie ik al vijftien jaar, elke week een paar keer. Dan wordt je wel hecht. Dat vormt ons. Dat we elkaar zo goed kennen is echt een kracht van ons.’
Ze maakten met elkaar de ene na de andere foto. Beelden met gelukkige, maar ook vermoeide koppen erop. Want wat was het een slijtageslag tegen Rotterdam. Een finale die ontaarde in een veldslag, veel corners en videoreferrals. ‘Het was een bizarre wedstrijd. Rotterdam had het verdedigend goed neergezet, met Justen Blok voorop. We kwamen er gewoon niet doorheen op een gegeven moment. Er gebeurde heel veel, vooral in de eerste helft. Verder was het heel hard vechten, voor iedere meter.’
Telgenkamp en de schaal
In dat gevecht, viel ook een slachtoffer. Want Duco Telgenkamp maakte het feestje na afloop niet meer mee. De spits van Kampong liep in de eerste helft een hoofdwond op bij de afgekeurde 2-1 van zijn team in de eerste helft. Die dook hij binnen, maar omdat Telgenkamp ook daarbij Rotterdam-verdediger Jochem Bakker onderuit gleed, kreeg hij een tijdstraf van tien minuten. Die zat Telgenkamp deels uit bij de dokter, waarna hij van het veld ging. Voor de huldiging kwam de gehavende international nog even terug, maar daarna moest hij rust houden.
Janssen hoort ondertussen het gedreun en gezang uit de kleedkamer. Kan alleen maar glimlachen in zijn kampioensshirt, dat stiekem al gedrukt was. Tijdens het interviewtje heeft hij de schaal een beetje bescheiden achter zijn rug. ‘Je hebt gelijk. Ik zal ‘m niet verbergen’, zegt Janssen terwijl hij lachend in de fonkelende schaal kijkt. ‘Ik vind het geweldig mooi. Ik breng ‘m weer naar de jongens in de kleedkamer. Goed?’
1 Reactie
corinenelis@gmail.com
Jip Jansen is een hele goede speler en uiteraard een cornerkiller. Leuk voor hem dat hij en zijn team, de play-offs hebben gewonnen