Na twee nederlagen voor een handjevol toeschouwers in het eigen Eindhovense Indoorsportcentrum zakten de mannen van Oranje-Rood zaterdag naar de laatste plaats in poule B van de Hoofdklasse Zaal. Met nog twee duels te gaan dreigt degradatie voor de Eindhovenaren, maar niemand die daar om maalt. ‘We nemen het niet zo serieus, dus dan is dit ook geen verrassing’, zegt Tim Swaen (32), die voor het tweede weekend op rij in actie kwam voor de ploeg.
Swaen, die vorige zomer een punt zette achter zijn topsportloopbaan bij Bloemendaal en het Nederlands elftal, staat dit seizoen uit pure nood op de spelerslijst van de Eindhovenaren. Coach Bram van Rijn moet elke week puzzelen en goochelen met schema’s om een representatief team op de been te krijgen. Vorige week al maakte Swaen voor het eerst zijn opwachting voor de Eindhovenaren, en deze zaterdag moest hij opnieuw opdraven.
‘Ik doe liever dit dan dat ik de hele winter ga hardlopen’, zegt Swaen na afloop van de nederlaag tegen Laren (3-5), die volgde op het kansloze verlies tegen koploper Den Bosch (2-7). ‘Ik heb zaalhockey altijd leuk gevonden. Alleen heb ik het nooit op een hoog niveau gespeeld. Bij Bloemendaal kwam het in een team vol internationals niet echt op poten, toen was de keuze gemakkelijk om er niet aan mee te doen. Heel eerlijk: als er bij Oranje-Rood ook potentiële zaalinternationals zouden rondlopen, dan had ik niet eens meegespeeld.’
De speler, die op het veld voor de veteranen van Tilburg uitkomt, neemt een slok van zijn biertje dat hij van ploeggenoot Mark Caspanni heeft gekregen. De oudere lezers zullen die naam meteen herkennen. Caspanni werd in 2005 landskampioen met Oranje Zwart op veld en speelde jaren later ook nog veld- en zaalhockey bij Hurley. Hij is inmiddels 43 jaar en had al elf jaar niet meer op niveau gezaalhockeyd. Zaterdag moest hij noodgedwongen de Eindhovense gelederen aanvullen. Enkele dagen eerder had ie snel nog zaalschoenen gekocht, want die had hij niet meer.
Swaen: ‘Tegen Laren misten we Jacky van Hout en Gijs van Merriënboer. Die hadden weken geleden al aangegeven dat ze vandaag maar één wedstrijd konden meedoen. Omdat Wout Scheffers door zijn gele kaart tegen Amsterdam was geschorst voor de wedstrijd tegen Laren, moesten we Noud van Deijck van JO18 in allerijl invliegen om genoeg spelers te hebben. Nog een geluk dat we in Eindhoven speelden, anders was dat niet eens gelukt. Zo speelden er vandaag met Noud en Mark ineens twee jongens mee die nooit eerder met de rest hadden samengespeeld.’
De steeds wisselende samenstelling van wedstrijdselectie en het feit dat de groep maar één keer in de week traint en dus weinig aan automatismen kan werken, is dé verklaring voor de lage klassering van de Eindhovenaren.
‘Den Bosch maakt de meeste uren met elkaar’, zegt Swaen. ‘Daarom winnen ze ook alles. Ze trainen twee keer in de week en spelen oefenpotjes tegen Duitse tegenstanders. Dat doen wij niet. Dat maakte hét verschil in de eerste wedstrijd. Tegen Laren hadden we wat meer in te brengen. Toen stonden we compacter, was er meer onderlinge communicatie. Met een beetje meer geluk in de afronding had die wedstrijd ook onze kant op kunnen vallen.’
Fanatisme
Twee dingen vielen nadrukkelijk op aan de aanwezigheid van Swaen bij Oranje-Rood. Het gefrustreerd wegsmijten van zijn stick na het laatste fluitsignaal tegen Laren verraadt nog altijd veel fanatisme. En met de inbreng binnen de lijnen zat het ook wel goed, getuige onder meer een prachtige assist op een treffer van de zeventienjarige Noud van Deijck, die een snoeiharde en loepzuivere pass van Swaen binnentipte.
Swaen: ‘Ik was even gefrustreerd na afloop. Ik vond het jammer dat we onszelf niet konden belonen tegen Laren. En ik hou nog steeds niet van verliezen. En ja, dat passen gaat wel lekker in de zaal. Ik merk dat ik me prima staande kan houden, al ben ik nooit de meest technische speler geweest. Dus écht zaalhockeyen, een passeeractie maken, goed voor de goal uitkomen; dat moet je niet van mij verwachten, haha.’
Degradatie? Geen ramp
Door de uitslagen van vandaag staat Oranje-Rood nu laatste in poule B. Volgende week zaterdag speelt de ploeg nog tegen Voordaan en Amsterdam. Twee laatste kansen om van de laatste plaats af te komen en een dag later via de play-outs nog kans te behouden het vege lijf te redden.
‘Laten we eerlijk zijn: de kans is aannemelijk dat we degraderen’, zegt Swaen. ‘Is dat erg? Nee hoor. Dan hadden we er maar meer voor moeten doen. We nemen het nu eenmaal niet zo serieus. Tegen Den Bosch waren we in de kleedkamer even gefrustreerd met zijn allen, maar we hebben ook tegen elkaar gezegd dat dat eigenlijk nergens op slaat. Je kunt misschien kwaad zijn omdat het niet loopt zoals je wilt, maar niet omdat je kansloos verliest. We maakten helemaal geen aanspraak op de winst.’
Flink puzzelen
Is Swaen komend weekend ook weer van de partij, als de beslissing in de strijd tegen degradatie valt? ‘Ik ben er zaterdag bij. Zondag, bij eventuele play-outs, kan ik niet. Het zal voor de coach weer flink puzzelen worden, want er zijn wel meer jongens niet beschikbaar. Dat is een gevolg van de vrijblijvendheid waarmee we het zaalhockeyen invullen. Maar… natuurlijk gaan we wel vol voor die twee overwinningen. We willen er iets van maken, dat streven blijft altijd overeind.’
2 Reacties
Pieter-JellevanDijk
Doe dan niet mee, er zijn genoeg teams die het serieus nemen en in de hoofdklasse willen spelen.
Julia van Kollenburg
Als die andere teams goed genoeg zijn, komen ze vanzelf bovendrijven.