Matig zaalseizoen van Rotterdam: ‘Te veel steken laten vallen’

Dit zaalseizoen beloofde veel goeds voor de mannen van Rotterdam. De halvefinalist van vorig jaar trad aan met (ex-)zaalinternationals als Jochem Bakker, Timo Goor, Jeroen Hertzberger en Timmo Kranstauber. Maar in plaats van het NK Zaal als toetje van de competitie belandde de ploeg van coach Kai de Jager in de nacompetitie en moest het strijden om handhaving. ‘Het klinkt raar, maar ik had eigenlijk veel zin in deze dag.’

Rotterdam-aanvoerder Timo Goor kijkt niet sip uit zijn ogen als hij vertelt over het toch teleurstellende seizoen. ‘Zaalhockey draait om een flow waar je in zit. Vorig jaar viel het net wél. Toen zaten we bovendien breder in de selectie, hadden we minder wisselingen en waren er meer aanwezigen bij de trainingen. Die knelpunten zijn een terugkerend fenomeen bij het zaalhockey en hebben ons dit jaar genekt.’

Goor verschuilt zich niet achter de matige prestaties van zijn ploeg vol zaalervaring, maar nuanceert zijn woorden wel. ‘Jeroen (Hertzberger, die in december met de Oranje zaalselectie meedeed aan het EK in Hamburg, red.) was er twee weekenden bij. Zelf hockeyde ik de eerste speelronde überhaupt pas voor het eerst sinds tijden vanwege een blessure. De Jong Oranje-boys (Olivier Hortensius, Pepijn van der Heijden, Dylan Lucieer en Menno Boeren, red.) waren erbij, maar trainden ook op het veld tijdens het zaalseizoen. Jochem (Bakker, red.) en ik hadden bovendien een druk programma met Oranje in de zaal. Het was het allemaal net niet.’

Rotterdam-aanvoerder Timo Goor tijdens de met 5-6 gewonnen wedstrijd tegen HGC. Foto: Frank van der Leer

Alle returns verloren

Toch zag Goor de nacompetitie niet aankomen. ‘Ik denk niemand. Toen ik onze pouleindeling zag met onder andere HDM en Amsterdam, wist ik wel dat het zwaar zou worden. Tegelijkertijd waren we allemaal goed gestemd. De heenronde ging niet eens slecht. We verloren maar twee keer. Het ging mis in de returns: die verloren we allemaal. Zelfs een 4-1 voorsprong tegen Cartouche gaven we uit handen. Dan is het terecht dat je in de nacompetitie staat.’

Echt rouwig is Goor niet om dit competitietoetje. ‘Het klinkt misschien raar, maar eigenlijk had ik best veel zin in deze dag. Liever heb je play-offs natuurlijk, maar ik vond het lekker dat het nog een weekje doorging. En met spanning op wedstrijden kan iedereen omgaan. Dat is niets nieuws.’

De mannen van Rotterdam handhaafden zich uiteindelijk eenvoudig tijdens de nacompetitie. Foto: Frank van der Leer

Voor het eerst allemaal op de training

Handhaving bleek voor Rotterdam uiteindelijk een relatief eenvoudige prooi met driemaal winst. Goor: ‘Dat moest ook wel. Deze week hebben we iedereen op zijn donder gegeven. En voor het eerst waren we er allemaal. Jochem en ik zijn na de trainingen met Oranje doorgegaan naar de avondtrainingen met Rotterdam. We hebben twee keer drie keer getraind op een dag. Volle dagen, maar wel nodig voor de verbinding. Dat heeft z’n vruchten afgeworpen.’

En dus is het eind goed, al goed voor Rotterdam. Goor: ‘Uiteindelijk draait het bij zaalhockey om het eeuwenoude gezegde: wie het meest stabiel en constant is met zijn teamsamenstelling en wie er de meeste trainingsuren in gooit, draait gewoon een goed seizoen. Kijk maar naar Voordaan. Die trainden zich het leplazarus en werden derde. Wij hebben wat dat betreft te veel steken laten vallen.’


Wat vind jij? Praat mee...