Oranje Heren Zaal hebben na debacle iets recht te zetten

Een jacht op eerherstel wil Michiel van der Struijk, bondscoach van de Oranje Heren Zaal, het komende EK voor B-landen niet noemen. Maar duidelijk is dat de zaalmannen komend weekend in de Turkse badplaats Alanya iets hebben recht te zetten.

Drie jaar geleden is het nog maar dat het Nederlandse zaalhockey zijn hoogtepunt kende. In een historisch weekend in het Duitse Leipzig – in het hol van de leeuw – werden zowel de mannen als de vrouwen wereldkampioen. Beide teams werden een dag later op het bondsbureau, toen nog in Nieuwegein, gehuldigd.

Waar de vrouwen een jaar later in Minsk ook het EK wonnen, lieten de mannen het in Praag lelijk liggen. Terugkijkend vindt Van der Struijk, die toen nog geen bondscoach was, dat was de Duitser Christian Kurtz, het nog altijd bizar wat daar toen gebeurde.

‘De les die we uit dat toernooi trekken, is dat iedere seconde belangrijk is’

Zeventien seconden voor tijd kwam Nederland in de poulefase via een rake strafcorner op gelijke hoogte met Tsjechië, waardoor het al met anderhalf been in de finale stond. Maar in de bloedstollende slotfase haalden de Tsjechen nog een strafcorner, die met nul seconden op de klok op het lichaam van Robert Tigges belandde. Strafbal. Die vloog erin. Weg halvefinaleplaats.

In de degradatiepoule gebeurde vervolgens wat niemand voor mogelijk hield: Nederland degradeerde nog ook. Een wanprestatie van de bovenste plank. ‘De les die we uit dat toernooi trekken, is dat iedere seconde belangrijk is. Als we even aan het oliebollen zijn, kan dat zomaar gevolgen hebben’, zegt Van der Struijk. ‘Doelsaldo is ook het komende toernooi ontzettend belangrijk. We moeten onze onnodige fouten minimaliseren.’

De Oranje Heren Zaal likken hun wonden na de degradatie in Praag naar de B-poule. Foto: WorldSportPics/Frank Uijlenbroek

Terug naar de A-poule

De Oranje Heren Zaal willen komend weekend terugkeren naar de A-poule. Van de groep die twee jaar geleden naar de B-poule degradeerde, zijn Teun Rohof, Nicki Leijs, Jochem Bakker, Boris Burkhardt, Caspar van Dijk en de teruggekeerde zaalkoning Robert Tigges ook komend weekend actief. Voor de rest bestaat de ploeg van Van der Struijk vooral uit jonge, onervaren spelers, die in het kader van het opleidingstraject, net als bij de dames, toernooi-ervaring mogen opdoen.

Van der Struijk: ‘Zaalhockey is een spelletje dat je slim moet uitspelen. Met veel jonge spelers kan dat onze valkuil zijn. Daarom ben ik blij dat we weer de beschikking hebben over Robert Tigges. Deze jonge ploeg heeft zijn ervaring nodig.’

De Oranje Heren Zaal in betere tijden: met de gewonnen beker na de finale van het WK in Leipzig tegen Oostenrijk. Foto: Koen Suyk

‘We gaan niet zomaar winnen’

Dinsdag vertrekken de mannen naar Istanbul, waar ze doorreizen naar Alanya, de plek waar het vanaf vrijdag moet gaan gebeuren. Nederland is ingedeeld in een poule met Portugal, Oekraïne en Turkije.

Alleen van Portugal heeft Van der Struijk al de nodige informatie. In de voorbereiding hebben de Oranje Heren Zaal al tegen de Portugezen geoefend. ‘Toen verloren we met 6-3 of 6-4, maar dat zegt lang niet alles. Zeker niet omdat Teun Rohof, Nicki Leijs en Jochem Bakker toen niet met ons meespeelden. Dat zijn drie belangrijke spelers. Maar wat ik wel heb gezien, is dat wij veel onnodig balverlies leden en zij gevaarlijk in de counter zijn en corners kunnen halen.’

Over de kansen van Oranje komend weekend, durft Van der Struijk geen uitspraken te doen. ‘Ik vind het lastig in te schatten wat ik van het toernooi kan verwachten, omdat ik weinig over onze tegenstanders weet. Van Engeland, Zweden, Portugal verwacht ik dat ze ongeveer gelijkwaardig zijn. Oekraïne zal hockeyend misschien minder vaardig zijn, maar verdedigend sterker. Voor de rest is het echt even afwachten. Maar ik kan wel met zekerheid zeggen dat we niet zomaar gaan winnen. Voor die gedachte moeten we waken.’