Naomi van As is de volgende Oranje Dame in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin internationals openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. We kennen Naomi van haar prachtige slaloms en mega-enthousiaste houding. Maar wie schuilt er achter deze aanvallende middenvelder van Laren en Oranje? Naomi aan het woord...
Naomi komt al ruim 11,5 jaar uit voor Oranje. Maar ook buiten het hockey zit ze niet stil. Zo is ze onder andere wekelijks op televisie te zien als presentatrice van Zappsport.
Wat wil Naomi doen na haar hockeycarrière? ‘In ieder geval zou ik graag door willen gaan met Zappsport. Maar verder weet ik het niet. Ik ben niet iemand die heel ver in de toekomst kijkt. Ik zou heel graag on the road willen zijn. Ook in het buitenland. Ik kom wel eens bij mijn manager op kantoor: een grote open ruimte waar iedereen bij elkaar zit. Dan denk ik: ‘ik zou hier niet kunnen werken’. Ik zou met iedereen gaan kletsen of flauwe grappen maken. Ik zou zo snel afgeleid zijn.’
‘Ik leef met de dag. Ik heb natuurlijk wel een soort van planning, maar niet heel erg.’ Dan, bijna op fluistertoon. ‘Ik ben een beetje chaotisch af en toe.’ Om op vertrouwde, enthousiaste toon te vervolgen. ‘Maar na de Spelen, bijvoorbeeld – je moet altijd maar zien of je daar naartoe gaat – ga ik me nergens volledig op storten, los van Zappsport. Even tijd nemen voor mezelf. Er is dan iets af; een topsportcarrière…. Ik heb er na Rio 12 jaar bij het Nederlands team op zitten. Bij Laren ga ik wel door, omdat ik het nog te leuk vind. Maar ik wil helemaal niet over stoppen praten!’
Zappsport
Over Zappsport raakt Naomi niet uitgepraat. ‘Zappsport vind ik zó leuk om te doen. Om kinderen te zien opbloeien. Er doen ook kinderen mee die niet heel sportief zijn. Of die net iets vervelends hebben meegemaakt. Die mogen dan meedoen met de battle en dan worden ze helemaal blij.’
‘De teksten die soms uit kinderen komen. En ook het fanatisme, dat is gewoon geinig. Ze vinden het heel spannend om mee te doen. Sommigen zijn heel erg bijdehand, anderen klappen dicht. Ik vind het leuk als kinderen iets durven te doen waarvan ze denken dat ze het niet kunnen. Dat is precies wat ik ze wil meegeven: ‘zie, je kan het wél! Niet zeggen dat je het niet kunt.’ Ik wil hen dat vertrouwen geven en vooral heel veel plezier, grappen en grollen met ze maken.’
Herkent Naomi zichzelf hierin? ‘Ik was vroeger heel erg verlegen. Dat herken ik wel in sommige kinderen. Daarom wil ik ze meegeven dat je gewoon moet doen wat je leuk vindt en dat je niet bang moet zijn wat andere mensen van je denken. Wanneer ik dat zelf besefte? Dat is gewoon zo gegroeid, denk ik. Ik weet het niet.’
Naomi’s les aan de kinderen om vooral dingen te doe die ze leuk vinden, brengt ze zelf ook in de praktijk, te beginnen bij Zappsport zelf.
‘Toen ik begon bij Zappsport vroeg ik: ‘Hoe zien jullie het voor je? Ik heb helemaal geen ervaring als presentatrice.’ Waarop zij antwoordden: ‘We willen dat jij gewoon helemaal jezelf bent.’ Ok, chill, dacht ik. Anders had ik het ook niet gekund. Stel dat ik één of andere rol had moeten spelen… dan had ik me nergens anders op kunnen concentreren.’
Is dat niet ook te danken aan haar bekendheid? ‘Ik denk zeker dat als je wat bekender bent, 2 keer Olympisch goud hebt gewonnen, deuren makkelijker voor je opengaan. Ja, dat is gewoon zo. Maar ik werk er hard voor en dan komen er ook andere dingen op je pad. En sport spreekt natuurlijk heel veel mensen aan, ook in het bedrijfsleven.’
Toekomst met Sven
Hoe ziet de toekomst met haar vriend, meervoudig Wereld-, Europees en Olympisch schaatskampioen Sven Kramer eruit? Straks hebben ze vast meer tijd voor elkaar… ‘Ja, dat zou leuk zijn! Ik kijk er wel naar uit, ik ben heel benieuwd. Ik ken hem vrij goed ondertussen, maar ik vraag me af hoe het is als we gewoon weken bij elkaar zijn. Ik zou echt heel graag een keer samen op een lange vakantie gaan.’
‘Verder zijn we allebei heel erg gehecht aan ons eigen leven. Erop uitgaan, dingen doen. Dus dat vind ik heel belangrijk; dat ieder z’n eigen dingen nog heeft. Ik zie het met heel veel positiviteit tegemoet. Als het ons gegund is, willen we kinderen. When the time is right. Nu nog niet. En je moet altijd nog zien of het lukt.’
‘Maar ik ben daar nog helemaal niet bezig, nee, nee. Het past niet in mijn leven nu. Het is nog niet relevant. En zoals ik al zei: ik ben niet iemand die erg ver vooruit kijkt. Ik stop na Rio, maar niet omdat ik dan kinderen wil. Het lijkt me een mooi eindpunt.’
Dingen moeten
Na de Olympische Spelen is Naomi waarschijnlijk wat meer thuis. Als er dan minder gehockeyd wordt, dan ‘moeten’ er wel andere dingen…
‘Thuis ben ik netjes, opgeruimd. Maar er liggen wel stapeltjes op tafel. Ik ben iemand die uitstelt. Post openmaken bijvoorbeeld, dat vind ik gewoon irritant. Dan moet ik weer allemaal dingen doen waar ik geen zin in heb; meterstanden doorgeven en dat soort dingen.’
‘Hetzelfde geldt voor het beantwoorden van e-mailtjes of whatsappjes. Dan denk ik ‘dat doe ik dadelijk wel’. En dan vergeet ik het, en dan doe ik het dus niet. Gelukkig kennen mijn vriendinnen me ondertussen wel goed. Dat ik heel traag ben daarin.’
Media
In de landelijke media en op social media wordt er veel over haar geschreven en gepraat. ‘Dat hoort erbij. En natuurlijk raken sommige dingen je. Als mensen op Twitter iets over je zeggen, bijvoorbeeld ‘Wat een stom wijf.’ Dan denk ik: ‘Huh? Jij kent me helemaal niet. Heb ik weleens met jou gepraat?’ Het lijkt me zo lekker om die mensen dan een keer te ontmoeten. Tuurlijk, mensen mogen een mening over me hebben, maar ik begrijp die drang niet om dat dan allemaal op social media te posten. Dat is gewoon afgunst of… geen idee eigenlijk. Ik kan er gewoon niet inkomen.’
‘Als je goed in je vel zit en vrolijk bent, dan denk je; laat maar gaan. Andere keren is dat lastiger. Over het algemeen kan ik het vrij goed naast me neerleggen. En ik zoek het ook niet op hoor, ik lees al die fora niet eens. Ik hecht daarentegen wel veel waarde aan de mening van mijn vrienden, familie en teamgenoten.’
Zelfkritiek
‘Complimenten geven is niet zo lastig, ze aannemen is veel moeilijker. Ik ben mega-mega-megakritisch op mezelf. Dus ik ben niet heel snel tevreden. Dan heb ik bijvoorbeeld wel een goede wedstrijd gespeeld, maar denk dan: ‘dat had wel beter gekund of ik had wel een goaltje kunnen maken.’’
‘Als mensen me dan complimenteren, zeg ik: ‘Jaaa, maar…’ En dat is soms vermoeiend, maar het is ook een van de redenen dat ik ver ben gekomen. Omdat ik me zelf altijd uitdaag om beter te worden. Maar ik moet het mezelf soms ook gunnen om tevreden te zijn. En complimenten krijgen en aannemen is ook gewoon fijn en leuk.’
Dieptepunt
In 2013 stond Naomi 9 maanden buitenspel door een afgescheurde kruisband. ‘Ik zie dat als het dieptepunt in mijn carrière. Ik ben best wel positief en optimistisch ingesteld. Ik denk altijd ‘het komt wel weer goed’. Maar toen dat gebeurde, dacht ik meteen ‘oh, dit is niet ok’. Ik voelde bij een beweging tijdens de shoot-out mijn knie naast mijn onderbeen.’
‘Ik heb eigenlijk meteen geaccepteerd dat ik de hele zomer met het Nederlands team – en dus een paar toernooien – zou missen. In het begin kon ik niet eens lopen. Dus ik had niet de illusie dat ik er zou kunnen staan. Ik was daar heel nuchter in.’
‘Ik heb heel hard getraind bij de fysio en heel veel mensen ontmoet. Soms was ik wel 4 uur aan het trainen voor ik weer naar huis ging. Ik vond het altijd best wel leuk om naartoe te gaan. ‘Hey, hoe is het, hey, hoe is het daar?‘ Zo grappig, allerlei soorten – ook niet sportieve – mensen. Oud, jong, maakt allemaal niet uit. Gewoon een beetje gezellig lullen met iedereen. ’
‘Ik ben van mening dat zo’n dieptepunt bij een topsportcarrière hoort. Op wat voor manier dan ook; lichamelijk of mentaal. Dat je iets overkomt, of dat je een ongeluk krijgt. Of dat er een dierbare overlijdt. Uiteindelijk maakt het je sterker.’
Trots?
‘Ik ben er trots op dat ik sterk ben teruggekomen na mijn knieblessure, hoe ik mezelf door die fase heen heb gewerkt en hoe ik ermee om ben gegaan. En ik ben er best wel trots op dat ik al 12 jaar op dit niveau kan hockeyen. Dat is aardig lang. Dat kan ik omdat ik het dus heel leuk vind.’
‘Ik ben het meest trots op de teamprestaties op de Olympische Spelen van Londen en van het WK. Die laatste was echt bijzonder, omdat ik toen terug kwam van mijn blessure en daarvoor keihard heb getraind. En het was in Den Haag. Daar kom ik vandaan, dus dat was natuurlijk superbijzonder. Mijn eigen stadje. Met dát team.’
Naomi zwijmelt haast bij het noemen van haar geboortestad Den Haag. ‘Ik zou wel terug naar mijn roots willen, want ik ben daar heel fijn opgegroeid. Lekker buurtje, vlakbij de hockeyclub, niet te grote stad, dichtbij het strand. Maar dat gaat denk ik niet gebeuren. Omdat mijn vriend dat niet wil. Het is een Fries, hè? En ik ga niet naar Friesland, dus dan wordt het regio Amsterdam, een compromis.’
Bucketlist
‘In Amsterdam is natuurlijk veel meer te doen, het is er levendiger, er is meer keuze aan restaurants en lunchtentjes of als je ‘s nachts nog een kroegje in wilt. Ook op cultureel gebied en dat soort dingen… dat doe ik eigenlijk niet zo vaak, maar dat is voor andere mensen leuk hahaha! Ik denk weleens ‘oh daar moet ik echt heen’, maar het komt er dan meestal niet van.
‘Ik wil bijvoorbeeld nog heel graag een keer naar het Anne Frank Huis. Maar elke keer als ik daar langskom, staat er zo’n onwijs lange rij. Dan denk ik echt: ‘dat ga ik dus gewoon niet doen’. Ik wóón in Amsterdam, dan ga ik zeker in de rij staan! Vervolgens bedenk ik dat ik ’s ochtends een keer ga, maar dat doe ik toch nooit. Ik wil ook nog steeds ook een keer naar het Rijksmuseum…’
‘Kijk, ik heb nog een hele bucketlist op mijn telefoon. Daar heb ik straks wel meer tijd voor.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.