Het hockeysprookje van de Nederlander die Uhlenhorst Duits kampioen maakte

De Nederlander Omar Schlingemann (41) vertrok in 2013 naar Duitsland voor een functie als exportmanager, bij een bedrijf dat sushi en salades produceert. Zes jaar later is hij de gevierde coach van de Duitse grootmacht Uhlenhorst Mülheim, die hij voor het eerst sinds 1997 landskampioen maakte en waarmee hij Oranje-Rood woensdagavond uit de EHL kegelde.

Woensdagavond volgde na de zege op thuisploeg Oranje-Rood een innige omhelzing tussen Omar Schlingemann en de Duitse spits Till Brock. De Nederlandse coach, een gedrongen man met drukke pasjes en drukke gebaren, vertelde Brock dat hij het geweldig had gedaan. Want Duitser dan Till Brock bestaan ze bijna niet, denkt Schlingemann.

Hij is een speler met een instelling waar Oranje-Rood er wel eentje van kan gebruiken. ‘Dit is gewoon een aanvaller die ervan geniet om gaten te trekken voor anderen, zeker voor iemand als Timm Herzbruch. Daar wordt hij oprecht blij van’, zegt Schlingemann vaderlijk over Brock. En uitblinken deed Herzbruch, met twee dodelijke rushes om in te lijsten en nooit meer te vergeten.

Herzbruch is bij Uhlenhorst de absolute ster. Dat is hij nog niet in het Duitse nationale team. Schlingemann: ‘Herzbruch heeft daar een andere rol. Bij ons krijgt hij alle vrijheid die hij nodig heeft. In mijn ogen is hij misschien wel de beste speler van de wereld. Maar dat is toch logisch als coach, dat je jouw spelers de allerbeste vindt? ’

Schlingemann houdt van zijn spelers, zoveel is duidelijk. In de catacomben van het clubhuis in Eindhoven volgt bij veel spelers en ook bij de tegenstanders een aanraking, een praatje of de belofte om zo even bij te praten. ‘Ik vind ook dat dat moet. Zo ben ik. Je moet je team als jouw jongens zien. Zorgen dat ze zich allemaal prettig voelen.’

Timm Herzbruch viert een van zijn twee magistrale goals, tegen Oranje-Rood. Foto: Frank Uijlenbroek/Worldsportpics

Een carriere in het coachen stond niet in de planning

Dat de kleine Schlingemann, met een Nederlandse moeder en Syrische vader, ooit hoofdcoach zou zijn van een Duitse hockeygrootmacht, stond niet in de sterren geschreven. Zelf was hij ooit keeper bij Maarn in de Tweede Klasse. Dat is het hoogste niveau wat hij speelde. Hij ging studeren in Amsterdam, werd lid van het studentencorps en leerde daar wat hockeysters kennen van Hurley.

Voordat hij het wist werd hij gevraagd of hij een keer wilde langskomen bij Hurley Dames 2. Daarna of hij ze misschien kon coachen. Het was een aanbieding waar hij geen nee tegen kon zeggen. ‘Bij Hurley zeiden ze dat ik dertig gulden per uur kon verdienen. Het waren allemaal mooie meisjes, dus ik zei snel ja.’

Vanaf toen ging het hard met de carrière van Schlingemann. Hij werd gevraagd voor HIC Dames 1, een half seizoen later verkaste hij al naar HIC Heren 1. Hij promoveerde met dat team naar de Overgangsklasse en bleef daar vier jaar. Schlingemann was assistent bij de hockeyers van Laren, eerst bij Rob Bianchi, daarna twee jaar onder de vleugels van Roelant Oltmans. Hij was assistent van Albert Kees Manenschijn bij Nederlands Jongens A. HIC belde hem na al die jaren weer op, toen Heren 1 weer was gedegradeerd. Met Schlingemann aan het roer promoveerde HIC weer terug naar de Overgangsklasse.

Bij Hurley zeiden ze dat ik dertig gulden per uur kon verdienen. Het waren allemaal mooie meisjes, dus ik zei snel ja Omar Schlingemann

Manenschijn is nu coach van de hockeyers van Rotterdam. Oltmans is bondscoach van Maleisië. Bianchi is na een lange carrière als hockeycoach nu met pensioen. Met veel respect praat Schlingemann over zijn drie leermeesters. ‘Manenschijn is een vakman. Als mens geweldig en als tacticus fantastisch. Met zo’n diepe kennis en knowhow van het spel. Roelant Oltmans, dat is de grootste strateeg die er rondloopt. Zo knap hoe hij de strategie voor een team uitstippelt en helemaal uitwerkt, ongelofelijk. Van Bianchi heb ik geleerd hoe je goed met mensen omgaat. Hoe je een arm om je spelers slaat en je team toespreekt voor de wedstrijd.’

Omar Schlingemann druk aan het coachen tegen Oranje-Rood in de KO16. Foto: Frank Uijlenbroek/Worldsportpics

En toen belde Uhlenhorst…

Toen Schlingemann in 2013 naar Duitsland ging, omdat hem een baan was aangeboden bij Natsu Foods als exportmanager, leek zijn carrière als hockeycoach voorbij. Toen belde Schwarz Weiss Nauss, een team dat onderin de Bundesliga stond. Zij hadden de coach ontslagen. Of de Nederlander tijdelijk zijn werk kon overnemen. Het was eigenlijk een kansloze missie, dacht Schlingemann. Inderdaad degradeerde het team, maar met de nieuwe coach promoveerden de hockeyers het jaar erop ook meteen weer naar de hoogste divisie van Duitsland. Ondertussen bleef het bedrijf waar hij werkte groeien, waardoor hij toch maar weer stopte als hockeycoach.

En toen belde Uhlenhorst.

Uhlenhorst, de recordkampioen van Duitsland met toen zestien landstitels. Een aantal spelers hadden de naam van Omar Schlingemann laten vallen. Of de club niet met hem kon praten. Toen moest de Nederlander keuzes maken.

‘Als zij bellen, wijs je ze niet af. Uhlenhorst is een Europese grootmacht. Maar ik moest wel met mijn werkgever overleggen. Die vertelde me dat ik ervoor moest gaan. Nu ben ik veel minder gaan werken bij Natsu Foods en coach ik mijn derde seizoen bij de club. In mijn tweede seizoen wonnen we de landstitel en de Europacup in de zaal. Bij het Performance Centre in Essen waar Uhlenhorst onder medische en atletische begeleiding staat ben ik ingestapt als partner.’

Schlingemann is zelf misschien wel het meest verbaasd over het grote succes dat hij haalde bij Uhelnhorst, hoewel hij moet toegeven dat hij met elk team dat hij coachte ooit kampioen werd. Hockeycoach zijn is geen carrière die hij actief nastreefde, maar op zijn pad kwam. ‘Ik heb geen geheim als coach. Ik had dit nooit verwacht. Ik had wel gehoopt dat ik ooit op topniveau een kans zou krijgen, dus toen ik deze kans kreeg ben ik daar geconcentreerd mee omgegaan’, vertelt de openhartige Schlingemann.

‘Als coach denk ik in ieder geval niet dat ik beter weet wat een speler moet doen dan de speler zelf. Ik zeg altijd: je kunt het hebben over tactiek of strategie. Tactiek is: hoe staan we? Terwijl de spelers dat zelf het beste weten in het veld. Wij brengen ze bij: waarom maak je welke keuze in het veld? Wat is de strategie daarachter?’

Hij prijst ook zijn assistenten Johannes Schmitz en Jonas Termijtelen. De Duitser Schmitz is een oud-speler van het team, die vooral heel sterk is in het technische gedeelte, als rechterhand van Schlingemann. De Nederlander Termijtelen – Schlingemann: ‘Prachtvent!’ – is verantwoordelijk voor de aanvallende en verdedigende strafcorners.

Omar Scnlingemann in actie tijdens de mislukte missie in Rotterdam in 2018. Hier tegen Racing Club de France. Foto: Frank Uijlenbroek/Worldsportpics

De wake-up call kwam voor Uhlenhorst tijdens de EHL in Rotterdam, 2018

Uhlenhorst is nog steeds de club van die negen Europese titels, van 1988 tot 1996. Die spelers van toen, zoals Carsten Fischer, Andreas Becker en Dirk Brinkmann zijn nog steeds elke woensdag op de club. Maar wat de club ook probeerde, de grote tijden leken ver achter zich. Toen Uhlenhorst vorig jaar met liefst 13-1 (wel met puntentelling waarbij een velddoelpunt dubbel telde) van Rotterdam verloor in de KO8 van de EHL, was dat eigenlijk de wake-up call die de club en het team nodig hadden. De Nederlandse coach zag zijn team ook echt opgeven tijdens de wedstrijd, iets dat juist niet in het karakter van de club past.

Het leerde dat het team anders moest leren spelen en weer vooral weer harder moest werken. Dé wake-up call was het verbeteren van het tempo van omschakelen en de counters van de tegenstanders beter controleren en in de opbouw meer zekerheden inbouwen.

Schlingemann: ‘Om succesvol te zijn met Uhlenhorst moesten we de spelers in balbezit meer vrijheid geven binnen een duidelijk strategisch plan en we moesten flexibeler worden in onze opvatting over hoe hockey gespeeld wordt. De ploeg moest in plaats van alleen maar uitvoeren zelf mee gaan denken. Daarvoor heeft een ploeg vrijheid, duidelijkheid en vertrouwen nodig. We moesten de snelheid van denken en beslissen stimuleren.’

Daardoor won Uhlenhorst volgens Schlingemann juist voor het eerst in 21 jaar de landstitel. Op drie spelers na komt iedereen uit de eigen jeugdopleiding van de club, vertelt de coach.

Het verdriet van Joep de Mol na de mokerslag, de uitschakeling in de KO15 op eigen veld tegen Uhlenhorst. Foto: Frank Uijlenbroek/Worldsportpics

Uhlenhorst dompelde heel Eindhoven in diepe rouw

De confrontatie met Oranje-Rood was niet alleen voor de thuisclub een wedstrijd van groot belang, omdat de Eindhovense club de gastheer is van de EHL. Voor Uhlenhorst was het tijd voor revanche van het debacle in Rotterdam, een manier om weer langzaam richting de oude glorietijd te kruipen en de naam eer aan te doen als Europese grootmacht. De 2-3 zege in een spannend treffen, beslist door sterspeler Herzbruch, benadrukt die progressie van Uhlenhorst. Ook al dompelde dat heel Eindhoven en de organisatie van de EHL in diepe rouw.

Schlingemann: ‘Ik heb de wedstrijd teruggekeken. Het was echt een goede wedstrijd. Dit hadden wij nodig. De bevestiging dat wij het tegen echte buitenlandse topploegen ook kunnen doen. Kijk, in Duitsland spelen teams vaak hetzelfde. De bal is op de kop van de cirkel, de rest van het team staat in de mandekking en er wordt opgebouwd. Duitsland is echt een opbouwland. Nederland is meer een counterland. Wij moesten tegen Oranje-Rood echt anders spelen. Daarom bouwden we meer zekerheid in onze eigen opbouw en speelden we met een versterkt middenveld. Ik vind de spelers die Oranje-Rood heeft ongelofelijk goed, Bob de Voogd woensdag in het bijzonder. Zo knap wat hij liet zien. Je kunt alleen zeggen dat Oranje-Rood misschien wat voorspelbaar speelt. Je weet precies wat ze gaan doen als ze op voorsprong komen, dan schuiven bepaalde spelers een linie terug. Als zij op snelheid komen, zijn ze ook niet te verdedigen, maar dat hebben we toch goed afgestopt. Ik ben daar heel trots op.’

Zaterdagochtend speelt Uhlenhorst Mülheim de kwartfinale van de EHL tegen de landgenoten van Mannheim, die leunen op hun Argentijnse kanon Gonzalo Peillat. ‘Dat wordt lekker de hele wedstrijd Duits flatsen’, zegt Schlingemann met gevoel voor zelfspot. Nu de Nederlander een groot succesnummer is in Duitsland, kijkt hij dan nog verder? Ja. De tijd dat hij als student pardoes Hurley Dames 2 ging coachen, omdat het wat geld opleverde en de vrouwen mooi waren, is letterlijk een half leven geleden. Nu stroomt het coachen door zijn bloed. Het is zijn vak geworden. ‘Een keer een nationale ploeg coachen. Dat zou wel echt prachtig zijn.’

 


2 Reacties

  1. luchtisblauwgrasisgroen

    Mooi interview! Dit is een winnaars mentaliteit.

  2. lize

    Spelers willen graag winnen als de coach gezellig,binding heeft met de spelers is ,klaar,voor de rest zeggen ze bijna allemaal hetzelfde alleen met verschillende woorden ?!


Wat vind jij? Praat mee...