Jeroen Hertzberger: ‘Ik kreeg weinig mee van de burgeroorlog’
Jeroen Hertzberger is de volgende in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin internationals openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. Jeroen, die zijn vriendin Manu onlangs ten huwelijk heeft gevraagd, woonde een groot deel van zijn jeugd niet in Nederland, maar in het buitenland. Hij woonde zelfs in een oorlogsgebied.
Plotseling vliegt er een steen door de ruit. De glasscherven kletteren op de grond. Het is midden in de nacht, Jeroen is 5 jaar oud. Samen met zijn ouders, zijn 2 oudere broers en zijn oudere zus woont hij in Kinshasa, de hoofdstad van Congo. In Congo wordt een bloederige burgeroorlog uitgevochten. Burgers komen in opstand, rennen de straat op, plunderen winkels en huizen.
‘Die steen was het moment dat mijn ouders dachten: we moeten weg hier. Het moment zelf kan ik me niet herinneren. Ik heb sowieso weinig meegekregen van die tijd. Ik was 5 jaar; ik had geen flauw idee wat een burgeroorlog was. Mijn ouders hebben me daar ver vandaan gehouden. Ze hebben op het moment zelf ook niet tegen me gezegd wat de ware reden was dat we terug naar Nederland gingen.’
Wereldburger
Jeroen wordt geboren in Rotterdam. Vanwege het werk van zijn vader bij Unilever brengt hij een groot deel van zijn jeugd in het buitenland door. Na het avontuur in Congo verblijft de familie Hertzberger tijdelijk weer in Nederland, waarna het naar Boedapest in Hongarije verhuist en tot slot in Wenen in Oostenrijk woont.
‘Ik ben mijn ouders dankbaar dat ik in mijn jeugd andere culturen heb leren kennen. Ik zat op school met 10 verschillende nationaliteiten. In mijn vriendengroep zat een Rus, een Mexicaan, een Hongaar, een Nigeriaan en een Amerikaan. Ik kwam bij hen allemaal thuis. Overal was een andere cultuur. Bij de een mocht je je schoenen aanhouden, bij de ander moest je ze uittrekken. Overal hoorde je andere muziek, of kreeg je ander soort eten. Dat vond ik prachtig. Ik denk dat het goed is om een deel van de rest van de wereld te zien. Als ik na mijn hockeycarrière de kans krijg om in het buitenland te gaan werken, zou ik dat zéker doen. Absoluut.’
Voetbal of hockey?
In Hongarije gaat Jeroen voor het eerst sporten. In het begin voetbalt hij vooral. Ook speelt hij iedere zaterdag, op een betonnen veld weliswaar, een potje hockey. In Oostenrijk pakt hij het serieuzer aan. Daar wordt hij lid van een hockeyvereniging. Toch blijft hij ook voetballen; en niet onverdienstelijk ook. Jeroen doorloopt de selectietrainingen van de B1 van Austria Wien, één van de grootste profclubs van Oostenrijk. Vanaf dat moment is de keuze tussen de 2 sporten onvermijdelijk: wordt het voetbal of hockey? Hij is op dat moment 16 jaar.
‘Mijn moeder zei: wat wil je? Ik zei: ik wil in grote stadions spelen en voor het Nederlands elftal uitkomen. Ik achtte de kans groter dat ik dat in het hockey zou bereiken. Alleen: hockey stelt in Oostenrijk niks voor. In het hele land spelen maar 2000 man hockey. Ter vergelijking: Rotterdam heeft al 2400 leden. Omdat het beter voor mijn ontwikkeling zou zijn, ben ik terug naar Nederland gegaan. Sindsdien heb ik nooit meer in teamverband gevoetbald. Ik weet niet of ik als voetballer de top gehaald zou hebben. Dat kun je nooit zeggen. Het enige wat je kunt zeggen is dat ik in het hockey de juiste mentaliteit heb gehad om de top te halen. Die mentaliteit zou ik in het voetbal dus waarschijnlijk ook hebben gehad. Maar of mijn techniek goed genoeg zou zijn geweest? Of ik genoeg inzicht zou hebben gehad? We zullen het nooit weten.’
Commerciële Economie
Eenmaal terug in Nederland houdt Jeroen zich niet alleen met hockey bezig. Hij gaat natuurlijk ook naar school. Na het behalen van zijn VWO-diploma studeert hij Commerciële Economie. ‘Hockeyers hebben vaak iets achter de hand als het niet lukt met hun sportcarrière. Maar profvoetballers? Als zij mislukken, weet ik nooit wat er van hen terecht komt.’
‘Dat is niet kortzichtig bedoeld, maar het is nu eenmaal zo dat voetballers gemiddeld minder hoog opgeleid zijn dan hockeyers. Dat is jammer, want voetballers van Feyenoord stoppen er echt niet meer uren in dan wij. Jongens in Rotterdam Heren 1 die te lui zijn om te studeren, probeer ik altijd aan te sporen om dat toch te gaan doen. Al doe je 8 jaar over een studie, maar begin er in ieder geval aan. Het is naïef om te denken dat je met een hockeysalaris nooit meer hoeft te werken na je 32e.’
Eigen bedrijf: Thundersports
Dat is ook precies de reden dat Jeroen in 2011 zijn eigen bedrijf heeft opgericht: Thundersports. Hij verkoopt thermosport– en –onderkleding in meerdere landen van Europa. ‘Ik zou niet fulltime alleen met hockey bezig willen zijn. Vandaar dat ik Thundersports heb opgericht. De markt van de sportkleding wordt natuurlijk voor een groot deel gedomineerd door Nike en Adidas. Daarom heb ik eens nagedacht over welk product ik in de markt wilde zetten. Op een gegeven moment kwam ik bij onderkleding uit. Niks nieuws, maar ik was van mening dat het beter kon, én goedkoper.’
‘Het gaat goed met Thundersports. Ik huur mensen in, bijvoorbeeld voor de social media en voor de website. Als ik in het buitenland ben, en dat ben ik met Oranje vaak, moet het bedrijf natuurlijk blijven draaien. Inmiddels ben ik zo’n jaar of 4 bezig, maar ik werk er maar de helft van de week aan. Eigenlijk ben ik dus nog maar 2 jaar bezig. Ik neem de tijd om aan mijn merk te bouwen. Ik hockey nu nog; daar verdien ik mijn boterham mee. Straks, als ik gestopt ben, moet mijn bedrijf pas mijn voornaamste bron van inkomsten worden.’
Foto van zijn vader
Jeroen is vooral zijn vader erg dankbaar voor wat hij allemaal heeft kunnen bereiken. Hij heeft thuis een grote, ingelijste foto van hem aan de muur hangen. ‘Mijn pa is mijn held. Hij heeft altijd hard gewerkt, is altijd zijn droom achterna gegaan. Hij heeft ons de kans gegeven om onszelf perfect te ontwikkelen. Ik geloof erin dat een goede opvoeding je vormt als mens. Kleine dingetjes zoals respect voor anderen, heb ik van hem geleerd. Ik heb mijn vader altijd de deur open zien houden voor mijn moeder. En ik heb hem altijd zien helpen met het aandoen van haar jas. Dat doe ik ook altijd bij mijn vriendin, Manu. Sommige mensen vinden dat ouderwets, maar ik vind het juist leuk.’
Jeroen, de romanticus
Net als zijn vader is Jeroen dus een romanticus. ‘Ik denk dat ik 100 tot 120 dagen per jaar in het buitenland ben. Daarom probeer ik mijn vriendin af en toe te verrassen. Tijdens Sinterklaas waren wij met het Nederlands team in India. Toen heb ik met een collega van Manu geregeld dat er op haar bureau wat kruidnootjes en een envelop lagen. Die waren van de sint. Leuk toch? Iedereen zegt altijd: het is makkelijker gezegd dan gedaan, maar dit was echt makkelijker gedaan dan gezegd.’
Huwelijksaanzoek
En dat is niet de enige keer dat Jeroen Manu onlangs heeft verrast. De twee tortelduifjes, die elkaar op HC Rotterdam ontmoet hebben, gaan namelijk trouwen. ‘Toen we in januari met Oranje in Argentinië waren, dacht ik: dit is ‘r. Ik heb in Argentinië een ring voor haar gekocht en in Nederland heb ik haar vader om toestemming gevraagd. Vervolgens ben ik met Manu naar de Alpen gegaan, op wintersport, samen met onze hond Boef.’
‘Het was in Lech, een idyllisch, authentiek, bergdorpje in Oostenrijk, tussen de bomen. Het sneeuwde, dus dat maakte het nog eens extra romantisch. Daar heb ik haar ten huwelijk gevraagd. Gelukkig zei ze ja. Buiten het feit dat ze heel lief en heel knap is, is ze zorgzaam en heeft ze haar eigen mening. Dat vind ik de perfecte combinatie. Manu is de liefde van mijn leven.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.