Thierry Brinkman, de koning van de assist op ’t Kopje

Waar vind je ze nog? Spelers die na een gewonnen topper ontevreden zijn na afloop. Thierry Brinkman stapte zondagmiddag met een dubbel gevoel van het veld aan de Roggewoning. Bloemendaal had zojuist HGC in een aantrekkelijke kraker met 2-3 verslagen dankzij drie strafcornergoals van Tim Swaen. De titelverdediger gaat daardoor ongeslagen fier aan kop in de Hoofdklasse Heren. Toch was er zondag geen hosanna bij de Mussen. ‘Het ging gewoon stroef’, analyseerde Brinkman. ‘Dat vind ik zonde.’

De clash tegen HGC was niet zíjn wedstrijd. Typerend was het moment vlak voor rust, waarbij Brinkman over de linkerflank versnelde en Florian Fuchs in stelling probeerde te brengen. De bal werd door de defensie van HGC onderschept voordat de Duitser eraan te pas kwam. Weg kans.

Een scheldkanonnade uit de mond van Brinkman was het gevolg. De international ging direct daarna naar de kant en sloeg zijn stick tegen de dug-out. ‘Het was gewoon typisch’, zei Brinkman over die actie. ‘Het vrijlopen, de timing, de miscommunicatie… Nee, het liep gewoon niet. Dat frustreerde me en zorgde voor een kleine uitbarsting.’

Machine

Wie een wedstrijd van Bloemendaal bezoekt zal de succesformatie omschrijven als een ‘geoliede machine’. De ploeg van Michel van den Heuvel hoeft niet groots te spelen om wedstrijden te winnen. Ook niet in toppers, dat bewees de koploper zondag eens ter meer. De ploeg maakt mede daardoor het predicaat ‘titelfavoriet’ meer dan waar dit seizoen. Loopt het aanvalsspel niet optimaal, dan heeft Bloemendaal altijd nog de strafcorner van Swaen – die met de week alsmaar beter lijkt te worden.

Tim Swaen scoorde dit seizoen al 18 keer (16 strafcorners, 2 strafballen). Foto: Koen Suyk

Liefst 23 strafcornergoals (waarvan 16 via de stick van Swaen) scoorde de titelfavoriet dit jaar in de competitie. Nog indrukwekkender zijn het aantal velddoelpunten (28) in de eerste vijftien wedstrijden van dit seizoen. Roel Bovendeert was met 12 veldgoals verantwoordelijk voor bijna de helft van dat aantal.

De perfecte eindpass

De spits wordt op ’t Kopje geroemd om zijn goals, maar hij moet vanzelfsprekend ook bediend worden. En dat is voornamelijk het werk van Brinkman. Bij de helft van het aantal doelpunten van Bovendeert was Brinkman direct betrokken. ‘Ik heb met Boof een prima lijntje, hij heeft een geweldige tip. Maar die klik is er ook bij de andere jongens. We zijn met elkaar bezig om het aanvalsspel zo effectief mogelijk te maken. Daar horen doelpunten bij, strafcorners, maar ook zeker assists.’

Het powerkoppel van Bloemendaal: Roel Bovendeert en Thierry Brinkman. Foto: Koen Suyk. Graphic: Anna Hak

Brinkman is naast een aanvaller met explosieve sprints, geweldige techniek en perfecte looplijnen dit jaar de Koning van de assist bij de Mussen. Het aantal assists van de kleine rappe aanvaller zijn niet meer op twee handen te tellen. Zijn eigen doelpuntenproductie is ten opzichte van de afgelopen jaren ietwat teruggelopen.

Steeds nadrukkelijker meldt de 24-jarige international zich voor de perfecte eindpass. ‘Als je het statistisch gaat bekijken ben ik inderdaad meer een man van de assists dan van de doelpunten’, zegt Brinkman daarover. ‘Het is niet dat ik ervoor leef, maar het zit wel in mijn natuur.’

De perfecte assist is een hard geslagen voorzet uit de loop die wordt binnengegleden Thierry Brinkman

Sommige spitsen voelen vlak voordat de bal in het net vliegt dat het een doelpunt gaat worden. Brinkman kent datzelfde gevoel bij het geven van een assist. ‘Ik voel het wanneer de bal van mijn stick gaat. We trainen er natuurlijk veel op. Het is een stukje gevoel met elkaar. De loopacties daarin zijn erg belangrijk, net als de timing. Dat bouw je ook op door jarenlang met elkaar te spelen. De perfecte assist is een hard geslagen voorzet uit de loop die wordt binnengegleden. Die vliegen er altijd geweldig in. Dat zijn de allermooiste.’

Thierry Brinkman tijdens de topper tegen HGC (2-3 winst). Foto: Orange Pictures / Rene van Dam

‘Nu wel klaar voor Spelen’

Nog nooit kreeg Brinkman de kans om zijn kunststukje op het aller- allerhoogste niveau, de Olympische Spelen, te vertonen. Bondscoach Max Caldas liet hem in 2016 afvallen voor de Spelen van Rio. Het vreet niet aan Brinkman. ‘Ik vond zelf ook dat ik niet goed genoeg was’, zo luidt zijn eigen conclusie.

Sinds het EK 2017 in eigen land zit Brinkman onafgebroken bij Oranje. Zijn eerste Olympische Spelen, komende zomer in Tokio, lijkt dan ook een zekerheidje. Toch waant de behendige aanvaller zich allerminst zeker van de olympische selectie. ‘Niemand is zeker, ook ik niet. Dat ik er lang bij zit is een gegeven, maar meer ook niet. Tijdens Rio was ik er nog niet klaar voor. Als ik het mag zeggen ben ik dat voor mijn gevoel nu wel.’


1 Reactie

  1. stekel

    Leuk verhaal. Prima


Wat vind jij? Praat mee...