In de rubriek Oranje Franje belichten we opvallende en niet-alledaagse gebeurtenissen rond de vele interlands van de beide Oranje-teams. In de derde aflevering gaan we terug naar 1948. Toen linksbuiten Dick Esser niet alleen achter de stuurknuppel zat voor de allereerste vliegreis van Oranje naar Wales, maar daarna ook uitblonk in de 2-8 overwinning.
In 1948 maken de Oranje Heren voor de 44ste keer een reis naar het buitenland, voor een interland. Het is het moment voor 16-voudig international Dick Esser om op alle mogelijke manieren uit te blinken.
Wat de vliegreis naar Bristol echt speciaal maakt, is dat Oranje’s linksbuiten Esser samen met gezagvoerder Hans Plesman het vliegtuig bestuurt. Esser zat in de oorlogsjaren bij de Koninklijke Nederlands-Indische Luchtmacht (KNIL) en werd daarna gezagvoerder en vlieginstructeur bij de KLM. Hij zal in de jaren die volgen nog vaker zelf als piloot de nationale ploeg overvliegen naar een overzeese bestemming.
In Weston-super-Mare in Wales speelt Oranje een van zijn beste wedstrijden tot dan toe. De ploeg wervelt als nooit tevoren en verslaat de Welshmen met duidelijke cijfers: 2-8, op dat moment de op één na grootste zege in de prille Oranje-historie. Het trio Dick Esser, Roepie Kruize en Dick Loggere is de drijvende kracht van het elftal, maar van hen beleeft Esser zijn finest hour. De pijlsnelle linksbuiten bereidt vijf van de acht Oranje-treffers voor, is de hele wedstrijd een plaaggeest voor de Welshe defensie en etaleert keer op keer zijn jaloersmakende techniek.
Hoogvlieger
Het Algemeen Handelsblad omschrijft het optreden van Esser als volgt: ‘Op waarlijk virtuoze en phenomenale wijze passeerde Esser zijn tegenstanders met een kunstige wending van zijn stick of een razendsnelle run, waarbij hij de controle op de bal behield. De Nederlandse voetballer Jan de Natris, ook linksbuiten, werd ooit door een karikaturist afgebeeld met de bal aan een touwtje. Precies zo zou je Esser kunnen schetsen met de kleine witte bal op het puntje van zijn stick bevestigd.’
Ook de Britse journalisten maken gretig melding van zoveel hockeyschoonheid en bedenken – gevat als ze zijn – dé perfecte bijnaam voor Esser. Zelden zal een hockeyer zo treffend zijn getypeerd: een hoogvlieger, vanwege zijn hockeyintelligentie en snelheid simpelweg ongrijpbaar voor zijn tegenstander. ‘The Flying Dutchman‘ is wel voor meerdere Nederlandse sporters ooit als bijnaam gekozen, maar het betekende zeker niet dat de topsporter zelf ook vliegtuigen bestuurde.
Historie buitenlandreizen
In de eerste 22 jaar dat de Oranje Heren actief zijn in het interlandhockey, heeft de ploeg al 43 keer een buitenlandse reis ondernomen. Tot dan toe ging dat altijd per trein, boot, bus of auto en lagen de bestemmingen in België (twintig interlands), Duitsland (elf), Engeland (drie), Frankrijk (vier), Spanje (drie), Denemarken (één) en Zwitserland (één).
Maart 1948 stond de Nederlandse hockeymannen een unieke reis te wachten met een interland in en tegen Wales. Niet alleen was de tegenstander en het land van bestemming nieuw, ook de manier van reizen was bijzonder: voor het eerst stapte de selectie in een vliegtuig voor een hockeywedstrijd. Vanaf Schiphol vloog Dick Esser naar het Engelse Bristol, om vervolgens met de bus door te rijden naar de Welshe badplaats en speelstad Weston-super-Mare. 1948 betekende de geboorte van ‘The Flying Dutchman‘ van het hockey.
Lees hier de eerdere afleveringen in deze rubriek
Oranje Franje: bierdrinkende scheidsrechters blunderen erop los
Oranje Franje: hockeyen in een modderlaag van tien centimeter
1 Reactie
aussiepie
Dick als links binnen en samen met Wim van Beaumont een gevaar voor menig internationaal team.Dat waren de tijden van HHIJC en TOGO sferen waar iedereen jaloers op was .Anjema,Drijver,kruize en bromberg etc etc