Corona prikt plannen blaashal van Tilburg en Laren door

Een streep door het zaalhockey en door de midwintercompetitie, zo liet de KNHB woensdagmiddag weten. Een teleurstelling voor clubs, vooral die met een blaashal. Zo is begin deze maand de dome bij Rotterdam opgebouwd en hadden Tilburg en Laren de blaashal nog staan. Wat doen die clubs nu? 

Bij Tilburg staat de blaashal al een jaar opgetuigd. In maart zou de Brabantse dome eigenlijk afgebouwd worden, maar door de lockdown toen vanwege het coronavirus, is dat nooit gebeurd. Dus prijkt de hal al sinds november 2019 op het veld. Niet erg, dacht de vereniging. Hoewel de veldplanning nog strakker moest dan normaal, besloot de club de hal te laten staan tot de volgende winter. Dat scheelde dan immers weer op- en afbouwkosten. Niets bleek woensdagavond minder waar.

‘We hadden meer dan duizend aanmeldingen voor de zaal’, vertelt Rob Kluyt, voorzitter van Tilburg. Stiekem werd er ook op de zaalcontributie gerekend. Ook dat loopt de club – die begin dit jaar als een van de eerste verengingen aangaf hun trainers niet meer te kunnen betalen – nu mis. ‘Het is klap op klap. Ik ben echt bezig met: hoe houden we ons hockeybedrijf draaiende.’ 

Blaashal bleef bij Tilburg en Laren heel 2020 omhoog

Het opmerkelijke verhaal van Tilburg, is ook bij Laren herkenbaar. Zij hebben hun blaashal sinds seizoen 2017-2018 op een veld staan, speciaal daarvoor aangelegd. Daarom was de club als een van de laatsten aan de beurt bij de afbouw, eind maart. Het zou immers voor de veldbezetting niks uitmaken. En ook daar stond – vanwege de lockdown – de blaashal heel 2020 omhoog. 

‘Het grote voordeel is dat wij nooit hebben hoeven twijfelen of we ‘m wel of niet zouden opzetten’, zegt Stijn Eijkman, bestuurslid van Laren en onder meer verantwoordelijk voor het zaalhockey. Alleen de sportvloer is verwijderd. De Gooische club koos een tijd terug dan ook voor het zaalhockey en niet voor de midwinter competitie. Maar het verschil tussen Laren en Tilburg is wel groot: Tilburg gaat de eigen blaashal deze winter niet gebruiken, maar Laren wel. 

‘We hebben lang getwijfeld om misschien toch een interne zaalcompetitie te houden, maar daar zien we toch vanaf. We hebben besloten de zaal niet te gebruiken en buiten te blijven trainen’, legt Kluyt uit. Dat heeft verschillende redenen, waaronder de financiën. De zaal moet namelijk verwarmd en verlicht worden – soms zelfs zo extreem, door naast de verlichting in de ruimte zelf, ook de veldverlichting aan te zetten. Een behoorlijke kostenpost dus.

‘We pakken nu onze pijn’, gaat Kluyt verder. ‘Als 9 januari de veldcompetitie inderdaad weer start, vinden we het niet handig om de zaal in te gaan. We gaan echt uit van veldhockey in januari. Als we nu toch zaaltrainingen aanbieden loopt dat parallel met elkaar. Dat is ook niet goed voor de belastbaarheid. Een ding is zeker: wij hopen hier op een zachte winter.’ 

De blaashal van Rotterdam.

Laren de zaal in, Tilburg niet

Bij Laren kiezen ze wel voor indoortrainingen. Of een interne competitie. Als het aan Eijkman ligt zelfs een ‘blaashallencompetitie’ als wedstrijden met andere clubs weer toegestaan zijn. ‘De hal staat, dus we gaan ‘m gebruiken. Een voordeel is dat we met slecht weer kunnen blijven trainen. Misschien kunnen we als de regels het toelaten iets organiseren met clubs als Deventer en Rotterdam, waar ook een blaashal staat. Dat lijkt me een leuke optie.’ Daarvoor heeft de club wel wat geld nodig en is het daarom van plan de leden die de zaal willen gebruiken, toch een soort van contributie te gebruiken. Wat dat bedrag wordt, weet Eijkman nog niet. 

Wat hij wel weet, is dat hij ook in 2022 de Europa Cup Zaal weer wil organiseren. ‘Het draaiboek ligt al klaar. Het is zonde dat het niet door kan gaan, maar het was te verwachten. We willen er een mooi evenement van maken samen met Amsterdam.’

De Tilburgse hockeydome zal de komende maand alsnog afgebroken worden. De club houdt voor hun jeugd een eigen interne competitie die door ouders thuis te volgen zijn via livestreams. Kluyt: ‘We gaan door met onze interne buitencompetitie. De zaal is een zuur verhaal, maar ik tel de dagen af tot 9 januari.’