Willemijn Bos is de volgende Oranje Dame in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin internationals openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. Willemijn miste de Olympische Spelen in London door een blessure. Hoe kijkt de verdedigster van Laren en Oranje – bijna 4 jaar later – terug op die periode?
Een gebeurtenis die een grote weerslag heeft gehad op het hockeyleven van Willemijn, is het missen van de Olympische Spelen in Londen. ‘Slechts 2 dagen voor het begin scheurde ik mijn kruisbanden. Dat heeft wel impact gehad. Nu kan ik er 99 procent van de tijd vrede mee hebben. Maar op dat moment was ik natuurlijk heel verdrietig.’
Ondanks die teleurstelling om na maanden voorbereiding op het allerlaatste moment te beseffen ‘geen Spelen voor mij’, raapte Willemijn de moed bij elkaar. ‘Ik ben er toen wel naartoe gegaan. Met mijn familie. Natuurlijk is het heel anders. Daar heb ik dingen gedaan die ik anders niet had meegemaakt. Ik heb het beleefd zoals mijn familie die weken zonder mij zouden hebben doorgebracht: we gingen samen uit eten, dat soort leuke dingen. Het komt niet meer zo vaak voor dat wij met z’n allen op vakantie zijn, dus dan merk je dat dát toch ook wel heel bijzonder is.’
Die Olympische Spelen zouden voor Willemijn haar eerste spelen worden. Het team won – voor de 2e achtereenvolgende keer – goud. En ze was er dus bij… ‘Ik was gewoon echt trots op ze. En ik was op de tribune bloednerveus. Nog zenuwachtiger dan de meiden op het veld. Ik gunde hun echt alles!’
En toen barstte het feest los. ‘Ik ben wel mee geweest naar het Holland House. En naar die huldiging enzo. Maar daarna had ik wel zoiets van: ‘Nu is het van jullie.’ Je hoort er wel bij maar op dat moment was het voor mij wel genoeg. Dan is het een confrontatie met wat je zelf niet hebt. Ik dacht ‘ik ga naar huis, tijd om met mijn familie te zijn.’
Confrontatie
Vorige zomer keerde Willemijn terug naar de plek waar haar Olympische droom uiteen spatte. De Oranje Dames speelden het EK, op steenworp afstand van het Olympisch stadion van Londen. ‘Vanuit de hotelkamer keek ik precies op de plek waar ik toen het Olympisch dorp verliet. Dat was wel een confrontatie. Ik ben met Santi Freixa (toenmalig assistent-bondscoach, red.) door het dorp gelopen – of wat er nog van over was. We liepen langs plekken die ik nog kende van toen. Daar was het medisch centrum, dáár de eetzaal. En langs de plek van het hek waar ik door wegging. Toen was het goed. Afgesloten.’
Nu is het 4 jaar later. ‘De ervaring van toen heeft wel invloed op mijn huidige weg naar de Olympische Spelen. Het is voor mij niet meer of minder bijzonder dan voor iemand anders. Maar het is wel mijn doel om naar Rio te gaan. Daar moet dit jaar wel alles voor aan de kant. Maar: ook al ga ik straks wél, dan betekent dat nog niet dat – los van wat er in Rio gebeurt – dat Londen daarmee is goedgemaakt. Het verdriet van toen gaat niet meer weg.’
Strafrecht
We stappen met Willemijn van het hockeyveld om haar maatschappelijke loopbaan onder de loep te nemen. In dit Olympisch jaar staat die momenteel op een laag pitje, maar de weg naar ‘later’ heeft Willemijn al ingezet. ‘Tot vorig jaar mei werkte ik op een advocatenkantoor als juridisch medewerker. Dat vond ik heel leuk. Ik werd er echt in het diepe gegooid. Kreeg meteen een dossier op mijn bureau: ‘Kijk maar wat je ervan kunt maken.’
‘Ik wil de opleiding tot strafrechtadvocaat doen. Mensen zeggen: ‘Je kunt toch niet een schuldig persoon verdedigen?’ Dit snap ik wel, maar ik kijk er anders naar. Je kijkt hoe de bewijsmiddelen tot stand zijn gekomen. Is dat op een manier gebeurd die is toegestaan? En volgt uit deze bewijsmiddelen dat de verdachte een bepaald strafbaar feit heeft gepleegd.
Ik heb op dat kantoor dingen gezien waar ik heel graag wat mee wil. Ik vond de zaken, het contact met cliënten, eigenlijk het spel dat je aan het spelen bent, heel leuk. Het is een puzzel waar je continu mee bezig bent; zoeken naar de ontbrekende stukjes…
Chaotisch
Het zoeken en inpassen van puzzelstukjes vergt nauwkeurigheid en precisie. Is Willemijn ook zo in het dagelijks leven? ‘Dat niet, ik ben heel chaotisch. Afgelopen zomer bijvoorbeeld ging ik samen met mijn vriend op vakantie. Ik dacht dat ik een appartement had geboekt in een bepaald dorp in Portugal. Toen we daar aankwamen, bleek ons appartement helemaal niet in dat dorp te zijn, maar een heel eind daar vandaan. Dat was even verkeerd gegaan met boeken via Google Maps.’ (Ze kan er nu om lachen.)
‘Ik kom ook altijd overal te laat. Mensen weten dat van mij. Ik weet ook niet hoe het komt. Of ik nou een half uur van tevoren opsta of anderhalf uur, uiteindelijk heb ik haast en kom ik te laat. Dan denk ik ‘Oh, ik kan nog even dit doen of nog even dat’. Mijn vriend kan dat wel waarderen. Die ging in Portugal helemaal stuk toen ik moest toegeven dat we heel ergens anders moesten zijn, haha! Die is zelf ook niet zo gestructureerd, wij vinden elkaar daar wel in. Van ons wordt ook weleens gezegd: ‘Dat jullie überhaupt ergens komen is een wonder.’
Grootste droom?
Wat is Willemijns grootste droom? Hiervoor gaan we toch weer terug naar het hockeyveld. ‘Dit jaar staat volledig in het teken van hockey. Ik kan nu voor de korte termijn niets anders bedenken dan een gouden medaille op de Olympische Spelen. Als dat achter de rug is, wil ik zoveel mogelijk uit mezelf halen. En het beste naar boven halen uit de mensen om me heen. Hoe precies…? Dat vind ik moeilijk om nu al te zeggen. Het leven heeft zoveel verrassingen, die laat ik graag gebeuren.
1 Reactie
duncan-bergsma
De 7e foto is toch echt Caia van Maasakker...