De keiharde 0-3 afstraffing tegen concurrent Rotterdam drukt hekkensluiter Klein Zwitserland dieper in de problemen. Na de leegloop van afgelopen zomer heeft de nummer twaalf van de Hoofdklasse nog altijd nul punten. De club moet eens goed in de spiegel kijken.
Toen een handvol speelsters van Klein Zwitserland na het klinken van de toeter secondelang gehurkt op het veld zat, aangeslagen door de nederlaag met harde cijfers, gingen de gedachten automatisch terug naar vorig seizoen. Destijds presteerde Klein Zwitserland onder de vleugels van coach Jorge Nolte uitstekend. Toch werd in de winterstop bekendgemaakt dat de club aan het eind van het seizoen afscheid van Nolte zou nemen.
Gek genoeg slaagde de club er na zijn vertrek niet in om het geraamte van de selectie binnenboord te houden. De ene na de andere hockeyster zegde Klein Zwitserland vaarwel. En dat na een seizoen waarin Klein Zwitserland als promovendus juist verrassend goed presteerde, door rechtstreekse degradatie ruimschoots te ontlopen en zich in de play-outs definitief veilig te spelen. Van het succesteam van vorig seizoen zijn dit jaar nog slechts vier (!) speelsters over: aanvoerder Sabine van Silfhout, keepster Anna-Louise Nijdam, Bernice van Aken en Kirsen Ender. Opvallend weinig.
Ik zie te weinig beleving bij ons terug Klein Zwitserland-aanvoerder Sabine van Silfhout
‘De beslissing om afscheid van Jorge te nemen, kwam voor ons team als een verrassing. Ik verwijt de club niets, maar het heeft wel iets met ons gedaan. We gingen door een moeilijke periode heen, zeker omdat we middenin het seizoen zaten’, vertelt Van Silfhout. ‘Uiteindelijk hebben we er alles aan gedaan om voor Jorge in de Hoofdklasse te blijven. Dat heeft voor een gezamenlijke drive gezorgd. We waren echt een team.’
‘Die beleving mis ik dit seizoen een beetje. We spelen voor Klein Zwitserland Dames 1. Ik wil op het veld terugzien hoe gaaf dat is. Marle Keetman – volgens mij is ze officieel tweedejaars B – straalt uit dat ze trots is om voor Dames 1 te spelen. Iemand met honderd caps voor welk land dan ook, moet dat óók doen. Ik vind dat we alles moeten geven voor al die mensen langs de lijn die speciaal naar ons komen kijken. Die beleving zie ik nog te weinig terug.’
Te veel gehaalde speelsters blijken geen versterking
Klein Zwitserland is dit seizoen een vreemdelingenlegioen. Na de leegloop van afgelopen zomer trok de club maar liefst dertien speelsters aan, onder wie acht buitenlanders. Van hen maakt tot dusver alleen Australisch international Kaitlin Nobbs indruk. De Zuid-Afrikaanse speelster Kristen Paton kwam heel het seizoen nog geen minuut in actie, omdat ze nog steeds geen visum heeft. Met de twee Japanners Moeka Tsubouchi en Kaho Tanaka blijkt het soms lastig communiceren, omdat hun Engels voor verbetering vatbaar is.
Pijnlijk is ook het gebrek aan scorend vermogen. Ondanks de acht uit het buitenland gehaalde speelsters mist de ploeg een goede strafcorner. Het aantal gemaakte doelpunten in de eerste negen speelrondes is veel te laag: zes. Bijna twee keer zo weinig als concurrent Rotterdam (elf goals), de nummer elf van de competitie die inmiddels een gat van vijf punten met Klein Zwitserland heeft geslagen.
Met terugwerkende kracht schepten enkele uitspraken op hockey.nl van aanvoerder Van Silfhout aan het begin van het seizoen veel te hoge verwachtingen. Zij dacht dat Klein Zwitserland geen degradatiekandidaat zou zijn. ‘Het zal je niet verrassen, maar we willen het hoogst haalbare. We gaan niet praten over niet rechtstreeks degraderen of play-outs halen. Nee, we willen meer. Hoger dan dat’, zei ze toen.
Spijt van die uitspraken heeft ze niet, zegt ze nu. Ook vindt ze niet dat ze met die uitspraken te veel druk op de groep heeft gelegd. ‘Nee, als team geloofden wij daar echt in. Nu kun je inderdaad niet meer zeggen dat we geen degradatiekandidaat zijn. Maar we hebben nog genoeg wedstrijden te gaan. Ik blijf positief.’
Het is echt een zoektocht naar speelsters geweest. We hebben de hele zomer keihard moeten werken om een team bij elkaar te krijgen. Klein Zwitserland-coach Razwan Ahmed
Vanaf de zijlijn krijg je soms medelijden met de arme coach Razwan Ahmed. Toen de Australische speelster Alice Arnott aan het einde van de eerste helft met de bal ging lopen in plaats van een medespeelster aan te spelen, ontplofte hij (‘omdat ze onze tactische afspraken niet nakwam’). Hij liet haar gelijk wisselen.
Hem valt dit seizoen eigenlijk weinig te verwijten. Hij is opgezadeld met een team dat kwalitatief minder goed is dan vorig jaar. Bij zijn aanstelling was al bekend – volgens hemzelf – dat zeker tien speelsters in de zomer zouden vertrekken. Later kwam daar nog eens dik een handvol hockeysters bij.
Hoewel hij benadrukt dat hij het niet als excuus wil gebruiken, vormen de blessuregevallen bovendien verzachtende omstandigheden. Talenten Feliz Kühne en Pepita Rademakers zijn geblesseerd. Tegen Rotterdam viel Fusine Govaert geblesseerd uit. Wel deed Meike Tjaberinga na een afwezigheid van vijf weken weer mee. Ahmed verwacht bovendien dat het visum van de Zuid-Afrikaanse Paton volgende week rond is. Na de winterstop worden ook Bibi Donraadt (momenteel in de Verenigde Staten) en Philine Vinkesteijn (momenteel in Mexico) aan de selectie toegevoegd.
Kampen jullie niet gewoon met een gebrek aan kwaliteit?
Ahmed: ‘Voorin wel. Niet alleen vandaag, maar al wekenlang. Doordat er middenvelders zijn weggevallen, heb ik de spitsen Alice Arnott en Meike Tjaberinga naar het middenveld terug moeten halen. Daarom komen we voorin tekort. Wanneer er enkele middenvelders terugkeren in de selectie kan ik hen weer op hun vertrouwde plek opstellen en zodoende de voorhoede versterken.’
Hoe kijk jij naar de term vreemdelingenlegioen?
‘Hoe het afgelopen zomer is gelopen, is zeker niet ideaal. We wisten dat veel meiden zouden stoppen. Het is echt een zoektocht naar speelsters geweest. We hebben de hele zomer keihard moeten werken om een team bij elkaar te krijgen. In Nederland waren er weinig meiden van hoofdklasseniveau die voor Klein Zwitserland wilden hockeyen. Zodoende hadden we niet veel keuze en zijn we bij acht buitenlanders uitgekomen. Sommigen hebben zich bij ons gemeld, anderen hebben we zelf benaderd. Toen we eindelijk dachten dat we een team bij elkaar hadden, haakten er eind juli alsnog twee speelsters af. Dat zat dus óók al niet mee. Feitelijk zijn we tot de eerste speeldag bezig geweest met het samenstellen van de selectie.’
Eigenlijk zijn jullie er vooral mee bezig geweest om überhaupt een team op de been te krijgen, in plaats van een team dat goed genoeg is?
‘Nee. Ik ben ervan overtuigd dat dit team kwalitatief goed genoeg is. Vandaag was de zesde week dat iemand van ons in het eerste kwart geblesseerd uitviel. We hebben pech met blessures. Als we compleet zijn, hebben we genoeg kwaliteit om van de laatste plaats af te komen. Dat vind ik nog steeds. Alleen zou het fijn zijn als we een keer een fatsoenlijk team op de been kunnen brengen.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.