Als de strafcorner het verschil maakt, is dat bijna altijd in het voordeel van Pinoké. De Amsterdammers hebben met Alexander Hendrickx immers een van de beste cornerschutters ter wereld rondlopen. Zondag tegen Kampong (2-1 nederlaag) haperde het voornaamste wapen, op een dag waarop de bank ook wat anders was ingevuld. En dat vlak voor de wedstrijd van het jaar.
Om met die bank te beginnen. Niet het vertrouwde lange lijf van Jesse Mahieu zat zondagmiddag in Utrecht in de dug-out bij Pinoké. Hij had in aanloop naar de kraker op De Klapperboom een voedselvergiftiging opgelopen. De hoofdcoach wordt normaal gesproken bijgestaan door en Craig Sieben en Kasper Vrolijk. Genoeg mankracht, zou je zeggen. Maar dat viel dit weekend een beetje tegen. Sieben is echter ook assistent bij de Engelse mannen, die in Nieuw-Zeeland moesten spelen voor de Pro League. Vrolijk, die tijdens het seizoen de taken overnam van Simon Organ, kon er deze zondag door eerder gemaakte afspraken niet bij zijn.
‘Daardoor zou ik sowieso al hier zijn’, zegt Joep van der Loo. De Brabander, normaliter bij de Amsterdammers alleen actief als zaalcoach, was deze week ingevlogen om Mahieu te ondersteunen. De plannen waren al gesmeed, de puzzelstukjes gelegd. ‘Maar zondagochtend kreeg ik een belletje dat Jesse ziek was. Dus werd ik opeens de hoofdcoach, haha. En dat in de eerste wedstrijd dat ik erbij ben dit seizoen. Het was even schakelen, wat gek en ook wel spannend.’
Nee, Van der Loo hoefde geen namen meer te leren. Een groot deel van de ploeg had hij al onder zijn hoede in de zaal. Met een paar speelde hij zelfs nog samen toen hij inviel tijdens de gewonnen Gold Cup-finale in 2018. Daar was cornergigant Hendrickx nog niet bij, die werd een paar maanden daarna aangetrokken. De Belg zet normaal gesproken met de regelmaat van de klok vinkjes achter zijn pogingen van de kop van de cirkel.
Dat was tegen Kampong wel anders. Slechts één van zijn acht pogingen leverden een treffer op.
Te onrustig en te lief
‘De corners maakten het verschil’, klonk het bitter uit de mond van Van de Loo, die Kampong-cornerman Jip Janssen wel een fraai gemiddelde (van vijftig procent) zag halen. Hendrickx beaamt dat met een zucht. ‘Er was een klein kwaliteitsverschil vandaag’, geeft de Belg toe. ‘Onze eerste aangever Pieter Sutorius is helaas geblesseerd. Dat merkten we, zeker in het begin. Daardoor verliep de corner soms onrustig. Hij werd iets trager en iets schever aangegeven. Ballen die net een metertje naar links of naar links kwamen. Dat scheelt een fractie van een seconde om goed te pushen. Daardoor kreeg Lars Balk als eerste uitloper van Kampong er nu wel een stick achter. We moeten dit op orde krijgen. Het kan beter. ’
Daarnaast kreeg Pinoké zondag ook genoeg veldkansen. Meer dan hun winnende tegenstanders. Hendrickx: ‘Zeker, het was vaak net-niet. Hun eerste kans was meteen een goal. Zij waren rustiger in de cirkel, als ze de bal hebben. Maar de spelers van Kampong sliden ook, gooien hun lijf en leden ervoor. Zij duwen en beuken, wij zijn daarin soms nog wat te lief. Het mag best wat mannelijk, harder en fysiek zijn. Het spelniveau was wel goed, we domineerden het grootste deel van de wedstrijd. Daar koop je normaal niets voor, dat klopt. Maar wel als je ‘het’ nog in eigen hand hebt. Dit geeft ook vertrouwen naar volgende week.’
De wedstrijd van het jaar
Daar is-ie. Het bruggetje naar de wedstrijd van het jaar. Nu al. Voor Pinoké en opper-concurrent Oranje-Rood, de huidige nummer vier waar zondag ook al werd aangehaald dat dit een kwartfinale is richting de play-offs. De inzet: een ticket voor het kampioensbal. Pinoké moet twee duels voor het einde drie punten goedmaken op OR. Verliezen is dus killing voor Hendrickx en co. ‘Een soort knock-out, in de competitie. Das een unicum voor mij. Die wedstrijd staat al lang in de agenda aangestreept. Als we dit niveau aanhouden en de kansen wel maken…’, klinkt het hardop dromend.
Voor Hendrickx is het alweer een tijdje geleden dat hij het opnam tegen Oranje-Rood. ‘De vorige keer was ik er niet bij, omdat ik met België in Argentinië moest spelen. En de keren daarvoor was ik geblesseerd of had ik een schorsing. Dus het zal zo’n twee jaar geleden zijn, inmiddels. Maar natuurlijk weet ik dat ze een goede ploeg hebben. Ze staan niet zomaar boven ons. Stabiel, met goede spelers. Inderdaad wat Belgen. Als we winnen zetten we een grote stap naar de play-offs. Aan andere scenario’s wil ik niet denken, dat is slecht voor mijn hart.’
Van der Loo denkt er zondag in het Amsterdamse Bos weer bij te zijn. ‘Maar dan niet als coach. Volgende week sta ik weer langs de zijlijn, als supporter.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.