Waarom MOP tot de ‘onder 14’ zijn jeugd net wat anders indeelt

MOP besloot afgelopen seizoen de selecties voor de elftallen in de ‘onder 12’ en ‘onder 14’ anders aan te pakken. De club uit Vught stapte af van het principe dat de beste spelers in de eerste teams moeten zitten. Meer dan ooit werd er gekeken naar leeftijd en inzet. Dat is een blijvertje, concluderen ze een jaar later.

Meisjes Onder 14-2 van MOP is misschien wel het mooiste voorbeeld voor het nieuwe selectiebeleid bij de Brabanders. Tijdens het seizoen versloegen ze hun ‘Onder 14-1’ en bovendien leverde dit tweede team drie speelsters voor de districtsselectie.

Het is het gevolg van de switch van een jaar geleden. ‘Op een aantal punten gingen er zaken binnen de jeugd niet goed’, vertelt MOP-voorzitter Lara Runne. ‘Zo hadden we een mager selectiegroepje voor de O16- en O18-leeftijd. De eerstelijnsteams werden goed opgeleid, maar de overige ploegen kregen een stuk minder aandacht, met een smalle basis voor de prestatieteams tot gevolg. Daarbij waren ouders ontevreden als hun kind buiten een kernteam viel. Als organisatie konden we hen niet goed uitleggen waarom we tot bepaalde keuzes kwamen, simpelweg omdat er maar één persoon verantwoordelijk was voor het samenstellen van de selecties. Dat moest anders, vonden we zelf.’

En het ging dus ook anders. Sinds seizoen 2022-2023 vindt een teamindeling tot en met O14 primair plaats op basis van de toewijding en honger om te leren. Dat is natuurlijk alsnog heel subjectief. Maar ook leeftijd is van belang. O14-1 bestaat niet uit kinderen van twee leeftijden, maar alleen uit tweedejaars spelers. O14-2 is in principe een ploeg met eerstejaars, O14-3 een met tweedejaars, O14-4 weer met eerstejaars, en zo verder.

MOP JO12-1 in het clubhuis van de Vughtse vereniging. Eigen foto

MOP baseerde de nieuwe plannen op de Visie op ontwikkeling van kinderen van de KNHB. Een hulpmiddel voor clubs, opgesteld in samenspraak met onder meer experts uit de hockeywereld en wetenschappers. Hierin draait het om het creëren van een omgeving waarin jeugdleden hun eigen keuzes maken, zich gewaardeerd en competent voelen en verbonden zijn met hun vereniging en de hockeysport in het algemeen. Daarnaast keek MOP naar andere sporten, zoals voetbal. Daar is een indeling naar leeftijd tot veertien jaar al meer ingeburgerd. In samenspraak met een sportpsycholoog en mental coach stelde de club een nieuw jeugdplan op.

Runne: ‘Op basis van alle samengeveegde input blijkt dat als je met gelijkgestemden in een team zit, je meer plezier hebt op het veld. Daardoor kan je jouw potentieel als hockeyer beter te ontwikkelen. Als gevolg daarvan speel je niet alleen beter, maar ben je ook weer meer gemotiveerd. Een positieve vicieuze cirkel dus. De kans dat jeugdleden van vijftien tot en met achttien jaar afhaken, is daardoor kleiner, simpelweg omdat ze meer plezier hebben in het spel. Daarnaast verwachten we op deze manier het niveauverschil in de O18- en O16-teams te verkleinen. We kiezen er overigens bewust voor om in die leeftijdsgroepen wel op niveau te selecteren. Prestatiehockey staat dan steeds hoger in het vaandel.’

Ieder team dezelfde trainingsminuten

De invoering van het nieuwe systeem verliep (uiteraard) niet zonder slag of stoot. Zowel ouders als coaches moesten sterk wennen aan het idee dat niet alleen de prestatie van hun zoon, dochter of speler, maar vooral hun inzet leidend was in de teamindeling. Bovendien kregen alle teams plotseling evenveel trainingstijd. Zowel O14-1 als O14-5 stond twee keer per week anderhalf uur op het veld.

Runne: ‘Dat doen we ook weer om het verschil tussen de ploegen van dezelfde leeftijd zo klein mogelijk te houden om een bredere basis op te bouwen. Door het verminderen van de trainingstijden van de eerste teams hebben ook zij daardoor meer tijd over voor het beoefenen van andere sporten, wat goed is voor een brede motorische ontwikkeling.’

MOP MO14-2. Drie speelsters uit dit team werden geselecteerd voor West-Brabant O14. Eigen foto

Ruimte voor verbetering

Inmiddels is er tijd om de balans op te maken van het eerste seizoen ‘selectiebeleid nieuwe stijl’.

Runne: ‘Overwegend zijn niet alleen wij, maar ook de spelers, ouders, trainers en coaches positief. Een voorbeeld is de coach van MO14-1. Hij was aanvankelijk sceptisch; immers de beste spelers van O12-1 gingen niet naar O14-1. Een jaar later had zijn weerstand plaatsgemaakt voor razend enthousiasme. Door minder trainingsuren was er nauwelijks sprake van blessures. Ook vormden de speelsters een hecht vriendinnenteam dat veel lol met elkaar had. Bovenal hadden meiden uit de ploeg van wie hij het niet had verwacht zich enorm goed ontwikkeld.’

Naast de positieve geluiden leverde het pilotjaar ruimte voor verbetering op, zo geeft Runne aan. ‘Het niveau van de trainers was nog niet bij alle teams op het gewenste niveau. Daarom werken we vanaf komend seizoen met lijntrainers. Ons idee is dat alle teams binnen een leeftijdscategorie tegelijkertijd training krijgen met eenzelfde thema.’

Uiteraard is de voorzitter benieuwd naar de gevolgen van deze verandering op de lange termijn. ‘Het is afwachten of onze verwachtingen van minder niveauverschil bij de prestatieteams van boven de veertien jaar en minder verloop inderdaad uitkomen. Maar nu al zien we meer plezier en verbondenheid en een bredere ontwikkeling bij de jeugdspelers. En dat is waar het ons uiteindelijk vooral om te doen is.’

In de podcast Podje Hockey van de KNHB hoor je in de aflevering van 8 juni meer over het jeugdbeleid van MOP naar aanleiding van de Visie op ontwikkeling van kinderen. 


2 Reacties

  1. sanderleeman

    Wat een fantastisch initiatief. Hockeyclubs zouden altijd het plezier van de spelers en speelsters op 1, 2 en 3 moeten stellen en dan (een hele tijd niets en dan) pas de prestaties. Met spelplezier komen immers de prestaties bijna vanzelf. Daarbij zijn prestaties zo ontzettend betrekkelijk. Wat is een beter team? Een team dat kampioen wordt, maar met een aantal spelers die zich uitgesloten voelen of een team dat met plezier van alle spelers derde wordt?

    1. robdux

      Jij praat heel negatief over prestaties. Plezier en presteren kunnen in harmonie samen gaan. Je speelt oa wedstrijden om te kijken wie er de beste is. Ik heb al vaker meegemaakt (vooral bij jongens) dat wanneer er niet geselecteerd wordt en jongens niet bij “gelijk gestemden” worden ingedeeld, ze vaak stoppen.


Wat vind jij? Praat mee...